Friday, August 15, 2008

Lokerse Feesten 10/08/08

Met dit jaar 130000 bezoekers en alweer een rij toppers om u tegen te zeggen blijft het succes van de Lokerse Feesten gestaag groeien. De formule blijft inmiddels ongewijzigd: drie concerten per avond en een dj-set voor de plakkers na afloop. De toegangsprijs blijft in verhouding tot wat wordt aangeboden zéér democratisch. In voorverkoop gaat het van 10 tot 25€ naargelang de grootte van de topper. Kijk maar eens in uw winkelkarretje wat u voor zo’n bedrag tegenwoordig meeneemt in de supermarkt.
Op de laatste avond van de tiendaagse kregen we Bostons fijnste trio Buffalo Tom voorgeschoteld. In 1994 beleefde de groep een echt topjaar: singels die niet van StuBru weg te slaan waren en een welverdiende stek op Werchter. In 1998 loste de groep nog een plaat maar nadien bleef het stil. Twee jaar geleden was er plots weer teken van leven. De groep kreeg een uitnodiging voor Cactus in Brugge en het jaar daarop leverde de hernieuwde start zelfs een album op: “Three little pieces”. Met slechts twee concerten op hun zomeragenda was het ditmaal geen toeval dat de groep in Lokeren nogal slordig voor de dag kwam en slechts in een handvol nummers (“Summer”, “I’m allowed”, “Tailights fade” en “Tree house”) echt schitterde. Een weinig geestdriftige ontvangst van het publiek zorgde bovendien bij de groepsleden al gauw voor wat wrevel. Slechts 5 vingers gingen in de lucht toen zanger Bill Janovitz vroeg wie hun album “Let me come over” in huis had. “Toch goed voor een gouden plaat in België?” grapte Janovitz terug maar ook dat leverde geen lachers op. Acht uur op de kerktoren, een stralende zon op hen, een wat ongeïnteresseerd Lokeren en een nonchalant spelend Buffalo Tom. Met deze elementen is een eervolle vermelding het hoogst haalbare. We hadden hen nochtans méér gegund.
Alanis Morissette was op deze avond de grote publiekslokker. Ook bij onze noorderburen was het nieuws van haar passage in Lokeren duidelijk doorgekomen te merken aan de vele gele nummerplaten in een straal van 5 kilometer rond het festival. Net voor de Canadese opkwam kreeg de volle kaai eerst nog het traditionele festivalvuurwerk te zien maar éénmaal de laatste vuurpijl de Waaslandse hemel was ingeschoten was het op een volgende knaller lang wachten… . Nu al 12 jaar na het succes van “Jagged little pill” moet Morissette immers nog steeds de singels uit die plaat als kapstok gebruiken om een concert lang de aandacht vast te houden want het overige materiaal is inmiddels al lang veroordeeld tot een leven in de anonimiteit. Ook op haar nieuwe worp valt het speurwerk naar songs die het verschil kunnen maken gauw stil. Het in Lokeren gebrachte “Citizen of the planet” had neigingen naar gothic metal; helaas een genre waar we sneller buikkrampen van krijgen dan van een bord bonen in tomatensaus. Dat het met verbouwingen al eens slecht kan aflopen (onze aannemer hoeft zich hier niet geviseerd te voelen) werd ten overvloede geïllustreerd door “You ought to know”. De scherpte van het origineel was nog verder weg dan onze atleten van een olympische medaille in Peking. “Hand in my pocket” was van hetzelfde laken een pak, alleen de mondharmonica van Alanis kwam ongeschonden uit de geforceerde poging om het nummer nieuw leven in te blazen. Ondanks het spetterend vuurwerk dat er aan voorafging was dit een concert met de kracht van een trekbommetje.
Erfgoed is ‘in’ dus lanceerde de Brusselse AB vorig jaar hun ‘Rewind’-project waarmee ze klassieke platen uit de Belgische rock terug (live) onder de aandacht willen brengen. Voor hun eerste uitgave waagden ze zich al meteen aan een heuse reünie met het album “Royalty in excile” van The Scabs. Met drie maal een uitverkochte AB en veel pers en mediabelangstelling mocht het woord ‘revival’ dan ook zonder schaamte in de mond worden genomen. Dat The Scabs ook nog eens op de festivals zouden passeren leek een logisch gevolg. In Lokeren konden we na afloop van hun slotconcert alleen maar vast stellen dat de groep in hun herenigde vorm blaakt van gezondheid.
Enkele slordigheden aan het begin van het concert (Swinnen zong twee keer dezelfde strofe in “You don’t need a woman”)vegen we met plezier onder de mat want vanaf “Litlle lady” evenaarde de groep het samenspel van een Siamese vierling. Dany Caen en Patrick ‘Laatste Show’ Riguelle fungeerden als achtergrondkoor en legden in deze hoedanigheid een vlekkeloos parcours af. Mede dankzij hen overklaste een nummer als “Medicine man” zelfs de plaatversie. Ook Jan ‘Hallo’ Hautekiet stond, net als in de gouden jaren, opnieuw mee op het podium; in eerste bis “Barkeep” zelfs helemaal alleen met Swinnen. De groep leverde in Lokeren hits per strekkende meter af: “I need you”, “Time” en “Hard times” klonken in hun gereanimeerde versie zelfs beter dan in pakweg 1992. Ook “Crime Wave (“over slechte vrouwen”) en “Medicine man” (“over drugs”) lieten in Lokeren een verre van gedateerde indruk na. “Matchbox car” uit het legendarische mini-album “Here’s to you gang”, een ferme lap eighties new-wave, klonk in Lokeren zo vers als een ei in het kippenhok. Niet slecht voor een nummer van 25 jaar oud! Zelfs het tenenkrullende Engels van Swinnen , vroeger maar al te vaak de zwakste schakel in het geheel, haalde het concert op geen enkel moment onderuit. Ook met de teksten van Swinnen zit een Pulitzerprijs er wellicht niet in maar dat belette ons en tienduizend anderen er niet van woord voor woord mee te zingen. De revitaliserende werking van deze reünie overtrof de werking van vele dagcrèmes: The Scabs vertoonden in Lokeren geen enkel rimpeltje en bewezen eigenlijk nog lang niet toe te zijn aan een plaatsje in een vergrijsde eregalerij.

