Sunday, May 30, 2010

Nu al! Singel van het jaar

Dames en heren, mogen wij u voorstellen aan The National. Deze band uit Cincinatti, Ohio hengelt halfweg 2010 al naar de titel van singel van het jaar met het lichtjes fantastische "Bloodbuzz Ohio". Met het woord 'klassieker' moet een mens voorzichtig omspringen maar in dit geval, ons haar mag er helemaal af als we ons vergissen, is dat geheel overbodig. De groep, al aan zijn vijfde cd toe trouwens, bezorgt ons vroeg genoeg op de kalender de soundtrack voor onze eerstvolgende herfstdepressie. Eindelijk één waar we met plezier zullen doorgaan...
Als u geen schrik heeft van wat grijstinten mag u nu klikken voor de video.

Monday, May 24, 2010

Clapton & Winwood Sportpaleis/Antwerpen 23/05/10

Met het palmares van beide heren samen valt makkelijk een kamerbreed tapijt te vlechten waarmee vast en zeker het ganse Antwerpse sportpaleis van vloerbekleding kan worden voorzien; het hoeft dus helemaal niet te verwonderen dat in het jongste pinksterweekend die zaal tot het laatste zitje was volgelopen voor een onderonsje met Eric Clapton en Steve Winwood. Samen maakten ze ooit deel uit van Blind Faith, een groep waarvoor ze in de late jaren zestig al de term supergroep hadden bedacht, en sinds enkele jaren vertoeven ze opnieuw graag in elkaars gezelschap voor wat we gemakkelijkheidshalve een duoconcert zullen noemen. Wanneer we het Antwerpse sportpaleis binnenwandelden met het vooruitzicht van deze heren – laat ons wel wezen: 2 levende legenden - op één podium te zullen aantreffen overviel ons toch een soort opwinding die ons niet wekelijks te beurt valt. Niet onlogisch dus dat we, ook al hadden de geluidstechnici bij aanvang van het concert wat last met het beton van de zaal, het kippenvel per strekkende meter over onze rug voelden lopen tijdens opener “Had to cry today”. Het scheelde niet veel maar de tranen rolden net niet van onze wangen toen Clapton zich wat los speelde in het type gitaarsolo waar zelfs luchtgitaristen (waartoe u ons mag bijrekenen) niet durven aan beginnen. Winwood geraakte in de eerste helft van het concert, ook deels geplaagd door een zwakke microfoon, aanvankelijk wat moeilijk uit de schaduw van slowhand Clapton. “Presence of the lord” kreeg daardoor – we moeten streng zijn – geen dikke tien maar een negen. Onder dat laatste cijfer (een Olympisch minimum voor heren van deze stand) werd er in Antwerpen overigens geen song afgeleverd. “After midnight” stak al vroeg de neus aan het venster en ook “Glad” en het gezwinde “Well allright” zat het duo aangevuld met enkele klasbakken van sessiemuzikanten als gegoten. Ondanks dat Winwood ook onder eigen naam een meerdelige hitbox op zijn C.V. heeft staan beperkte de selectie voor deze avond zich tot een verrassend “While you see a chance”. Onnodig hier aan toe te voegen dat Clapton het nummer lardeerde met (alweer) een hemelse gitaarpartij. Toen de heren zich opmaakten voor een akoestisch intermezzo voelden we al gauw dat qua magische momenten de gemiddelde David Copperfield show hier ver achter zich zou worden gelaten: “Driftin’ blues”, “Layla” en “Can’t find my way home” waren ronduit fantastische momenten die wat ons betreft tot in de eeuwigheid mochten worden gerekt. Net ervoor had Winwood nog geschitterd in “Georgia on my mind”, een nummer die vele versies kent maar hier eentje meekreeg die vele andere tot doorsnee herleidt. Alhoewel origineel uit 1930 (van een illuster duo genaamd Carmichael en Gorrel) kende deze ode aan de vrouw of de staat Georgia vooral succes 30 jaar later door Ray Charles. We dachten dat de heren van leeftijd tussenin wel even op adem hadden willen komen (en wij met hen mee) maar Clapton en Winwood bleven in een concert dat de twee uur overschreed de hoogtepunten aan elkaar rijgen. De qua belichting sobere maar stijlvolle avond eindigde met “Cocaine” van JJ Cale en na heftig aandringen van het sportpaleis met bis “Dear Mr. Fantasy” van die andere oude supergroep waar Winwood deel van heeft uitgemaakt: Traffic. Al die tijd brachten videoschermen secuur alle Clapton solo’s in beeld net als die van collega Chris Stainton op piano en toetsten, een man die touwens in meer dan één nummer niet onopgemerkt bleef.
Ook al zit de meerwaarde van deze avond vooral aan de zijde van Winwood – in het kielzog van Clapton staat hij voor een veel groter publiek – deze hernieuwde samenwerking van twee mensen die omwille van hun unieke stemgeluid en bovenaards gitaarspel reeds bij leven worden toegevoegd aan de geschiedenisboeken klonk ons in Antwerpen alvast als een wel gemikt schot in de roos. Na Paul Weller op maandag zaten we dus ook zondag laatstleden op de juiste plaats op het juiste moment.

