Monday, December 27, 2010

2010 houdt het voor gezien!

Eén concert haalt het toch van alle andere: The National (Luxemburg, 19/11), kortbij op de hielen gezeten door de verrassende wederopstanding van Paul Weller (Brussel alsook Lokeren, 17/5 en 7/08) en Florence & The Machine (Gent, 21/02 en Werchter 03/07). Deze laatste deed wat van een goede belofte uit 2009 mocht worden voorspeld: bevestigen het jaar erop. Dankzij een tip van alerte vrienden kwamen we terecht op een uitstekend Editors concert in een kleine Noord-Franse club (Tourcoing, 27/4). Twee oude knarren, Eric Clapton & Steve Winwood (Antwerpen, 23/5), kwamen – nu het nog kan – nog eens de levende legende uithangen in een vol Sportpaleis en ook Crowded House (Brussel, 18/6) bleken in hun postreünie tijdperk best nog in staat om een schitterend concert te spelen.
Werchter 2010 had niet de slagkracht van de editie ervoor. Slechts Pearl Jam, Arcade Fire, Porcupine Tree, The Gaslight Anthem en (nog eens) Florence halen dit lijstje.
Ook eervol te vermelden: Kasabian (Brussel, 31/05), U2 (Brussel, 23/09) en Gorillaz (Antwerpen, 25/11).
Bij de Belgen is het goud voor Triggerfinger (Brussel, 3/12), zilver voor Balthazar (Werchter en Leffinge) en gedeeld brons voor Hannelore Bedert (Sleidinge, 29/04) en Lize Accoe (Gent, 23/04). Vallen net naast het podium maar trainden in 2010 al hard voor toekomstig edel metaal: The Sore Losers (Brussel, 31/05).
Onze platen van het jaar: “Infinite arms” (Band Of Horses), “High violet” (The National), “The Suburbs” (Arcade Fire), “The Sore Losers” (idem) en “Wake up the nation” (Paul Weller).
Wat de singels betreft houden we het bij “Bloodbuzz Ohio” (The National), “Let’s not fall apart” (Broken glass heroes), “1000 years” (The Coral), “It’s not war, just the end of love” (Manic Street Preachers), “What’s it in for” (Avi Buffalo), “My propeller” (Arctic Monkeys), “Where did all the love go” (Kasabian), “The future” (The Van Jets), “Ready to start” (Arcade Fire), “Wonderful life” (Hurts) en “Fast car, slow traffic” (Paul Weller)
Voor ons eindejaarslijstje van 2011 duimen we nu al voor Arcade Fire, Black Dub, Elbow, Adele, Band Of Horses en Arsenal.

