Tuesday, June 09, 2009

Pinkpop dag 1 Landgraaf/NLD 30/05/09

Pinkpop was dit jaar aan zijn veertigste uitgave toe en is daarmee ontegensprekelijk het oudste Europese festival (u kan het zelf natrekken in het Guinness boek). Toen vorig jaar de laatste vuurpijl na het festival de lucht was ingeschoten sprak organisator Jan Smeets al grote namen uit om dit verjaardagsfeest extra glans te kunnen meegeven. Met het gesigneerde Springsteen contract in de lade zal ongetwijfeld een ware droom in vervulling zijn gegaan. Hij die nooit festivals doet maakte, naast het Engelse Glastonbury, ook voor Pinkpop ineens toch een uitzondering. Naast Springsteen zag afgelopen week de rest van de affiche er, door het wegvallen van Depeche Mode, plots heel wat goedkoper uit want laten we wel wezen: noch Placebo (eeuwige subtopper) noch Snow Patrol (eeuwige belofte) hebben een status die het trekken van een festivaldag kan rechtvaardigen. Met The Boss stapte op zaterdagavond 5 voor half negen in Landgraaf gelukkig dus een man op het podium die al bij leven een ware legende mag worden genoemd. Met het 31 jarig oude “Badlands” trok Bruce Springsteen het feest in Landgraaf op gang. Voor wie het slot van Elbow (wij dus) niet wou missen was er haast geen doorkomen meer aan voorbij de geluidstoren. In de rangen van de E-Street Band misten we bij eerste aanblik meteen het vertrouwde gezicht van drummer Max Weinberg. Die was, als de Patrick “Laatste Showband” Riguelle van dienst, blijven hangen in de “Tonight Show” van Conan O’Brien op het Amerikaanse NBC station. Ter vervanging stuurde hij zoon Jay Weinberg mee; pas 18 en volgens The Boss – af te meten aan het enthousiasme waarmee hij hem voorstelde - de geknipte man. Aan die introductie gingen oudjes “Out in the streets” en “She’s the one” vooraf,twee nummers die Pinkpop 2009 nog klassieker deden klinken dan zijn eigen retro variant. De wind had inmiddels vrij spel met het geluid waardoor het leek alsof Springsteen, een topact onwaardig, vaak klonk alsof hij uit een oude transistorradio versterkt de weide werd ingestuurd. Héél authentiek seventies maar niet echt waar wij mee hadden rekening gehouden. In en rond Landgraaf zijn het blijkbaar vroege slapers want ook het volume waarmee Springsteen de klus moest klaren had niet eens een alerte waakhond kunnen verontrusten. Jammer genoeg hield het ook dat groepje Hollanders rondom ons niet tegen om rustig verder te ouwehoeren. Gelukkig weet een man als Springsteen daar voldoende tegenover te stellen: nieuweling “Outlaw Pete” had de allure van een publiekslieveling te zijn, Brendan Flowers van The Killers mocht mee het podium op voor een alweer in te lijsten “Thunder road”, “I’m on fire” was een ingewilligd verzoek dat door duizenden werd meegezongen en in “Waiting on a Sunny day” gaf Bruce de micro aan een 10 jarige uit het publiek om het refrein over te nemen. Na Antwerpen vorig jaar waren we in Landgraaf ook niet rouwig om de herneming van Jimmy Cliffs “Trapped”. In “Dancing in the dark” (laatste bis) werd geheel naar het scenario van de originele clip een dame uit het publiek getrokken die al de ganse set stond te zwaaien met het bordje ‘Dutch Courtney Cox’. In 1984 was het immers de toen nog jonge ‘Friends’-actrice die met the Boss een dansje mocht plaatsen. Naar goede gewoonte ging Springsteen ook in Landgraaf dus in op de ontelbare verzoeknummers. Meest opvallend daartussen was het obscure “From small things (big things one day come)”. De verzoek(st)er had het bord immers vastgepind aan een reuze knuffelbeer die net daardoor niet onopgemerkt kon blijven. Het rijtje uistekende songs vullen we nog aan met “Working on a dream” (die van Obama!), “The promised land” en in de bissen: een alweer onaantastbaar “Glory days” en het met een flinke scheut folk geïnjecteerde “American land”. “The Rising” blijft ons te veel opgeklopt ‘9/11’ gedoe en ook “Lonesome day” en “Land of hope and dreams” hadden we liever ingeruild gezien door het 'betere' werk uit de Springsteen catalogus. Zeggen dat Hij op Pinkpop legendarisch was lijkt er ons wat over maar een gedenkwaardig concert was het op zijn minst.