Saturday, May 22, 2010

Paul Weller AB/Brussel 17/05/10

Paul Weller bracht ruim een maand geleden een nieuwe plaat uit die vanuit alle windhoeken fel bejubeld werd omwille van zijn gedurfde en veelzijdige aanpak. Het werkstuk is met 40 minuten speeltijd relatief kort maar bestrijkt in dat tijdsbestek wel alle stijlen die hij in het verleden reeds heeft aangeraakt. Met een man die voorheen aan de wieg van de punk stond (The Jam), erna de jaren 80 met soul en jazz inkleurde (The Style Council) en gedurende de jaren 90 vaderlijk op kop liep in de Britpopscene, levert dat een plaat op die het begrip diversiteit tot een muzikale kunstvorm verheft. “Wake up the nation” is de zoveelste mijlsteen in een loopbaan die inmiddels meer classics telt dan regendagen in dit vochtig tochtgat aan de Noordzee.
Lichtjes aangemoedigd door dit hernieuwd enthousiasme voelden ook wij vorige maandag, na jaren trouwe aanwezigheid op Weller concerten, eindelijk nog eens wat spanning rond een op stapel staand uitverkocht concert van hem. De voorbije jaren was het immers door middelmatiger platenwerk en dito concerten vaak net andersom. In het voorprogramma troffen we, net als bij één van Weller’s voorgaande afspraken, nog maar eens het Nederlandse Moke aan. Deze band met weliswaar enkele verdienstelijke songs (“Switch”, “Love my life”, “Here comes the summer”) en een feilloze technische bagage loopt al enkele jaren in de schaduw van de meester mee. Met een zanger die kan doorgaan voor een Liam Gallagher lookalike en een gitarist met een Weller kapsel – de immer sympathieke Phil Tilli - lijkt Moke echter wanhopig op zoek naar een eigen gezicht; het vinden ervan zal een conditie sine qua non zijn voor het verdere bestaansrecht van deze band. Misschien helpt een hoge stek en goede beurt op Pinkpop over enkele weken hen ook al wat verder. In de AB, voor een zaal die aan het vollopen was, deden ze het alvast niet onaardig.
Zoals vooraf op de lcd schermen van de zaal geafficheerd liep Weller om stipt kwart voor negen het podium van de AB op voor een luid en heftig “22 dreams”. De geluidstechnici waren duidelijk verwikkeld in een flirt met het toegelaten maximum die zelfs nog wat werd aangehouden in nummer twee van de avond: een fors “Changing man”. Weller oogde gefocust en dirigeerde het concert zonder al te veel ademruimte tussen de songs in de richting van een eerste duo overtuigende nieuwelingen: “Moonshine” en “Up the dosage”. Zijn solo-debuut “Into tomorrow” uit 1991 passeerde in een verrassend nieuw funky jasje en het van “Stanley road” geplukte “Porcelain gods “ hield zich deze keer wel binnen psychedelische grenzen. Ook de begeleidingsband (in onveranderde bezetting) leek qua samenspel en sound een forse stap vooruit te hebben gezet in vergelijking met het bezoek aan het Brugse Minnewaterpark vorige zomer . En ondanks een alweer uitgestelde rookstop zong Weller toch nog zuiver en toonvast in het warme “All I wanna do” en het ook voor groot orkest geschikte “Empty ring”. De grillige Weller negeerde echter beide singels van zijn laatste plaat maar bracht in de AB minstens evenwaardig plaatmateriaal als “Trees” en “Fast car/slow traffic”, een song die onder het aanwezige publiek vast en zeker het oude Jam-keurmerk met zich meekrijgt. Nooit stond Weller trouwens dichter bij zijn eigen legendarische trio dan nu want na een wervelend gebracht “Shout to the top” schoof hij twee verrassende Jams songs uit het uitstekende “Sound affects” de AB binnen. “Pretty green” en “Start!” klonken minstens even vurig als in hun eigen hoogdagen anno 1981. Met nog maar net de zestig minuten overschreden verdween Weller terug de coulissen in. In een eerste bisronde pakte de nu 52 jarige modfather uit met een trio’tje akoestisch waarvan “Everything has a price to pay” als absoluut hoogtepunt mag worden weerhouden om, na alweer een korte onderbreking, de gitaar terug te omgorden voor het 33 jaar oude en nog steeds venijnige “Art school”. Met een zinderend “Scrape away” kwam onze Jam-teller zelfs op 4 stuks te staan. Een mooi “Pieces of a dream” tenslotte mocht, met fraai gitaarspel van Steve Craddock, de avond besluiten. We laten, om een lange oplijsting te vermijden, hier zeker nog een handvol klassesongs van deze avond onvermeld maar ons punt hebben we inmiddels wel gemaakt denk ik: dit was een gedenkwaardige avond die halfweg competitie nu al hengelt naar de titel van ‘concert van het jaar’ . Dit “Wake up the nation” offensief geeft ons het zalige gevoel dat ten huize Weller de rustige vastheid van de voorbije jaren eindelijk heeft plaats geruimd voor de opwinding en het vuur van weleer. Het zal geen toeval zijn zeker dat hij recent een nieuw lief aan de haak heeft geslagen…

