Wednesday, April 28, 2010

Concert gemist (5): Dire Straits, Hammersmith, Londen, 1983

Concerten die we om uiteenlopende redenen hebben gemist schrijven we hier van ons af...
In de zomer van 1983 speelden Dire Straits - CEO Knopfler en stafleden - in de legendarische Hammersmith te Londen. Ten kantore van hun platenfirma kon die tijd dagelijks champagne worden ontkurkt voor alweer een gouden exemplaar van hun vierde plaat "Love over gold". De eerste singel daaruit, "Private investigation", leek op het eerste gehoor nauwelijks radiowaardig maar werd toch een wereldhit. Wij hadden op dat moment al wat voorgeschiedenis met de groep want dankzij een karaktervol spaarplan hadden we twee jaar eerder onze allereerste LP, één van hen uiteraard, "Making movies" apetrots in huisgehaald. Alle songs van die plaat zijn sindsdien voor ons klassiekers. Nagenoeg die ganse plaat keerde nadien terug op de live-dubbelaar "Alchemy", een plaat waar we in de jaren daarop nauwelijks genoeg van konden krijgen. Mocht er een gps toestel bestaan om ons door gitaar en drumsolo's wegwijs te maken, voor deze plaat hebben we hem alleszins niet nodig. Toegegeven: de hoofdband van Knopfler was een onvergeeflijke misser maar voor de rest hebben we hier geen enkele opmerking aan toe te voegen. Over enkele dagen verschijnt "Alchemy" in opgepoetste versie op DVD. We twijfelen nog of we het wel zullen aankunnen om er naar te kijken. 'Erbij geweest zijn' had beter aangevoeld...

Sunday, April 25, 2010

Lize Accoe Handelsbeurs/Gent 23/04/10

Met Delavega was Lize Accoe aan een mooi parcours bezig - het album “Falling into place” zetten wij zonder enige aarzeling tussen onze favorieten van de jaren ’00 – toen in 2006 de goesting om het alleen waar te maken groter was geworden dan de loyaliteit ten aanzien van het collectief. Exit Delavega dus om vervolgens vanuit het niets een solocarrière uit de grond te stampen. Dat proces duurde maar liefst 4 jaar om tot het meer dan verdienstelijke “Me, versatile me” te komen. Voor die plaat vond ze in Peter Revalk van het ter ziele gegane Wizards Of Ooze een geschikte producer. Ter promotie mocht ze een maandje geleden al succesvol opwarmen voor (belangrijke muzikale referentie) Joss Stone in Brussel; afgelopen vrijdag was een slechts matig gevulde Gentse Handelsbeurs aan de beurt.
Accoe deelde de affiche van deze ‘Soul night out’met Bai Kamara Jr. maar moest ondanks haar licht thuisvoordeel (Accoe is afkomstig uit het Meetjesland) toch als eerste aan de bak. Enkele laatkomers die verkeerdelijk uitgingen van het omgekeerde scenario waren er lelijk aan voor de moeite want klokvast om kwart over acht wandelde Accoe, met aan fleurig kleedje dat een halve avond al goedmaakt, het podium op terwijl haar 9-koppige begeleidingsband het openingsnummer “What have you done for me lately?” (met knipoog naar Janet Jackson) al had ingezet. Met nog maar een handvol concerten op de teller was de podiumvastheid van zowel Accoe als haar begeleiders verbazingwekkend. Accoe zong met het soort flair, timing en klasse die alleen aan grote madammen wordt toegedicht en haar groep etaleerde een sluitend samenspel dat ook nog eens bol stond van de zichtbare spelvreugde. De muziek, een kruisbestuiving van soul, jazz en funk, leent er zich misschien perfect toe maar zelden zagen we een groep muzikanten met zoveel zwier hun ding doen. Dat Accoe een neus heeft voor uitstekende muzikanten wordt met – we noemen slechts ééntje – drummer Jordi Geuens afdoende bewezen. Ook haar achtergrondkoortje bleek méér te zijn dan wat ordinaire podiumvulling. Vooral het mannelijk exemplaar beschikte over een paar fantastische stembanden die in de samenzang met Accoe mooie momenten opleverde. Ook de blazerssectie mag niet onvermeld blijven. Met geen enkele partituur in hun omtrek te bespeuren blies het ingehuurde trio een foutloos parcours en gaven daarmee het concert een frisse soulvolle toets die de songs van “Me, versatile me” live nog beter tot hun recht deden komen. Accoe heeft duidelijk de kaart van het heden getrokken want de set bestond uitsluitend uit materiaal van haar eerste eigen worp. Het concert bevatte, ook al kan ze toch aanspraak maken op enkele songs, geen enkel spoor van Delavega. “Need some time” en nieuwe singel “Single man” klonken als statement dat het op eigen benen ook lukt dan ook bijzonder overtuigend. Het aan de Wizards refererende “Don’t believe” en het ingetogen maar door Accoe fantastisch gezongen “Bad timing” waren twee hoogtepunten van een concert dat eigenlijk geen missers telde. In “Still appreciated” dwaalde de geest van Marvin Gaye rond terwijl de strijkerpartij (vanavond op synthesizer) een duidelijke ‘Philly-sound’ stempel droeg. Met zo’n referenties opereert Accoe in een tijdloos maar op dit moment misschien wat minder trendy segment van de popmuziek. Misschien is het, om het grote succes binnen te halen, slechts een kwestie van deze nuance er wat meer in te krijgen. Dat dit echt niet ver weg zit bewees Accoe in het wat nerveuzere “Reminisce” of door in de set haast ongemerkt Estelle’s “American boy” te verwerken; nog eens twee – het wordt een beetje saai… - hoogtepunten in de Handelsbeurs.
Laat met deze uitstekende beurt alvast de zegetocht aanvangen die we hier al zo lang voorspellen. Het wordt immers tijd dat Vlaanderen onder ogen ziet dat Lize Accoe een talent is dat mag worden gekoesterd. Er zijn stilaan geen excuses meer te bedenken waarom festivalorganisatoren deze klasse madam en dito band komende maanden zouden over het hoofd zien. Zelfs van een doorregende pensenkermis maakt dit gezelschap een bloedheet en stralend feestje.

