Saturday, October 31, 2009

White Lies AB/Brussel 29/10/09

Brian Molko van Placebo liet zich dit voorjaar nog ontvallen dat hij de nog met veel jeugdbrand geplaagde jongetjes van White Lies maar niets vond; al dat geleuter over de dood terwijl ze in het slechtste geval qua trauma’s enkel kunnen meespreken over een doordeweekse verstuiking tijdens de sportles in de basisschool. Anderen zagen dan weer het zoveelste groepje dat – op de golven van een populaire stroming – maar al te graag uitpakt met synthesizer pop die aan vroege jaren 80 refereert. Feit is – het voorgaande ten spijt – dat hun debuut en drie bijhorende singels, althans wat ons betreft, tot het beste mag worden gerekend van het afgelopen jaar. In onze platenkast heeft hun “To lose my life” intussen al goede vriendjes gemaakt met het betere werk van The Bunnymen, Ultravox, Big Country en Joy Division.
Na afgelopen zomer het trio (live een viertal) op Werchter te hebben gezien waren we enthousiast maar op advies van een altijd meer wijsheid bevattende oudere broer niet euforisch. We konden ons echter niet bedwingen en gingen vorige donderdag nog eens een tweede oordeel vormen tijdens een al maanden uitverkocht concert in de AB.
Een halfuur na voorprogramma Darker My Love (denk aan The Dandy Warhols zonder zangeres) was het bij de start goed raak met “Farewell to the fairground”. Het middenstukje “Keep on running, there’s no place like home” werd als een echte hymne door de volle AB meegescandeerd. Een vlekkeloze versie was het allerminst maar dat hebben we al eens vaker met openers. De grootse lichtshow (vier grote balken met witte spots achter hen en evenveel staanders) waarmee de groep in de AB werd gepresenteerd was naar ons gevoel symbolisch voor de steile opmars van de groep gedurende de voorbije maanden maar helaas ook een tikkeltje buiten proportie. Dat de groep met moeite een setje van 50 minuten in elkaar kan knutselen zegt genoeg over de lange weg die ze nog af te leggen hebben. Dat liet zich trouwens ook meermaals muzikaal gevoelen. Ook al kondigde zanger Harry Mc Veigh “You still love him” aan als een exclusief b-kantje voor ons; het nummer zelf haalde nog niet de knieën van het materiaal op “To lose my life” en maakte bijgevolg weinig indruk. “E.S.T.” en “A place to hide” deden dat gelukkig wel al misten we het mooie brede geluid van de plaatversies. En er waren nog meer schoonheidsfoutjes: “To lose my life” werd een maatje te snel gespeeld, de Talking Heads cover “Heaven” had in de bissen geen toegevoegde waarde, in de lagere regionen zong Mc Veigh vaak vals en er was op één enkele verwijzing naar de opnames van hun debuut in Brussel slechts weinig interactie met het publiek.
Hoe het wel moest hoorden we in “Unfinished business” en bij slotnummer “Death” (met het beste basloopje na “Smokers” van the Editors). Slechts op die beide momenten, en dus afgetekend minder dan in Werchter, behaalde de groep in de AB het niveau waarmee ze aanspraak kunnen maken op de titel van grote belofte. Grote broer had dus (weeral) gelijk…

Thursday, October 08, 2009

Herfst in het Cultureel Centrum

Behalve wat opgefriste herinneringen aan positieve mond aan mond reclame die ons had bereikt na hun vorige passage in Sleidinge hadden we ons voorafgaand aan een avondje Living Roots in CC De Stroming (3/10) weinig voorbereid. Niet zelden is de verrassing dan des te aangenamer hoopten we onderweg. Living Roots is een op maat van de culturele centra gesneden cover-collectief rond Fluxus saxofonist Koen Garriau dat pioniers en voorlopers uit de populaire muziek tracht te eren. Het project zag het levenslicht 3 jaar geleden op het Gentse luik van de 0110 concerten en is thans aan zijn tweede uitgave toe. Deze bezetting (de vorige zag er dus ietsje anders uit) speelt vooral met de naambekendheid van Ruben Block (Triggerfinger), Mich Walschaerts (Kommil Foo), Klaas Delrue (Yevgueni) en Jan de Campenaere (Venus in Flames). De heren gingen potig van start met “Handle with care” van de Traveling Wilburries en brachten zich zo, naar het model van het origineel, ook in de Stroming als een ware supergroep voor het spotlicht. De 10 man sterke bezetting herbergde naast de eerdergenoemde trekkers trouwens ook nog de fine fleur van de Belgische folkscène en Triggerfinger-drummer Mario Goosens. Als er een fanclub van die laatste zou worden opgericht laten wij ons als de weerlicht erelid maken. Met “Als je wint” (Herman Brood en Hennie Vrienten) en “I won’t back down”(Tom Petty) kregen we zowaar een muziekkwis gevoel waarmee we onze buurman flink de loef konden afsteken. Tot dusver best amusant maar niet beter of slechter dan op onze mp3 speler. Dat veranderde op het moment dat Jan De Campenaere zangeres Stevie Nicks deed vergeten voor een fantastisch “Dreams”(Fleetwood Mac) en met “Ol 55” ons nog eens hielp herinneren dat we dringend “Closing time” van Tom Waits in huis moeten halen. Daartussen had Klaas “Yevgueni” Delrue zijn bewondering geuit voor Springsteen en Jacques Brel. Spijts het goede mondharmonicapartijtje vond “No surrender” in de stem van Delrue in vergelijking met Brels “Port d’Amsterdam” geen goede vertolker. Mich Walschaerts voorzag het slotnummer van deel 1 van een persoonlijke inleiding. Op zijn vijftiende had hij een liefdesrivaal tevergeefs opzij proberen te schuiven met het dreigement “dat hij s’anderdaags zijn tanden uit de wc-pot zou kunnen vissen…”. Het laatste wat hij zich van die avond nog herinnerde was de intro van Eddie Floyd’s “Knock on wood”. De blazersectie van Living Roots ging voluit tot aan de pauze.Verrassing alom in deel 2 wanneer Ruben Block zich waagde aan een smartlap van Bob Benny. Hij transformeerde het nummer naar een versie die zelfs Nick Cave de stuipen op het lijf zou jagen. Diezelfde Block kende immers nog meer bijval met het mooie “Open your window” van Steve Earle en een fors op de heupen inwerkend “New sensation” van wijlen Michael Hutchence en INXS. Dat ook De Campenaere nog ging schitteren voelden we al aankomen van voor de koffie. Ditmaal zette hij “My girl” van The Temptations geheel naar zijn hand als lag een volle Apollo in hartje Harlem aan zijn voeten. Klapper van de avond werd een glorieus “The Weight” (The Band) dat in de Stroming werd neergezet met een sfeer die je alleen nog terugvindt op dubbele live LP’s uit de zeventiger jaren. Mich Walschaerts had net ervoor in Jacko’s “Billy Jean” nog een potsierlijk glitterjasje aangetrokken (op Ebay gevonden en ooit gebruikt door de meester zelve op een repetitie voor een videoclip…).
We kunnen kort en krachtig besluiten: deze Living Roots toeren nog tot half november (finale in de Gentse Centrale) door Vlaanderen. Doe er uw covervoordeel mee!