Wednesday, May 12, 2010

Bono 50

Het regende U2-klassiekers eergisteren op zowat alle radionetten. Bono werd 50 en dat heeft onze natie geweten.
Deze ochtend trof ik bij wijze van verrassing tussen onze Ardennen bagage de Bono biografie aan geschreven door journalist Bart Steenhaut van De Morgen. Al 21 jaar maakt deze laatste de dienst uit op de, alleszins naar ons mening, betere muziekredactie van het land. In de zomer van 1989, zijn debuutjaar als journalist volgens de achterflap van het bewuste boek, zaten we naast elkaar voor een gezellig praatje met Tom Robinson op het inmiddels ter ziele gegane Bemdfestival te Arendonk. Bij wijze van geschenk had Bart Steenhaut voor Robinson, pas vader geworden, een kinder T-shirtje mee van De Kreuners... Terloops deelde Steenhaut ook zijn grote droom mee aan diezelfde Robinson: een interview met Peter Gabriel. Ik vermoed dat die droom inmiddels is vervuld net als dat hij vandaag terecht mag fier zijn op zijn Bono biografie.
Bart, bij wijze van erkenning: onze all-time U2 favoriet "New years day", niet toevallig uit het gezegende Red Rocks jaar 1983. Hij stond niet in jouw U2 top 20..., toch iets waar we van mening over verschillen.

Sunday, May 09, 2010

Weller wakes up the nation

Het gaat goed met Paul Weller, het gaat zelfs uitstekend met Paul Weller. 2 jaar geleden lag nauwelijks iemand nog wakker van de rustig voortkabbelende solocarriëre van de Modfather maar met zijn zopas verschenen nieuwe plaat “Wake up the nation” is Weller terug een beetje hip. Er is wat betreft de kwaliteit van de nieuwe CD unanimiteit onder de vakpers - er wordt niet op een sterretje meer of minder gekeken bij de quotatie - en zelfs de radio pikt zijn singel “No tears to cry” gretig op. Niet dat het de voormalige kopman van The Jam en The Style Council echt wat kan schelen om nog eens “flavour of the month” te zijn maar voor zijn trouwe aanhang (u mag er ons bijrekenen) doet het wel deugd. Een nieuwe plaat betekent een nieuwe concertreeks en het zal u op basis van dit blogbericht niet verbazen dat de AB voor 17 mei al is uitverkocht. Geen paniek: we hebben ons kaartje.

