Tuesday, October 30, 2007

Kula Shaker Botanique/Brussel 26/10/07

Het regent reünies in deze herfst. Anderhalve week terug stond het herenigde Crowded House nog in Vorst en vorige vrijdag was het de beurt aan Kula Shaker in de iets minder omvangrijke maar bijzonder gezellige rotonde van de Botanique. Het leidt geen twijfel dat een gebrek aan interesse voor het nieuwe project van zanger Crispian Mills (The Jeevas) grotendeels de aanleiding moet geweest zijn tot het opnieuw bij elkaar roepen van zijn vroeger groepje Kula Shaker. Inmiddels al tien jaar geleden luisterde iedereen toch met verbazing naar hun debuutalbum “K” dat naast wat heftige sixties pop en rock ook de kruisbestuiving aanging met Indische muziek. Bescheiden radiohits als “Tattva” en “Govinda” konden dankzij hun psychedelische inslag en geestesverruimend effect bij beluistering in een gemiddelde koffieshop de omzet meteen gevoelig doen dalen. In ’99 verscheen hun tweede plaat die het zowel qua klasse als succes flink moest afleggen tegenover hun debuut. Nog datzelfde jaar waren ze het hele rockgroep gedoe beu en kondigden ze hun split aan. Niet eens het beste maar wel het belangrijkste wapenfeit van de groep was op dat moment de Joe South cover “Hush” (ook bekend in de versie van Deep Purple). Dit jaar knutselden ze dan “Strangefolk” in elkaar in de hoop dat er zowel oude als nieuwe interesse voor de groep zou worden aangewakkerd. Ondanks 8 jaar ertussen is de groep alvast trouw gebleven aan hun geluid en stijl. Ook hun uitstekende live reputatie kwam gelukkig ongeschonden uit die lange winterslaap want in het openingstrio “Hey dude”, “Under the hammer” en (weldra) nieuwe singel “Out on the highway” laaide het oude vuur onverminderd weer op. De ruim 200 aanwezigen konden zich verkneukelen aan een loepzuiver geluid waarbij vooral het knappe gitaarwerk van Mills voortreffelijk uit de verf kwam. De synchronisatie die door deze man aan de dag wordt gelegd om stem en alle gitaarpartijen perfect in elkaar te laten lopen is verbluffend; zelfs een tamboerijn of een stukje mondharmonica tussendoor behoort ook tot de mogelijkheden. U moet het zien om het te geloven! De ganse groep speelde overigens zéér compact en hield zich onder leiding van Mills getrouw aan de gekende versies. Ook al leent de muziek zich tot lange zijsprongetjes; de groep liet er zich niet toe verleiden.
Dat Kula Shaker niet zomaar inhaakt op een ver verleden maar meteen op de proppen komt met een boeiende nieuwe plaat getuigt van een herwonnen vertrouwen. Dat het concert zich met nieuwe songs ook nog eens van zijn sterkste kant liet zien was een verrassing: “Die for love”, "Second sight", het reeds eerder vermelde “Out on the highway” en vooral “Hurricane season” zinderen ook nu nog na. Wat het oudere werk betreft waren het vooral de songs van “K” (“303”, “Tattva” en “Jerry was here”) die best werden gesmaakt. Hun tweede plaat “Peasants, pigs and astronauts” vonden we wat onderbelicht met slechts twee bijdragen: het ‘flower power’ getinte “Shower your love” en het als een hooglied onthaalde “Great Hosannah”.
Het zou de groep wel eens zuur kunnen opbreken dat ze 8 jaar geleden het licht uitdeden net toen hun ster rijzende was. Het valt af te wachten of in het huidige muzieklandschap de aandacht voor Kula Shaker opnieuw kan aangezwengeld worden zoniet kraait er weldra geen haan meer over hun uitstekende nieuwe plaat en dit voortreffelijk concert. Zonde!

