Friday, March 28, 2008

Alicia Keys Sportpaleis/Antwerpen 25/03/08

Jammer voor alle Beyoncé’s en Rihanna’s van deze wereld maar Keys blijft tot nader order de leading lady bij ‘de vrouwtjes’. Het aantal awards dat bij Alicia op de schouw staat te pronken is intussen amper nog te tellen. Dat Keys niet (helemaal) afhankelijk is van de inbreng van anderen zal in dit succes wel een factor van invloed zijn. Songs van eigen hand en vaak nog door diezelfde hand getokkeld op de piano onderscheiden nu eenmaal echte groten van mindere. Haar derde plaat “As I am” werd naar ons gevoel ietsje te lauw ontvangen in de vakpers. De ‘urban’ stijl die haar voorganger “The diary of Alicia Keys” kenmerkte is op deze nieuwe ingeruild voor een méér soulvoller geluid dat al eens dichter bij de rock durft aanhurken. Het belangrijkste is echter dat zowat alle songs van uitstekende makelij zijn en zo het album in één ruk beluisterbaar maken.
Keys mocht deze keer, na eerder passages in Vorst en op TW Classic, haar opwachting maken in een tot de nok gevuld Antwerps Sportpaleis. Ze liet zich voorgaan door wat muzikanten uit haar entourage die elk met hun eigen project de zaal wat mochten opwarmen (met zaallichten aan!). Het werd geen onverdeeld succes: de dj van dienst zette een leuke scratch act neer, backing zanger Jermaine Paul ronselde 4 nummers lang zielen (maar niet de onze) voor zijn solo-carrière en een popgroepje rond de bassist van Keys bewees vooral dat voorprogramma’s anno 2008 geen kweekvijver meer kunnen genoemd worden voor aankomend talent.
Of Keys ooit door zo’n kweekvijver is gegaan weten we niet maar we hebben zo’n sterk vermoeden dat van kindsbeen af duidelijk was dat mevrouw vele gaven was toebedeeld. U zal het zich niet meer herinneren (wij ook niet) maar als vierjarige mocht ze al opdraven in de Cosby show. De rest is geschiedenis. In Antwerpen kwam Keys met haar piano het podium opgerold door een opening in het decor. Met zes dansers rondom zich liet Keys nog eventjes de piano staan om zich te storten in een vlugge ‘random’ selectie door haar drie platen. Alle songs werden met telkens 1 strofe en 1 refrein kort gehouden. Onvergeeflijk te horen dat “Where do we go from here”, “Teenage love affair”(2 uitstekende songs uit haar laatste) en ook “You don’t know my name” onvoldoende tijd werden gegund en daardoor helemaal niet tot hun recht kwamen. Het was drie maal “voor het zingen de kerk uit” en dat zou ook het gospelkoortje (zo aanstekelijk vertoond in het openingsfilmpje aan het begin van het concert) vast niet prettig gevonden hebben. Net voor bij ons de ergernis hierover de kop opstak dook Alicia gelukkig achter haar piano om in haar eentje het sportpaleis op magistrale wijze in te palmen. Met “Sure looks good to me”, “Butterfly “ maar vooral “Prelude to a kiss” zorgde dame Keys voor adembenemend vocaal stuntwerk. Toen de muzikanten haar opnieuw vervoegden schitterde Keys ook in “How come you don’t call me”, “A woman’s worth”, “Diary” (in duet met de eerder vermelde Jermaine Paul) en “Wreckless love”. Naarmate de avond vorderde nam echter het showelement de zangeres alsmaar méér in een wurggreep. Het verschroeiende tempo waarin dansers over het podium bewogen, kostuums werden gewisseld en beelden werden vertoond op het immense videoscherm achteraan het rijtje van 11 muzikanten oversteeg de gemiddelde zintuiglijke waarneming. De regisseurs van dit spektakel hadden vermoedelijk stage gelopen in Las Vegas en lieten in dit spektakel geen enkele ruimte onbenut. Zelfs onder de bindteksten werd een flard muziek gestoken. Nochtans zijn we geneigd te geloven dat Keys ook zonder toeters en bellen een concert kan dragen.
In de finale van het concert nam ook het bombast hand over hand toe. 3 paradepaardjes (“No One”, “Fallin” en jammer genoeg ook “If I ain’t got you”) zorgden op die manier niet voor het verwachte orgelpunt. Keys kwam met 5 sterren het Sportpaleis binnengewandeld en verloor er gaandeweg 2. Niet zijzelf maar alles rond haar is hiervoor verantwoordelijk. De volgende keer mag ze haar ganse entourage thuis op de hond laten passen. Om Keys ten volle tot haar recht te laat komen volstaan haar stem en piano. Less is (zeker in haar geval) more…