Tuesday, April 20, 2010

RIP Guru

Gisteren overleed op 43-jarige leeftijd na heel wat medisch leed de Amerikaanse rapper Guru. De man z'n werk kwam ons vooral ter ore door bijdragen van (Paul) Weller-getrouwen zoals DC Lee (ex-vrouw van Weller) en soul-zangeres Carleen Anderson. Daarvoor plugden we in onze radio-tijd graag het (up-beat) singeltje van "Lovesick" van Guru's groepje Gang starr. Daarvoor moeten we al terug naar 1991. Met zijn "Jazzmatazz"-project nodigde Guru destijds heel wat gasten uit in de studio. Vast heeft hij er hierboven al enkele op het oog voor nog meer samenwerkingen alleen gaan we er hier beneden jammer genoeg niet veel van te horen krijgen. Bless his soul!
Als eerbetoon eerst het DC Lee moment ("No time to play") en erna - alleen klank - voor het "Lovesick" hitje.



Sunday, April 18, 2010

Grace Jones Lotto Arena/Antwerpen 15/04/10

Eén van de meest opmerkelijke comebacks van de voorbije jaren mag op naam worden geschreven van Grace Jones. Lichtjes ten onder gegaan aan middelmatig platenmateriaal eind jaren 80 en geplaagd door tal van schandalen in het daaropvolgende decennium gaf tot voor enkele jaren niemand nog een stuiver om de Jamaïcaanse. In 2008 keerde echter het tij. Een nieuwe plaat “Hurricane” – ze had nochtans het voornemen er geen meer te maken… - werd enthousiast ontvangen en de inmiddels zestigjarige (ex-)diva haalde in één jaar tijd drie keer op rij uitstekende recensies voor concerten op respectievelijk de Lokerse Feesten (hulde aan hen want zij waren eerst), de Brusselse AB en Rock Werchter. Het toeren met die nieuwe plaat geraakt schijnbaar maar niet aan zijn verzadigingspunt want ook een behoorlijk gevulde Lotto-arena liet zich andermaal de komst van Grace welgevallen.
Met een concert dat om 20 uur geafficheerd stond en pas anderhalf uur later uit de startblokken schoot deed La Jones haar reputatie van laatkomer (zie ook Werchter) alle eer aan. Haar intrede in de Lotto Arena – Jones in een zilverkleurige boerka tijdens “This is life” - lokte alvast genoeg nieuwsgierigheid uit om het lange wachten snel te doen vergeten. Het openingsnummer was zoals vaak het offer voor een juiste klankbalans die gelukkig tegen opvolger “William’s blood” al een stuk beter in evenwicht was. Het voortreffelijk stel muzikanten dat met Grace naar Antwerpen was meegekomen - maar genoegen moest nemen met (“alles voor de show”) een plaats in de schaduw van hun werkgeefster - kwam klanktechnisch aldus behoorlijk tot zijn recht. Ook de reggea feel van oudje “Private life” hadden ze perfect onder de knie. Opvallend was hoe dat recente werk naadloos aansloot op de oude klassiekers die bijna dertig jaar na hun hitnotering nauwelijks aan zeggingskracht hebben verloren. Zo vonden we het eerder vermelde ”Private life” en het door de aanwezige gay-scene als hymne onthaalde “La vie en rose” allesbehalve aftandse oudjes naast