Monday, May 03, 2010

Hannelore Bedert CC De Stroming/Sleidinge 29/04/10

Twee jaar geleden snoerde de toen 24-jarige debutante Hannelore Bedert een vol Antwerps sportpaleis de mond met enkele songs uit haar later te verschijnen debuut “Wat als”. Het was één van de schaarse hoogtepunten tijdens een editie van de Nekka-nacht rond centrale gast Bart Peeters. Intussen hebben enkele van haar liedjes de weg gevonden naar de radio en is ze goed vertegenwoordigd op de kalenders van onze Vlaamse culturele centra. Enkele dagen terug deed ze met volledige begeleidingsband (ze is ook te boeken zonder) De Stroming aan te Sleidinge. De zaal zat op een handvol zitjes na vol voor Bedert.
Met nog één dagje te gaan op onze werkweek hadden we ons die donderdagavond ingesteld op een rustige, lichtjes onderuitgezakte, luisteravond in de fraaie zittribune van Sleidinge. Het werd veel meer dan dat.
Bedert maakte haar intrede met “Ier ben ik”, een quasi akoestische song die ons naast een eerste dosis West-Vlaams ook al voorzag van een stevige scheut melancholie. Even vreesden we te hebben ingeschakeld voor een uurtje Radio Deprimo maar Bedert veegde zo’n rampscenario in de eerstvolgende bindteksten meteen van het podium. Met een (letterlijk) sprekend gemak keek ze de ganse zaal recht in de ogen en gaf onverstoord – geen enkele “euh” of aarzeling in mijlen te bespeuren – tekst en uitleg bij haar muziek. Zo verzocht ze de lichtman om alle spots open te gooien in de zaal bij de vraag of er iemand al eens een scheve schaats had gereden. Geen enkele vinger ging de lucht in (verbazing alom!) maar met een subliem “Helemaal” schetste Bedert vervolgens toch de complexe gevoelens van zo’n B-H-V crisis in eigen huis. Relaties en hoe er van af te geraken was dan weer de inzet van een ander nummer: “Ik heb aan de kuisvrouw gevraagd om u op te ruimen, ze zei doe het zelf maar; ik raak diene mens niet aan” (“Smaak”). Een lach of een traan? Er was keuze. Met een beetje verbeelding (“Imaginaire”) vond Bedert het wel wat hebben om als er toch wat sleet op de liefde zou komen de andere gewoon ergens (op de foor aan het viskraam?) terug in te leveren. Zeg nu zelf: er bestaan minder fraaie manieren om uw relationeel leven een andere richting uit te sturen. Bedert vertelde het allemaal op zo een ontwapenende manier dat het wel leek alsof ze citeerde uit eigen leven. In “De Kloten” werd het, hoe kan het ook anders met zo’n titel, pas echt helemaal hilarisch. Een nummer lang zette het een ganse zaal “in zijne bloten”. Ontroeren deed Bedert met glashelder gezongen versies van “Altijd nooit meer” en “Met uw ogen toe”, ze omgorde de gitaar voor een uitnodigend “Meneer” en gooide nog wat overtollig chagrijn uit in “Janker” . Met als geboorteplaats het West-Vlaamse Deerlijk botst Bedert al vele jaren op heel wat taalkundig onbegrip. Als het dan al de liefde niet is die haar parten speelt dan vind ze vooral in deze “handicap” voer voor enkele wraaknummers. Die ene Antwerpenaar in de zaal van Sleidinge mocht er alvast voor opdraaien in een kenschetsend “Vocabulaire”.
Hannelore Bedert zou dit jaar nog op de proppen moeten komen met een tweede cd. Daarvan loste ze vorige donderdag middels enkele nummers al een voorsmaakje waarmee ze alvast onze nieuwsgierigheid en die van Sleidinge wist aan te scherpen. Bedert bewijst op een podium allesbehalve die labiele Vlaamse Bridget Jones te zijn waar ze in haar nummers tekstueel wat aan doet denken. Wij zagen en hoorden in Sleidinge een volwassen Vlaamse singer-songwriter van de vrouwelijke soort die zelfzeker en op vele manieren nog jaren een publiek aan haar zal weten te binden. We denken er nog niet aan om haar nu al te gaan inruilen aan het dichtstbijzijnde viskraam.