Wednesday, December 15, 2010

Gabriel Rios (& Jef Neve en Kobe Proesmans) CC De Stroming/Sleidinge 12/12/10

Als Gent en Puerto Rico elkaar muzikaal ontmoeten belanden we bij Gabriel Rios. Tot nog toe leverde dat een kruisbestuiving op tussen latino, pop en rock maar nu Rios alsmaar meer het gezelschap van pianist Jef Neve opzoekt wijkt hij al eens af van dat pad om dichter bij de klassieke (pop)song te belanden . Er waren reeds tal van gezamenlijke concerten met beide heren en die samenwerking moet danig zijn bevallen dat Rios het lot van zijn derde cd - ietwat bevreesd voor een moeilijke ontvangst (?) gedoopt als “The dangerous return” - grotendeels in handen heeft gelegd van het Vlaams pianowonder. Op basis van de goede ontvangst die de prominent op de radio aanwezige singel “Dauphine” te beurt valt lijkt alvast niemand daar protest tegen aan te tekenen. Het nummer dat reeds vroeg in Evergem werd prijsgegeven kon na afloop van de vlekkeloze uitvoering, trouwens niet als enige van deze avond, rekenen op een overtuigend applaus.
Laat ons alvast over één ding duidelijk zijn: er werd anderhalf uur lang uitmuntend gemusiceerd. Zowel Rios als Neve en Proesmans waren respectievelijk op stem en gitaar, piano en drums outstanding. Met chirurgische precisie kwam iedere noot van hen welgemikt op zijn plaats terecht. Rios is, en dat viel ons ditmaal nog meer op dan voorheen, een uitstekend zanger die niet alleen qua bereik en timing duizelingwekkend goed voor de dag komt maar zijn stem ook nog eens tot zijn recht kan laten komen in tal van verschillende genres. Tel daarbij een zeer ritmische spelstijl op zijn vertrouwde akoestische gitaar en het talent lijkt de man ongelimiteerd te zijn toebedeeld. Bijna in zijn eentje, maar subtiel geholpen door Neve, zette hij de Jimi Hendryx cover “Voodoo Chile” helemaal naar zijn hand. Op het half uur scheen er een loepzuiver “Broad daylight” doorheen het Sleidingse cultuurcentrum. Het was, waarvoor hulde, nauwelijks te merken dat Rios het nummer nu al 6 jaar en honderden uitvoeringen achter zich meezeult. Die jarenlange live-ervaring hielp Rios alvast ook met het vlot (maar uiterst professioneel ) toespreken van de lang op voorhand uitverkochte zaal. Ondanks dat Rios jarenlang in Gent heeft geresideerd was de voertaal het Engels. Het "terug thuis"-gevoel (hij is vriendin en model Delfine Bafort naar New York gevolgd) had hem in Sleidinge op nauwelijks 5 kilometer van de Gentse binnenstad duidelijk nog niet te pakken. In de aankleding van het concert zagen we een uiterst smaakvolle belichting en vooral een slimme podiumopstelling van het trio (dicht tegen de rand) wat het contact met de zaal alleen maar ten goede kwam. De setlist hinkte heen en weer tussen de Rios voor en na “The dangerous return”. Uit die laatste onthouden we vooral “Gulliver” en “Straight song” terwijl we met het jazzy “Orion” en het klassieke en dromerige “Tidal wave” muzikaal niet alleen enkele decennia werden teruggeflitst maar qua luisterinspanning ook wel flink op de proef werden gesteld . Het hoeven weliswaar niet allemaal hapklare brokjes te zijn maar het frisse “To ne me quires” stak in die zin wel sterk af tegen een song als “Tidal wave”. Voor het één bestel je een cocktail, voor het andere krijg je hem maar niet uitgedronken. Op die manier vergde het wel wat moeite om de ganse avond in de ban te blijven van het trio. Desalniettemin hadden we bij het verlaten van de zaal, nog nagenietend van een prikkelend “Angelhead”, een overheersend ‘waw’ gevoel bij zoveel vakmanschap. De Polé Polé Gabriel Rios klinkt in deze trio bezetting met Neve en Proesmans misschien ietsje academischer maar dat hoeft voor onze laatste concertafspraak van 2010, ondanks onze lichte aanpassingsproblemen, geen belemmering te zijn om hier gedecideerd 4 sterren uit te delen.

Monday, December 06, 2010

Triggerfinger AB/Brussel 3/12/10

Dat Triggerfinger momenteel goed in de markt ligt is zo zeker als de sneeuwval van de voorbije dagen. De nieuwe plaat “All this dancin’ around” werd goed ontvangen in de pers, de gelijknamige singel staat ergens bovenaan in de Afrekening, concerten verkopen sneller uit dan kalkoen op de vooravond van kerstmis en voor de M.I.A.’s zijn ze topfavoriet. Niet slecht voor een groepje dat tot voor enkele jaren nog een niche succesje was en met moeite boven de kleinschaligheid van het clubcircuit uitsteeg. Feit is wel dat de heren Block, Goossens en Van Bruysteghem (aka Monsieur Paul) al die jaren haast onvermoeibaar zijn blijven spelen – ook in de ons omringende landen – om voet aan de grond te krijgen. Al dat zweet – die hen een onberispelijke live reputatie opleverde - werpt nu zijn vruchten af want ook in Nederland gaat het hard momenteel. Binnenkort loopt de Amsterdamse Paradiso zelfs tweemaal vol voor het luidste trio uit onze vaderlandse rockgeschiedenis. Die titel deden ze alvast alle eer aan door op vrijdagavond bij aanvang van 3 (bijna) uitverkochte concerten in de Brusselse AB de volumeknop helemaal naar rechts te draaien. Bij gebrek aan oordopjes duwden opener “I’m coming for you” en een vroeg prijs gegeven “All this dancin’ around” onze trommelvliezen gelijk twee millimeter achteruit. Bij “Short term memory love” voelden we de vloerplaat onder ons mee vibreren. Tijdens de solo van drumwonder Mario Goossens die er pijlsnel achter volgde nam de klankman in volume wat gas terug en werd de groep, met een verschroeiende versie van “Little teaser”, vervolgens pas echt goed op koers gezet voor een fantastische avond. Op de vraag wat Triggerfinger nu zo bijzonder maakt komen we uit bij een soort ‘power’ die alleen met echte groten als AC/DC, Led Zeppelin en Deep Purple kan worden vergeleken. Ook al zitten sommige songs wel wat eenvoudig in elkaar, ze bevatten een oerkracht waar liefhebbers van klassieke rock – bij voorkeur wat zwaarder van snit en liefst op smaak gebracht met een opzwepende ritmesectie – zich meteen toe aangetrokken voelen. Het van op de boxen door Block met een knetterende solo voorziene en door de AB luidkeels meegebrulde “Is it” gold in dit opzicht misschien wel als meest illustratief. Het album – hun vorige “What grabs ya?” - waar deze knaller op staat werd trouwens op zaterdag in goud omgezet en feestelijk overhandigd aan het trio. De nieuwe bevat met “Let it ride” en “Cherry” duidelijk nog meer van dat lekkers dat live beslist de concurrentie met publiekslievelingen als “First taste” en “On my knees” aan kan want aan de respons die eerstgenoemden opleverden in de AB was alvast geen verschil te merken. Ook het wat tragere werk, waarin rauwe Jon Spencer blues om de hoek loert, ligt de groep en in het bijzonder zanger Ruben Block uitstekend. Zo voelden we in het demonisch gebrachte “My baby’s got a gun” de tweeloop in onze nek al stevig aangedrukt. Minder bedreigend maar minstens even indringend ging het er aan toe in bis “It hasn’t gone away”, naast het in de AB over het hoofd geziene “Love lost in love” vast en zeker te rekenen tot het beste van die nieuwe plaat.
De groep kon de AB onmogelijk in één keer vaarwel zeggen. Een tweede bisbeurt die zich beperkte tot een weer fel in de drums gestoken “Commotion” was andermaal een lesje in stonerrock waar vele soortgenoten voor zouden moeten passen.
Voor de uitreiking van de M.I.A. voor beste Belgische live band moet heus niet worden gewacht tot 7 januari … De terechte winnaar is sinds afgelopen weekend overduidelijk bekend.