Saturday, August 02, 2008

Gentse Feesten 19-28/07/08

Ons is het niet altijd even duidelijk of we tijdens de Gentse feesten nu op een braderie, een volksfeest of een festival staan. Misschien dat laatste nog het minst van alle drie want de binnenstad mag dan al vol staan met podia, veel van de concerten gaan grotendeels verloren in de immense drukte of krijgen een publiek voor zich dat vaak bestaat uit toevallige passanten. Op die manier leek het concert van Monza op de Korenmarkt (23/7), de locatie waar muziek echt bijzaak is, een duidelijk geval van ‘miscasting’. Voor slechts een honderdtal geïnteresseerden (de rest vulde gewoon het plein) werkte Stijn “Rilatine wééral vergeten” Meuris zich flink in het zweet om er nog meer over de streep te trekken. Klanktechnisch kwam de groep ook wat onzuiver uit de startblokken waardoor het ongewoon lang wachten was op een eerste voltreffer. Die kwam er pas halfweg met “Wie danst er nog?”. Pareltjes als “Naar men zegt” en “Engeland” die er aan vooraf gingen bleven haast onopgemerkt. Meuris wilde maar al te graag de Korenmarkt op en neer zien gaan maar dat was duidelijk iets te overmoedig van hem. De groep verkoos om veel nieuws te brengen uit “Attica!” boven een set met méér vertrouwd werk. De fanclub vooraan (waar u ons mag bij rekenen) genoot terwijl het voor reactie van de anderen wachten was op bissen “Een heel klein beetje oorlog” (Noordkaap) en de herneming van “Wie danst er nog?”. Plots bleek de groot geworden honger van de Korenmarkt niet meer gestild te kunnen worden maar geroep om meer leverde niets op.
15 jaar De Schedelgeboorten (25/7) bezorgde ons Bij De Vieze Gasten de ‘best of’-voorstelling getiteld “Feestje!”. Belangrijkste vaststelling na afloop van de avond was dat we onvergeeflijk lang hebben gewacht om dit viertal te gaan bekijken. Alledaagse dingen (“Net niet”) en clichés met haar op (“De Nieuwe man”) worden door deze heren in aanstekelijke liedjes gestoken waar wij welgezind van worden. De teksten bestaan vaak uit maffe hersenspinsels die zelden worden uitgesproken (“Da mag al es”). Eindigen deden de heren met een kaars op hun hoofd bovenop een reuze verjaardagstaart. Dit beeld siert ook de affiche van de voorstelling waarmee ze een lange lijst culturele centra zullen afwerken dit najaar. De vraag of u kaarten moet bestellen stelt zich niet, u moest het al gedaan hebben. Zoniet begaat u dezelfde fout als ons: die schedelgeboorte te lang uitstellen.
Ondanks een voortreffelijke derde plaat “Naked city” moet u deze zomer al flink moeite doen om het Belgische Sweet Coffee (26/7) aan het werk te zien. Toen we de groep echter op het podium van Polé Polé aantroffen begrepen we nog minder waarom vele festivals dit trio over het hoofd hebben gezien. Met hun perfecte mix van lounge, dance, funk en pop (“What’s up with that”) kregen ze zelfs de meest stramme spier van de Graslei in beweging. Zangeres Bibi Diabokua was zondermeer een revelatie: niet alleen de stem maar ook haar verschijning en de charmante reactie op de enthousiaste respons duwde de thermometer nog wat de hoogte in. Als we onze Electrabel factuur wat omlaag willen komende winter weten we vanaf nu welke plaat in de cd-lader moet.