Friday, October 12, 2007

The Police Sportpaleis/Antwerpen 8/10/07

Deze ochtend dwaalden onze gedachten af naar najaar 1980. Mijn prille muzikale interesse had zich op dat moment via “Grease” en Elvis Presley reeds een weg gebaand naar The Beatles. In de toenmalige Joepie (en eveneens in mijn van daaruit afgeleide plakboeken) werd in die tijd ook al ontzettend veel ruimte ingenomen door The Police. Voor het derde jaar op rij , en door even zoveel succesalbums, waren zij ongetwijfeld de belangrijkste groep op dat moment. Onze interesse hadden ze immers snel te pakken: opnames van een nieuwe plaat gingen steevast door op exotische locaties met zwembad (gezien in de Joepie!), hun ‘cool’ overtrof alle generatiegenoten en de muziek bevatte genoeg scherpe kantjes om niet voor mietje te worden uitgelachen. En trouwens: wie wil er als 10 jarige nu geen politieman zijn?
Nog geen drie jaar later gingen Sting, Summers en Copeland elk hun eigen weg. In ’86 werd voor het eerst de hoop op een reünie aangewakkerd met het uitbrengen van een verzamelalbum maar zelfs de tussenkomst van een koninklijk verkenner had de heren op dat moment niet kunnen overhalen om de draad weer op te nemen. Gevolg: het trio ging als ware legende de geschiedenisboeken in. Verhalen over concerten van hen kregen door de jaren heen een haast mythische bijklank (check gerust Pinkpop ’79). Wie er bij was kan door het na te vertellen makkelijk een school dertigers doen wegsmelten van afgunst.
Wat ruim 20 jaar verder de heren er toe gebracht heeft om weer de baan op te gaan is voor ons een volslagen raadsel. Het geouwehoer in interviews hoe gezellig het wel was toen ze elkaar voor het eerst in jaren weer terugzagen is aan ons niet besteed. Voor ons telt alleen die spraakmakende live reputatie en vooral wat daar is van overgebleven. Afgaande op opener “Message in a bottle” was van verval geen sprake. Deze roestvrije popklassieker kreeg een getrouwe versie mee die de krachtmeting met onze hoge verwachtingen moeiteloos won. Geheel onverwachts ging het meteen erna al voor de eerste maal fout op deze Antwerpse Flikkendag. Waar “Synchronicity II” in de bekende studioversie een brugje maakt en wat vaart meekrijgt zwakte de groep het hier wat af. “Walking on the moon” herstelde het evenwicht om even verder in “When the World is running down” uit te pakken met jazz rock ‘a la carte’. Met een ontstellend zwak “Don’t stand so close to me” en een zieltogend “Truth hits everybody” (op plaat punk rock uit het vuistje) was het concert nog niet halfweg en leek het al uit te doven nog voor het vuur er was ingekomen. Het trio “Every little thing”, “De Do Do Do De Da Da Da” en “Can’t stand losing you” bracht het concert enigszins terug op kruissnelheid maar helaas stonden even zoveel missers ernaast: “Wrapped around your finger” en vooral “Invisible sun” klonken zo ongeïnspireerd dat we al begonnen te denken aan de rit huiswaarts.
In de bissen kon enkel “So lonely” de schijn nog wat ophouden dat deze wedergeboorte enige levensvatbaarheid in zich draagt. Zowel een anorectisch “Next to you” (zie ook “Truth hits…”) als “Every breath you take” weekten geen euforische reacties meer bij ons los. Op enkele sporadische momenten na hadden wij niet de indruk dat hier een groep aan het werk was. Het geheel klonk ons onvoldoende coherent, het spelplezier niet gedeeld. Ook Andy Summers werkte danig op de zenuwen door songs te gaan inkleuren met spuuglelijke solo’s die eerder thuishoren in workshops voor gitaristen. Restte ons nog het indrukwekkende percussiearsenaal van Copeland. Leuk om te zien maar als de basis voor de nummers al op wankele benen staat geeft ook dit extraatje geen meerwaarde. Vele van de songs misten ook wel een achtergrondkoortje maar dat viel vermoedelijk buiten het budget gezien de ‘schamele’ ticketprijzen.
Met dit concert levert The Police vooral het bewijs af dat een reünietoer niet goed is om een mythe in stand te houden. Een duik in ons geheugen levert minstens twee Sting concerten op die méér indruk op ons hebben gemaakt dan deze Police avond. Dit kon toch de bedoeling niet geweest zijn?

