Friday, August 21, 2009

Sinead O'Connor Rivierenhof/Antwerpen 17/08/09

Eén van de meest beklijvende concertmomenten die we ooit hebben meegemaakt was ongetwijfeld de passage van Sinead O’Connor op Rock Torhout(’90). Telkens we “Feel so different” uit haar tweede plaat nog eens bovenhalen voelen we opnieuw die collectieve stilte van toen op die volle wei. Sindsdien is het jammer genoeg nooit meer hetzelfde geweest. Hoe nadrukkelijker haar sociale en religieuze bewogenheid werd – een groot bakkes hebben vinden we niet noodzakelijk een minpunt – helaas ook hoe zwakker het plaatwerk. Velen zullen inmiddels al lang niet meer het besef hebben dat er na het toenmalige succes zelfs nog platen zijn gevolgd. Door tussendoor met regelmaat live nog te verschijnen in Dranouter, op de Lokerse feesten en de Proms in Antwerpen vorig jaar is de aandacht voor de Ierse gelukkig niet helemaal uitgedoofd. Het concert in het Rivierenhof was na aankondiging in juni zelfs in een zucht uitverkocht maar geen twijfel mogelijk dat deze overigens fantastische locatie voor het merendeel gevuld was met fans van het eerste uur. Dat er liefhebbers zijn voor het latere werk van O’Connor willen we niet eens in twijfel trekken maar de kans dat haar laatste plaat “Theology” – de titel zegt al genoeg - een volksverhuizing richting Antwerpen zou hebben teweeggebracht is zo goed als onbestaande. Ook haar nieuw werk waarvan we in het sfeervolle Rivierenhof al een weinig ophefmakend voorsmaakje kregen zal met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid aan u voorbijgaan. Toen voorprogramma Marike Jager plaats ruimde voor O’Connor werd bij de opbouw van het podium gauw duidelijk dat het concert zou worden afgewerkt in een beperkte bezetting. Slechts geflankeerd door 2 begeleiders (waarvan 1 in de plaaster en op krukken!) en onder luid applaus betrad O’Connor kort daarop het openluchttheater. O’Connor - nog steeds met korte snit - had zich voor de gelegenheid gemodelleerd naar de laatste Wibra folder en zag eruit alsof ze net de cafetaria van het openluchttheater had gedweild: een slordige trainingsbroek met daarboven een derde rangs sloddertrui. Ook een bezoek aan de dichtstbijzijnde Hunkemöller wordt door de Ierse blijkbaar als geheel overbodig geacht. Niet dat iedereen voor ons in galakleed moet verschijnen maar zo huishoudelijk hadden we ze op een podium al een tijdje niet meer gezien. Het eerste kwartier voelde, een beetje analoog met de dresscode van de avond, aan als een stemmig kampvuurmoment – lekker gezellig - maar sloeg door toedoen van zwakker songmateriaal als “Beautiful people” geen deuk in een pakje boter. Pas bij “Three babies” en het eveneens van haar tweede plaat gehaalde “Black boys on mopeds” wisten we weer waarom we een kaartje hadden aangeschaft voor deze avond. O’Connor kreeg het openluchttheater zo stil dat haar muziek enkel nog de drukte op de verder gelegen E313 diende te verdragen. Kort daarna en reeds halfweg het concert hield “Troy” slechts met wat steun van haar elektrische gitaar het overvolle openluchttheater 7 minuten lang in de ban. Eénmaal dat punt voorbij en met de hoop nog meer van dat voorgeschoteld te krijgen namen we er met plezier nog zo’n Hare Krishna moment als “If you had a vineyard” bij. Met het uur overschreden schakelde het concert zoals gehoopt over naar twee klassiekers die zich in een uitgeklede versie meer dan staande wisten te houden. Met “The Emperor’s new clothes” en het van Prince ontleende maar het geheel zich eigen gemaakte “Nothing compares 2U” bezorgde Sinead O’Connor het openluchttheater datgene waarvoor het was gekomen: muziek die de ziel beroert en een pak emotie weet los te weken. In de bissen hielden we nog even onze adem in voor een a-capella gebracht “I am stretched on your grave”. Ondanks het gemis aan de beatbox die het nummer destijds op de plaat ruggensteun gaf was dit een indrukwekkend slot van een concert dat jammer genoeg alleen omwille van de oude songs nog zeggingskracht had. Amen!

