Friday, April 24, 2009

Lenny Kravitz Sportpaleis/Antwerpen 19/04/09

Dat Kravitz inmiddels al 20 jaar meedraait was ook voor ons met de jubileum heruitgave van zijn debuutplaat “Let love rule” even schrikken. In 2005 leek hij nochtans met een plaats op T/W Classic over zijn hoogtepunt heen te gaan maar dat was buiten het succes van het vorig jaar verschenen “It’s time for a love revolution” en de hit “I’ll be waiting” gerekend. Ook Rock Werchter zag vorige zomer Kravitz al voor de vijfde (en niet de minste) keer voorbij passeren. Zo’n ‘love revolution’ is natuurlijk nooit af moet Kravitz hebben gedacht toen hij een mailtje rondstuurde en zichzelf andermaal aanbood voor een nieuwe Europese tournee. Vooral Frankrijk met niet minder dan twintig (!) concerten en een eigen stek in Parijs lijkt wel Lenny’s tweede thuisland te zijn geworden of wil hij daar gewoon alle middelen inzetten om die oude liaison met Vanessa Paradis nieuw leven in te blazen? De Franse stad Caen kreeg in ieder geval de première van de nieuwe concertreeks, Antwerpen volgde afgelopen zondag. Toen iets voor half tien de lichten doofden trappelde Antwerpen van ongeduld om Kravitz te kunnen ontvangen. Hij liet de verduisterde zaal echter minutenlang wachten om zijn “Freedom train” (jawel uit die eerste) het sportpaleis te laten binnenrijden. Een indrukwekkend openingskwartier werd vervolledigd met het recente “Bring it on” en een zwoel “It ain’t over till it’s over”. Dat Kravitz zijn debuutplaat wat méér op de voorgrond ging plaatsen tijdens de set was een vooraf ingecalculeerd gegeven, alleen waren we wat teleurgesteld over de songkeuze. “Fear” (met teksten van zijn toenmalige vlam Lisa Bonnet!) en “Flower child” hadden beduidend minder slagkracht naast het lichtjes geestesverruimende “Believe” en de recht-toe-recht-aan rock van “Where are we running”. Met Kravitz in de buurt is geweten dat songs niet altijd klokvast eindigen. Zo hadden we tijdens het concert in Antwerpen wel enkele malen onze vinger willen laten gaan over de ‘fast forward’-toets. “Dancing till dawn” (Lenny in zwart marcelleke) en “I’ll be waiting” (Antwerpen: “I’m the one who really loves you baby”!) gingen langer mee dan de gemiddelde jaren 80 maxi-singel. In de bissen liep het pas echt uit de hand toen “American woman” wegens te langdradig enkelen zelfs inspireerde tot het nemen van een vroegere tram huiswaarts. Nochtans was een werkelijk zinderende finale aan de bissen voorafgegaan: half Antwerpen waande zich eventjes gitarist Craig Ross in “Always on the run” en “Fly away” bezorgde Kravitz een 15000 man sterk achtergrondkoor dat erna met “Are you gonna go my way” helemaal door het lint ging. Zowel de podiumopbouw als de lichtshow waren bescheidener dan we van een doorsnee Sportpaleisconcert gewoon zijn. We zagen dezelfde lichtbalken als op Werchter vorige zomer en misten voor een concert van deze omvang toch enkele videoschermen. Kravitz’ wandeling doorheen de frontstage was bijgevolg alleen met terugwerkende kracht op te merken dankzij het door hemzelf gemaakte fotomateriaal op diens Facebook. Met hetzelfde ‘community’ gevoel als inzet kreeg hij het ook voor mekaar om een vol Sportpaleis zijn eigen voornaam te laten scanderen. Zoveel goede vibes maakten uiteindelijk makkelijk de weg vrij naar de (alweer) lang uitgesponnen maar fel gesmaakte apotheose met “Let love rule”. Het scheelde niet veel of het Sportpaleis was elkaar collectief in de armen gevallen.