Friday, March 07, 2008

Stereophonics AB/Brussel 03/03/08

De Stereophonics is en blijft een groep waarmee het erop of eronder is; een middenweg bestaat schijnbaar niet. Ook al kan de groep inmiddels aanspraak maken op een heuse best-of boordevol radiovriendelijke songs, het grote publiek is langs deze kant van het kanaal nog niet door de knieën gegaan voor de Welshmen. Mogelijks moeten we de reden hiervoor zoeken in dat scherpe kantje dat door de groep wordt weggemoffeld op hun respectievelijke platen en voorbehouden wordt voor hun concerten. In onze vriendenkring is ook niet iedereen zo happig op het rauwe stemgeluid van boegbeeld Kelly Jones. Sommigen menen er een hardnekkige keelontsteking in te herkennen en dat zonder enige vorm van klinisch onderzoek. Ook live is de groep al sinds wij ze volgen een apart geval. Tijdens korte festivalsets zéér verdienstelijk maar tijdens de (langere) zaalconcerten iets te wisselvallig. Op zoek naar dat eerste fantastische zaalconcert stonden we vorige maandag in een uitverkochte AB.
In het voorprogramma kregen we het voor ons volslagen onbekende Hero voorgeschoteld. De groepsnaam verraadde al een zekere megalomanie en dat werd door de grote gebaren van de heren op het podium alleen maar bevestigd. Muzikaal citeerde de groep ongestoord uit het grote boek der stadionrock; nergens was er één grammetje originaliteit te bespeuren. Net als de toen nog afwezige helft van het publiek gaven ook wij de voorkeur aan een verlengd verblijf in de foyer van de zaal.
De Stereophonics trapten kort na negen perfect af met “Bank holiday Monday”, een heftige pop-rock song die niet van zijn melodieuze pad afwijkt. Gesneden koek voor ons dus. Door onmiddellijk erna terug te grijpen naar hun debuut uit 1997 lieten ze alvast verleden en heden niet uit elkaar drijven . Er zat 10 jaar tussen beide songs maar het zal niemand zijn opgevallen. Intussen vulde Kelly Jones, de Rod Stewart van zijn generatie, het podium van de AB met een zelden geziene ‘cool’ inclusief zwarte zonnebril. De twee overige bandleden, met nog eens een extra toetsenman en gitarist erbij, mochten tevreden zijn met een plaatsje in zijn schaduw.
Uit hun zes albums tellende discografie kreeg vooral het vroege en laatste werk de meeste aandacht. Hun meest succesvolle album tot op heden (“Just enough education to perform” uit 2001) bleef onderbelicht. De groep verkeerde toen in méér akoestische sferen terwijl ze heden ten dage wat eigenwijs kiezen voor een volbloed elektrische aanpak. Die optie resulteerde in de AB voor een live-geluid met opvallend weinig reliëf . Zo hoorden we “Mr Writer” schreeuwen om een akoestische gitaar en ook “I wouldn’t believe your radio” klonk zo wat onnatuurlijk. Kelly Jones is echter een uitstekend songsmid wat hij middels hun laatste radiohit “It means nothing” nog eens goed in de verf zette. Dit pareltje (video hier onderaan ingesloten)waarvoor Jones de inspiratie vond na de aanslagen in Londen medio 2005, maakte grote indruk op de AB. Hetzelfde gold voor “Maybe tomorrow” dat Jones als eerste bis helemaal alleen afwerkte terwijl de volle zaal door samenzang het nummer een unieke glans gaf. Herkenbaarheid troef overigens want de groep trok resoluut de kaart van de singels. Nu de akoestische gitaar is verbannen geen “Have a nice day”, in de plaats daarvan wel “Traffic”, “Just looking”, “Pick a part that’s new”, “Vegas two times”, “Devil”, het nieuwe “My friends” en slotsong van de avond “Dakota”. Uit dit rijtje deden enkel de 2 laatste het concert echt pieken. Bijgevolg werd de avond afgerond zonder echte missers maar met slechts een beperkte kopploeg. Eén ding weze na hun doortocht in de AB zeker: uit een zaalconcert als dit valt ongetwijfeld een verdienstelijke festivalset te puren.
Afspraak op Pinkpop (dag 2, 31/5) en enkele dagen erna voor het verslag hier!