het pittige “Devil in my life” en het zwoele “Love you to life”. Voor het betere heupengezwaai zorgde “My Jamaican guy”; het nummer kreeg een geweldige groove mee die aangaf dat de adoratie voor onze Jamaïcaanse vriend duidelijk verder ging dan zijn talent in het kleurenwiezen. Inmiddels waren we al enkele kostuumwissels ver gevorderd in het spektakel dat ook een Grace Jones concert ontegensprekelijk is: ze (ver)stopt zich eerst in een boerka van waaronder snel een zebra pak (met witte manen!) tevoorschijn komt om even later in een zwart-rood duivelskostuum met tentakels (“mijn kruis zit niet al te goed”) krols over het podium te dartelen. Ook smaakvol vonden wij het glitter pofbroekje tot aan de schouders (met laserstralen op het hoedje!) en Jones als een gigantisch rozenblad. Toen ze in deze laatste creatie voorkant voor achterkant verruilde – we voelden het minutenlang aankomen… - kregen we de billen en benen in volle glorie. Deze intensieve verkleedpartijen hadden echter ook een prijs: het concert verloor telkenmale vaart wat de sfeer in de Lotto Arena niet bepaald ten goede kwam. Het feit dat Jones tijdens deze kostuumwissels vanuit de backstage hoorbaar bleef was niet echt voldoende om dit euvel tegen te gaan. Jones was nochtans méér dan één keer “tongue in cheek” over haar eigen opgevoerde show. De vele plagerijtjes naar de lichtmannen toe, de wat nonchalante bindteksten, het lichtjes opruiende taaltje als drugs ter sprake kwamen… Wie dit ernstig nam werd naar ons gevoel lelijk bij de neus genomen.
Voor bis “Pull up to the bumper” werd nog een confetti-machine in gang gezet en verraste Jones met “free hugs” voor drie concertgangers van de eerste rij. “Slave to the rhythm” was mede dankzij de voortreffelijke drumpartij een funky afsluiter.
Alhoewel Jones zich misschien enkele keren te veel heeft verslikt in het eigen showgehalte bleef dit een degelijke avond die we weinig 62-jarigen uit onze naaste omgeving zien na te doen.

Sunday, April 11, 2010

Goed gerecycleerd kan niet slecht zijn

Hun eerste cd stond al bol van de seventiesrock en ook op de tweede lijkt de moderne tijd maar geen vat te krijgen. Wie het Australische Wolfmother beluistert flitst zichzelf dus minstens drie decennia achteruit. Het stond het debuut alvast niet in de weg om tal van onderscheidingen binnen te halen en zich via een miljoenenverkoop wereldwijd meerdere malen om te zetten in edelmetaal. De opvolger "Cosmic egg" kende door personeelsproblemen (2/3 van de groep stapte eruit) een wat vertraagd wordingsproces maar heeft met singel nummer drie eindelijk onze aandacht beet. "White feather" heeft een Black Crowes en Kravitz 'touch' meegekregen die de oude Zeppelin en Purple restanten van plaat 1 wat onder de mat vegen. Een lel van een gitaarsolo doet de rest! Een singel waar Peter Van De Veire destijds op StuBru het woord 'vetgeil' voor heeft uitgevonden.