Wednesday, April 22, 2009

Monza CC De Stroming/Sleidinge 16/04/09

Monza heeft stilaan een traditie om, na het reguliere concertcircuit te hebben afgedweild, ook de theaters op te zoeken. Ditmaal gebeurde dat in de nasleep van hun derde plaat “Attica!”. In november vorig jaar kreeg de Brusselse AB al de première. In Sleidinge was het wachten tot donderdag laatstleden. Het had ook een maandje eerder kunnen zijn ware het niet dat Stijn Meuris tussendoor onder het mes moest.
De muziek van Monza gaat in vele richtingen: of de songs nu speels (“Conquestadores”), kwaad (“De schuld van de deejay”), poëtisch (“Engeland”) of weemoedig (“Naar men zegt”) zijn, nergens klinken ze artificieel. Van Monza valt veel te zeggen maar niet dat wat ze brengen nep zou zijn. Daarenboven weet Stijn Meuris keer op keer muzikanten rond zich te verenigen die van een song live spelen een erezaak maken. Met de decibelrijke concertreeks rond “Attica!” in het achterhoofd mocht met reden worden gevreesd dat Monza dit keer echt Motörhead zou overtreffen in de culturele centra maar die vrees bleek (ook al waren ze er een paar keer dicht bij…) toch wat bij de haren getrokken.
De avond begon met een half leeg podium waarop Meuris en gitarist Bruno Fevery akoestisch “Wenen in Wenen” brachten. De snaren klonken ongestemd en het op plaat genietbare nummer viel hier neer als een slappe vod op de grond. Het duo schakelde over naar “Satelliet Suzy” maar ook op die straalverbinding zat heel wat storing. Collega’s Bart en Kris Delacourt evenals drummer Dirk Loots hadden ondertussen zelf hun materiaal het podium opgerold om op tijd te kunnen invallen bij nummer 3 van de avond: een weinig overtuigend “Attica!”. “Rijkdom” kwam daarna goed uit de startblokken maar crashte beursgewijs aan het einde door er overmatig veel herrie aan toe te voegen. Het klonk als een onnodig statement dat de groep ook best wel smerig uit de hoek kan komen. Stilaan begonnen we te vrezen voor een waar debacle maar “Van God los” herstelde echter het geloof in een goede afloop en deed samen met (Monza goes Noordkaap) “Gigant”, “Tegenstand=mooi” en vooral “Naar men zegt” het concert op wonderbaarlijke wijze kantelen. Gelukkig weerhield de pauze de groep er niet van om erna op hetzelfde elan door te gaan. Het belang van plaat 2 (“Grand”) werd er in Sleidinge nog eens goed ingewreven met drie uitstekende uitvoeringen: het aan een kleine ‘make-over’ onderworpen “Dood aan alle meisjes”, Flanders technology in een notendop met “Als techniek faalt” en rouwverwerking voor gevorderden in “Alles half” (“In dit half huis kom ik half thuis…”). Van dat laatste nummer zijn we al sinds onze eerste beluistering kapot en het wil maar niet over gaan. Voorts was er nog een geweldig “Wie danst er nog?” en Noordkaap in alweer een geslaagde restyling met “Hoopvol”. Het geheel was trouwens met smaak (en hopelijk met veel groene stroom) fantastisch goed ingekleurd. De visuals en lichteffecten waren allesbehalve lukraak gekozen. Het spel tussen alle elementen leverde alweer een beklijvende avond op zoals we er al meerdere met Monza hebben beleefd. In de bissen waren we andermaal diep ontroerd door het van Raymond geleende “Wat een fijne dag”, wat in Sleidinge mooi in elkaar gevlochten werd met het van Noordkaap bekende “Het zou niet mogen zijn”. Met dat laatste nummer viel ook het doek over deze “Attica!”-theatertoer.
Stijn Meuris vertelt in interviews graag dat Monza de lelijkste groep van België is maar deze avond gaf hem slechts met een kleine minderheid (5 lege stoelen méér na de pauze) gelijk.