Saturday, May 01, 2010

Editors Le Grand Mix/Tourcoing (FRA) en Lotto Arena/Antwerpen 27+30/04/10

Na een succesvol najaarsoffensief in 2009 trachten de Editors nu ook hun stempel te drukken op dit kalenderjaar. De singel “You don’t know love” doet het niet onaardig, de nieuwe “Eat raw meat=blood drool” zorgt weldra voor de aflossing en ondertussen toert de groep onverminderd verder. Na een haast volledig uitverkochte Britse toer vorige maand is de groep nu opnieuw te gast op het vasteland. In hun toerschema vonden we “with a little help from our friends” in de aanloop naar de grote afspraken (Pinkpop, Glastonbury, Werchter en Antwerpen) ook een veel intiemere aangelegenheid op nauwelijks een uurtje rijden van onze voordeur. In het piepkleine maar voor elke vierkante meter bezette Le Grand Mix in het Franse Tourcoing gingen we vorige dinsdag in een zaal met een capaciteit van 650 man eerst nog eens de begindagen van een bijna stadiongroep gaan herbeleven alvorens drie dagen later met een tienvoud aan toeschouwers getuige te zijn van een nieuwe Vlaamse zegetocht in een eivolle Antwerpse Lotto Arena.
Voor het waarom van deze ongewoon kleine halte moeten we 5 jaar achteruit. Het toenmalig concert van de groep in Tourcoing werd namelijk door een griepje onder de bandleden zwaar gehypothekeerd wat leidde tot de belofte om dat 'accident de parcours' ooit eens te komen rechtzetten. Een gapend gat van drie dagen tussen een concert in Luxemburg en ééntje in Parijs maakte mogelijk dat Editors die belofte vorige dinsdag nakwamen.
We hadden anders gehoopt maar de groep pakte op beide avonden (72 uur van elkaar verwijderd) uit met een identieke set die zoals in Vorst vorige winter twee maal van start ging met “In this light and on this evening”, titelnummer van hun laatste plaat. Wat volgde was een uitgebalanceerde selectie uit hun drie albums die – we waren er gerust in vooraf - geen enkele publieksfavoriet over het hoofd zou zien. Alleen de onze (“All sparks”) hielden ze in de kast maar het is hen vergeven. Door recenter werk steeds dicht in de buurt te laten van het vertrouwde (oudere) materiaal en tussen de nummers door nauwelijks pauze te laten hield de groep er twee maal stevig de vaart in. Tom Smith onderdrukte zijn inmiddels gekende gabaren niet maar bleef wel spaarzaam met bindteksten. Alleen in Antwerpen aan het einde van het concert kon hij zijn verbazing toch niet meer stilzwijgen nadat een volle zaal al lang de euforiegrens had overgestoken. De nieuwsgierigheid van eventuele ‘die hards’ werd – mooi verdeeld over de ganse avond - scherp gehouden door het trio “A life as a ghost”, “Last day” en bis “No sound but the wind”. Van deze drie maakte vooral de laatste met Smith alleen aan de piano een grootse indruk. “A life as a ghost” is een overschotje van hun laatste album dat ons wat te veel aan de foute jaren van de Simple Minds deed denken (gitarist Chris Urbanowitc zette een perfecte Charlie Burchill imitatie neer) en “Last day” kan zo de songcatalogus van Depeche Mode in. Er bestaan zwaardere feiten om tot steniging over te gaan maar we hoorden er “Policy of truth” dwars doorheen. Noch de Lotto Arena, noch Le Grand Mix hadden er veel erg in dus waarom zouden wij? Echt warm werd het in zowel Antwerpen als Tourcoing telkens als de groep uitpakte met werk uit hun eerste worp “The back room”. “Blood”, “Munich”, “Bullets” en bis “Fingers in the factories” kwamen verrassend scherper voor de dag dan je gemiddeld zou verwachten van songs die een groep al 5 jaar en honderden concerten achter zich meezeult. Zowel “An end has a start” als “The racing rats” en “Smokers outside the hospital doors” kregen de ontvangst die alleen grote klassiekers toekomt en hadden in beide concerten de explosiviteit waar geen enkele ontmijningsdienst raad mee weet. In “Bricks and mortar” – wat “Clocks” is voor Coldplay wordt deze voor de Editors - hoorden we nog zo’n instant classic waar groep en publiek nog jaren geniet zullen van hebben.
De omkadering van het concert in Antwerpen was uiteraard grootser opgevat dan het geval was in Le Grand Mix; dinsdag bleef dus heel wat licht onaangeroerd in de vrachtwagen liggen omwille van de beperkte ruimte. Ook de pyrotechnicus die vrijdag “Papillon” net na de “sleeptwitch” in vuur en vlam zette had een dagje vrijaf gekregen in Tourcoing.
Met een hoge stek op de Werchter affiche dit jaar staat nu al vast dat Editors in 2010 definitief het clubcircuit zijn ontgroeid. Er bestaat geen twijfel over dat de ruim 6000 aanwezigen van vorige vrijdag er over twee jaar terug zullen staan wanneer de groep, dan met een nieuwe plaat, weliswaar de zaal ernaast met het dubbele aantal toeschouwers en nog meer toeters en bellen zullen inpalmen. Tourcoing was in het licht van die evolutie dan ook een geweldig extraatje bovenop de triomfantelijke passage in Antwerpen.