Saturday, August 15, 2009

Lokerse Feesten 9/08/09

De nadrukkelijke berichtgeving over schermutselingen op en in een wijde boog rond het festivalterrein zadelden de Lokerse Feesten volkomen onterecht op met een aura vergelijkbaar met dat van de New Yorkse Bronkx. Niet te geloven dus dat op zondagavond nog een kleine tienduizend mensen de durf hadden om voor de slotavond van de parel der Waaslandse festivals af te zakken naar Lokeren.
Sixties icoon Ray Davies mocht, geheel tegen zijn legendarische status in, de avond openen. De man schreef zich 40 jaar geleden al de eeuwigheid in met zijn groep The Kinks en hits als “Lola”, “You really got me” en “Waterloo sunset”. Gedurende de late jaren 70 verwierf zijn groep ook nog eens een onsterfelijke live reputatie die god zij dank bewaard is gebleven voor het nageslacht op het album “One for the road”. Mocht het aan ons liggen: verplichte kost op de Hasseltse rockschool! Davies hoefde dus wat ons betreft allerminst naar Lokeren af te zakken om er zijn status te komen rechtvaardigen; die heeft hij zo al. Wie een verschrompelde gepensioneerde rocker had verwacht zal zich snel de ogen hebben uitgewreven want Ome Ray etaleerde meer beweeglijkheid dan je in een doordeweeks studentencafé kan vaststellen. Dat ook de stem van Davies door de jaren heen intact was gebleven verraste ons nog het meest. Davies en begeleiders namen wat songkeuze betreft (gelukkig) geen risico wat in Lokeren resulteerde in een onvervalst uurtje ‘classix’ dat op Radio 1 door het voltallig luisterpubliek uitermate zou worden geapprecieerd. Fraaie en losjes uit de pols gespeelde versies van “Dedicated follower of fashion”, “Sunny afternoon” en “Tired of waiting for you” passeerden nogal vrijblijvend de revue maar echt opwinding noteerden we pas bij heftiger werk als “20 th century man”, “All day & all of the night” en vooral “Low budget”. Slechts met mondjesmaat (“After the fall” uit “Other people’s lifes”) verwees Davies naar zijn (betere) solo-werk om gauw erna nog een hoeksteen uit de Briste rock (“You really got me”) er tegen aan te plaveien. Davies speelde met zichtbaar plezier en entertainde de aardig gevulde kaai in Lokeren als had hij nog een lange loopbaan voor zich. Voor deze man dus nog lang geen spot op het jaarlijkse mottenballengebeuren van ‘The Golden Years’ in Antwerpen.
Het moet Davies backstage in Lokeren trouwens hebben geplezierd dat het duo dat na hem kwam, The Black Box Revelation, ontegensprekelijk muziek maakt met eerbied voor onze voorvaderen. Mocht dit duo met terugwerkende kracht in de jaren ‘70 worden losgelaten; ze keren gegarandeerd terug met een oplegger vol gouden platen en een buslading groupies in hun kielzog. Zo’n vaart gaat het vandaag de dag nog niet maar de toekomst oogt – met veel buitenlandse interesse (zelfs over het kanaal) – toch beloftevol. In Lokeren bevestigde The BBR hun onberispelijke live status met een concert dat met de gitaar van Paternoster centraal een uur lang onder hoogspanning stond. Het trio “Stand your ground”, “I don’t want it” en vooral “Never alone/always together” katapulteerden dit Lokerse uurtje moeiteloos de hoogte in. Een knallend vuurwerk boven de stad aan de Durme had The Black Box Revelation net voor hun openingsnummer niet treffender kunnen aankondigen.
De organisatoren van de Lokerse Feesten, twijfelend over de trekkracht van de affiche en worstelend met een matige voorverkoop (25€!), hadden op zondagmorgen nog een ‘last-minute’ actie gelanceerd via mail om het festivalterrein toch voldoende gevuld te krijgen voor de slotavond. 1 betalende bezoeker kon immers 1 bezoeker gratis mee binnen loodsen op voorwaarde dat dit gebeurde voor 21 uur. Een beetje zonde voor de voorbeeldige kopers in voorverkoop die hun betalend gezelschap ook gratis hadden kunnen meenemen. Dat ze in Lokeren daar maar eens over nadenken. Ondanks de actie bleef de massale volkstoeloop uit wat het op de Kaai des te gezelliger maakte en er o.a. voor zorgde dat de wachttijden (eerst) aan de toog en (nadien) aan de toiletten ultra kort waren. Het uit Zweden - Europe, Roxette en Abba zijn geen referentiepunt - afkomstige The Hives mochten afsluiten en hadden gelukkig toch een ruime delegatie fans kunnen mobiliseren richting Lokeren waardoor de ontvangst behoorlijk enthousiast kon genoemd worden. De groep schoot als een Walibi rollercoaster op de openingsdag van het zomerseizoen uit de startblokken. Gehuld in witte laboranten pakjes met de zwart-witte stropdas goed zichtbaar stond het vijftal van bij de openingssong bijzonder hyperkinetisch te doen op het Lokerse podium. Toegegeven: The Hives is zonder muziek al een kijkstuk waar verveling door een fikse dosis gimmick geen kans krijgt. Zanger Pelle Almqvist – in Lokeren niet altijd krachtig genoeg bij stem - is in alle segmenten de perfecte kruising tussen Mick Jagger en Mika terwijl de overige bandleden muzikaal technisch in geen enkel conservatorium voorbij het ingangsexamen zouden geraken. Alle poses om met de vingers in de neus een wedstrijdje luchtgitaar te winnen daarentegen beheersen ze moeiteloos. Ze brengen samen een soort Ramones light die in Lokeren (maar misschien niet elders) iets te dunnetjes klonk om echt indruk te maken. Amusant was het wel en door toedoen van de enthousiast reagerende eerste 20 rijen waren ook wij wel gevangen voor dit uurtje rock’n’roll vertier. Dat ook songs met amper drie akkoorden geweldig kunnen zijn bewezen “Tick tick boom” en “Try it again”. We verkiezen liever de bands waar ze zich aan spiegelen maar als er een feestje wat leven moet worden ingeblazen zijn deze Hives naar Zweedse gewoonte een veilige keuze.