Saturday, April 03, 2010

The Van Jets Vooruit (balzaal)/Gent 01/04/10

In 2004 wonnen The Van Jets Humo’s Rock Rally om een jaartje later een lap van een singel prijs te geven via een eerste EP’tje: “Ricochet”. Debuut “Electric soldiers” verraadde een platenkast vol jaren ’70 glamrock en, zo valt ook elders op deze bladzijden te lezen, de zomer van 2007 was – mede dankzij een trio’tje van fijne singels - de hunne. Als het actuele succes van singel “The Future” (één in de Afrekening) een graadmeter is mogen we vlotjes besluiten dat Vlaanderen hen drie jaar later nog lang niet vergeten is. Ook de Vooruit (weliswaar de balzaal op de bovenverdieping) liep helemaal vol voor Vlaamse gitaarrock met een half Gents, half Oostends pasport.
De groep koos als opener het alles behalve evidente “Matador”, een song die zich nogal dreigend ontvouwt en waarin zanger Jonas Verschraeve het op een schreeuwen zet; niet meteen iets wat wij verstaan onder een geslaagde entree. Wie klaar stond voor wat voetengestamp hield de benen aldus onbewogen aan de grond. Met nog eens twee nieuwe songs – fris van de lever gespeeld en perfect op smaak gebracht met enkele leuke gitaarmotiefjes - uit het pas verschenen “Cat fit fury” en het Beatle-esque “Our love=strong” uit de vorige raakte het concert erna toch op een bevredigend toerental. Het lage plafond en de krappe beenruimte op het podium van de Balzaal fnuikten een beetje de grote gebaren van de individuele groepsleden. Er werd al eens schouder aan schouder met de gitaren geduelleerd en de eerder genoemde Verschraeve, een man met oogschaduw, balanceerde graag aan de rand van het podium en keek meermaals met dwingende blik en aanmanende handen in de richting van de zaal vermoedelijk in de veronderstelling dat dit wat meer publieksrespons zou opleveren. Nochtans is er een causaal verband tussen spontane publieksparticipatie en een concert dat in de juiste richting evolueert. Maar in plaats van dezelfde puntigheid als in het openingskwartier aan te houden bezondigde de groep zich in de balzaal veel te veel aan spielerei wat al te vaak niets zeggend vulsel in de songs opleverde. “Electric soldiers” haalde daardoor meer vaart uit het concert dan ons lief was. Ook “The future” miste door wat oneffenheden in het samenspel veel overtuiging ten aanzien van de singel-versie die we al weken op handen dragen. Het op veel herkenningsapplaus onthaalde “What’s going on” bevestigde wat we heimelijk al lang aanvoelden: een geweldige song maar – vooral in de Vooruit met snerpende gitaren – steeds in het verkeerde kostuum gestyled. Een zekere drammerigheid had zich intussen meester gemaakt van het concert waardoor ook slotnummer “Onawa” niet kon overtuigen. Een vijfde groepslid, David (Dijf) Sanders, zorgde voor een nauwelijks hoorbaar xylofoonarrangement. We konden ons niet van de indruk ontdoen dat op de eerste rijen na, achteraan in de zaal veel minder verlangend werd uitgezien naar de bissen. Met nog meer in hetzelfde elan (Waar zat “Johnny Winter” trouwens?) vulde de groep een 3 nummers tellende bisreeks op waarbij alleen het fantastische “Ricochet” nog een beetje de eer kon redden, al was de cuisson ook van deze niet zoals het bij een drie sterren concert zou horen te zijn.
Eerder in dezelfde zaal zagen we rechtstreekse concurrenten als The Black Box Revelation of Customs veel minder slappe kost serveren dan deze Van Jets. Een ondermaats verjaardagsgeschenk, gelukkig eentje dat we onszelf cadeau hadden gedaan.