Wednesday, October 03, 2007

The Tragically Hip AB/Brussel 28/09/07

Een concert gaan zien van de Canadese Tragically Hip is als een ouderwetse tombola: “Altijd prijs!”. In de Hip-archieven zoeken naar een teleurstellend concert is dan ook een opdracht voor echte volhouders. Zelfs een mindere avond met dit vijftal onderscheidt zich nog met sprekend gemak van de rest van onze concertkalender. In thuisland Canada bekleedt het vijftal een goddelijke status maar in Europa is hun succes eerder van bescheidener omvang. Met het album “Fully completely” (als U met The Hip wil beginnen, begin dan hier) stonden ze in 1992 aan de vooravond van de grote doorbraak maar het eigenzinnige karakter van hun gitaarmuziek liet dit in het verdere verloop van hun bestaan – ook al hebben we dit met lede ogen aangezien - niet toe. Een beetje zonde misschien dat uitgerekend nu hun meest toegankelijke plaat “World container” op de wereld is losgelaten. Het was die plaat die The Hip niet zonder trots kwamen voorstellen in een bijna volgelopen AB in Brussel. De avond werd ingeleid door het Nederlandse Racoon. Over enkele weken trekken deze heren naar Amerika voor een toer met The Lemonheads en ter voorbereiding mochten ze wat warm spelen in het voorprogramma van The Hip. Hun half uurtje was te kort om echt te imponeren maar een song als “If you know what I mean” sprong er echt wel uit. Elders hoorden we vooral echo’s van REM maar van echo’s alleen worden nu eenmaal geen wereldplaten gemaakt.
De kunst bestaat er immers in iets te doen wat niemand anders beter doet, een lesje dat niet moet geleerd worden aan The Tragically Hip. Al 2O jaar brengt dit groepje in ongewijzigde bezetting een variant op gitaar rock die moeilijk onder één label te vatten is. We horen, op een bedje van zompige gitaren, grofkorrelige songs die, meer dan een gemiddelde visvijver lief is, boordevol weerhaakjes zitten. De groep heeft, naast 4 feilloos op elkaar afgestemde muzikanten, een charismatische zanger (Gordon Downie) die door allerlei bizarre expressievormen laat vermoeden dat de farmaceutische industrie weer nieuwe proefpersonen heeft gerekruteerd. Geen wonder dus dat het concert in de AB een gevleugelde start nam met nieuweling “Lonely end of the rink” gevolgd door “Music @ work”. Downie liet zich de warme ontvangst welgevallen waarna met een verschroeiend “Grace, Too” het kookpunt van dit concert al vroeg werd overschreden . Vaste waarde “Courage” klonk 15 jaar na release alsof de groep het pas die namiddag had bedacht tijdens de repetitie en “Ahead by a century” – met Downy’s mooiste paar stembanden - werd als een ware ‘classic’ netjes in het midden van de set geparkeerd. Op de nieuwe plaat is, nogal ongewoon voor The Hip, blijkbaar lang(er) nagedacht over de arrangementen. Zo kreeg de piano – het ontbrekende instrument in Brussel - bij de opnames een prominente rol toebedeeld. Live werd dit bijgevolg wel gemist in “Yer not the ocean” en vooral “World container”, een opmerkelijke song met een vleugje Guns & Roses erin (“November rain” heeft er eventjes naast gelegen).
Ook “Fully completely” en “New Orleans is sinking” wogen in hun live-versie weer zwaar door. In de tweevoudige bis stak ook nog eens het onvermijdelijke “Blow at high Dough” om het eindoordeel finaal op ‘uitstekend’ vast te leggen. En zeggen dat ze nog veel beter kunnen…