Tussen Arid (27/7) en ons moest het ooit nog eens goed komen. Jammer dat het zo lang heeft moeten duren. Toen ze in ’98 beloftevol openden voor K’s Choice stonden we in de Vooruit nog met open mond te kijken maar al gauw temperde ons enthousiasme. De groep viel immers snel ten prooi aan het soort stadionrock waar wij met allerlei allergische reacties op reageren. Deze keer viel alles mooi in de juiste plooi. Een beetje onverwachts kwamen tijdens het concert zelfs enkele uitstekende nieuwe songs (“Why do you run”) bovendrijven die het oudere werk (“Life”) overklasten. Jasper Steverlinck testte met zijn indrukwekkend stembereik de glasramen van de aanpalende horecazaken op Sint-Jacobs en maakte van de Dylan-cover “To make you feel my love” een Gentse Feesten moment om in te lijsten.
Het hoeft geen betoog dat uit de massa covergroepen op de Gentse Feesten één lange eenheidsworst kan worden gedraaid. De kunst is echter te durven afwijken van de platgetreden paden. Ace & The Jokers waagden hun kans op het Veerleplein (27/7). Waar het begin van hun concert grossierde in feilloos gebrachte glamrock (“Blockbuster!”) en de zangeres van dienst ons eerste jeugdlief terug in herinnering bracht (“Physical”) moesten we ons na de pauze - het plein moest immers krijgen waarvoor het was gekomen - toch weer tevreden stellen met een blik hits waar de vervaldatum al lang van verstreken was (“Walking on sunshine”). Nietemin zijn deze Ace & The Jokers voor al uw bals en feesten zeker geen weggesmeten geld. Soundchecken met "Saturday night" van Herman Brood doen immers alleen de beteren.
Voor The 55 Formula (28/7) moest u letterlijk ondergronds gaan op de Feesten. Deze heren speelden ‘buiten competitie’ (want niet in het officiële programma opgenomen) in de kelder van chef kok/gitarist Geert ‘Kleine Burgemeester’ De Pourcq. De groep blijft mijlenver weg van het plat getreden pad want de heren stellen een setlist samen waarin herkenningspunten al even schaars zijn als Vlamingen in de kieskring BHV. Opener “Brand new caddilac” (The Clash/Vince Taylor) deed weinig twijfels rijzen over de gekozen strategie: het klassieke recept met bas, drums en gitaren wordt door dit vijftal als enige suggestie op de kaart gezet. “Lullaby” (The Cure) leek bij aanvang per ongeluk in de ‘formule’ gesukkeld maar bleef netjes overeind. Niet dat er redenen waren om hiervoor te vrezen maar met “I’m losing you” van Lennon was van grafschennis geen sprake. We mogen er wel niet aan denken wat Johhny Carr hiermee zou uitvreten. Dat ook Jacques Dutronc rockt bewees The 55 Formula met “Les cactus”. Mocht er volgend jaar bovengronds ergens plaats zijn op de Feesten: deze heren verdienen het!