De aanloop naar Springsteen had zich omtsreeks drie uur in de namiddag al op gang getrokken op de tent-stage met The Noisettes. Dit uit Londen afkomstige drietal, bekend van het hitje "Don' upset the rhythm", doet het op een bedje van sixties soul omdat Amy Winehouse hen hierin succesvol is voorgegaan. De indrukwekkende stem van zangeres Shingai Shoniwa heeft een bereik dat verder gaat dan het gemiddelde brandalarm maar overvleugelde live helaas te veel het magere groepsgeluid. Hun triobezetting kon bijgevolg op geen enkel moment de veelzijdigheid van de plaat evenaren. Alleen de uitgelaten sfeer rond het openingsconcert van deze Pinkpop hield ons in de stemming.
Bij het verorberen van ons vier uurtje werden we geplaagd door zure oprispingen terwijl het concert van voormalig Soundgarden en Audioslave voorman Chris Cornell volop aan de gang was. Geen twijfel mogelijk dat er een causaal verband was. Cornell heeft zich namelijk middels een renovatiepremie van zijn platenfirma gewaagd aan een avontuur met Timbaland. Het resultaat daarvan is een soort tenenkrullende mengvorm tussen rock en r’n’b. Alleen het oude “Spoonman” (met daarin Led Zep’s “Good times bad times “ verwerkt) kon middenin de meubelen nog een beetje redden. Cornell mag dan al een fantastisch zanger zijn, met deze vertoning lijkt zijn carrière pas echt op een dwaalspoor te zijn terecht gekomen.
Een beetje “Starz in their eyes” kunnen wonderen doen dachten we en we trokken opnieuw richting tent voor wat méér Brits en dansbaar genaamd Just Jack. Weldra staan deze heren als opener in Werchter en hier mochten we dus even voorproeven. Nieuw werk ligt intussen klaar om te worden uitgebracht maar haalde net niet de start van deze concertreeks waardoor het publiek eerder onwennig reageerde. De groep kreeg hierdoor maar geen vaart in hun set en haalden pas hun slag thuis toen ze uitpakten met het twee jaar oude “Starz in their eyes”. Spijts al onze sympathie voor deze Jack maar als het ook in Werchter hierop wachten wordt kunnen we op vrijdag maar beter wat langer uitslapen.
The Killers staan al jaren te bluffen dat hun ambitie niets minder is dan een stadionact te worden. Op zowat alle Europese festivals mogen ze deze zomer hiervoor al eens proefdraaien. De hit “Human” mocht de spits afbijten van een concert dat was opgehangen aan alle singels van de voorbije 5 jaar. Een beetje subtopper mag al wat versiering aanbrengen op het podium maar wat bij The Killers de palmbomen met kerstverlichting stonden te doen was ons geheel onduidelijk. Ook het tijgertruitje van de gitarist (met foute krullen!) leek weggeplukt uit de kleerkast van Hennie Huysman. Alle ogen waren echter gericht op zanger Brendan Flowers, een man met een Hollywood blik in de ogen die beslist kan wedijveren met de Matt Damon’s van deze wereld. Muzikaal (en ook vormelijk…) mikt deze groep naar ons gevoel iets te veel op de grootst gemene deler waardoor we iets te weinig begeesterd raken. We dachten dat deze Pinkpop passage ons op andere gedachten zou hebben gebracht maar lekker niet dus.
De ware schoonheidsprijs voor deze openingsdag deelden we kort daarna uit aan het Britse Elbow. 3 jaar na een zinderende beurt in de Marquee van Werchter hadden we grote twijfels over een concert van hen in openlucht maar dat bleek geheel ongegrond. In de rug gesteund door een strijkerkwartet opende het vijftal op magistrale wijze met het van trompetgeschal voorziene “Starling” uit hun jongste en (terecht)fel bejubelde album “The seldom seen kid”. Daaruit passeerde ruim de helft van de songs, aangevuld met het grootse “Leaders of the free World” en “Station approach” uit hun vorige en het (nog) oudere maar op Pinkpop boven de rest uitstijgende “New born”. Met “On a day like this” (iedereen kent het maar het staat nog niet bovenaan de ultratop) bereikte Elbow de climax van een uitstekend concert waar nu eens geen grammetje van af te pingelen viel. In al die tijd dat ze op podium zuid stonden werkte zanger Guy Garvey zich met al zijn eenvoudige charme op tot ‘man van de dag’, voorwaar geen geringe prestatie met The Boss op nauwelijks 300 meter van hem verwijderd.