Thursday, December 02, 2010

Kings of Leon Antwerpen/Sportpaleis 29/11/10

Weinig bands namen de afgelopen 3 jaren zo’n hoge vlucht als Kings Of Leon. Met hun derde album “Because of the times” werden in 2007 her en der al gedurfde uitspraken gedaan over een gouden toekomst. De voorspellers kregen nauwelijks 2 jaar later met opvolger “Only by the night” en het tot ieders (gewenste) slaapkamerhymne gebombardeerde “Sex on fire” het gelijk aan hun kant. Datzelfde jaar is de groep dan ook alomtegenwoordig op de radio en hun passage in Werchter gaat de boeken in als één van de betere concerten dat weekend. In het daaropvolgende jaar wordt naast de introductie van een (kassa kassa) kledinglijn door de broertjes Followill ook naarstig gewerkt aan nieuwe nummers. Berichten uit het repetitiekot voorspelden een flinke ommezwaai richting country en roots rock maar des te groter was onze verbazing wanneer daar op de nieuwe “Come around sundown” nauwelijks iets van te merken valt en de heren, onder impuls van de platenfima (?), eenvoudigweg de lijn van de voorganger hebben doorgetrokken. Ook al is “Come around sundown” geen onaardige plaat, in de weegschaal met het eerder genoemde “Because of the times” valt het album veel te licht uit. Dat dit nauwelijks effect heeft op de immense populariteit van de groep bewijzen de klinkende verkoopcijfers en het recordtempo (15 minuten!) waarmee het Antwerpse sportpaleis uitverkocht raakte voor het concert van vorige maandag. Terwijl de zaal langzaam volliep waagden The Whigs uit Athens hun kans. Hun powerrock met Crazy Horse allures kreeg best wat applaus van op de tribunes maar zal het zeker niet van deze gelegenheden moeten hebben om op brede schaal door te breken. Ook aan het songmateriaal kan nog wat gesleuteld worden. Het thema “Dying” zou best wel wat meer uit de taboesfeer mogen worden gehaald maar de song die deze heren er voor in petto hadden jaagt een mens alleen maar sneller het kerkhof af, en dat op een moment dat we er nog maar net een potje chrysanten hadden achtergelaten.
Kings Of Leon begonnen er aan met het nieuwe “Mary”, één van de zes nieuwe songs die de groep voor ons in petto had tijdens het eerste concert van hun Europese toer. Zo’n première gaat niet zelden gepaard met wat schoonheidsfoutjes en daar was Antwerpen geen uitzondering op. Vooral technisch (geluid en beeld) viel wel één en ander niet in de juiste plooi. Ook de vorm van het concert – veel tegenlicht de zaal in laten schijnen - bleek snel een totaal misplaatste en maar al te vaak irriterende keuze te zijn. Waren het de ogenschijnlijk gespannen zenuwen bij de groepsleden of een combinatie van de eerder opgelijste foute elementen, feit is dat het concert, wachtende op “Sex on fire”(?) maar niet van de grond wilde komen. Dat merkte ook Caleb Followil die midden het concert bij “Notion” veelbetekend aangaf: “Hope we have some good luck with this one…”. Het sportpaleis had blijkbaar de boodschap begrepen en trakteerde de groep in de pauze tussen de twee daaropvolgende nummers op een daverend applaus dat uit het niets kwam aangerold. We hebben al wat meegemaakt in Belgische concertzalen maar dit rekenen we toch tot de meer ongewone momenten. Het concert was slechts halfweg en alleen “Molly’s chambers”, “The immortals”, “Four kicks” en “The end” hadden zich in positieve zin laten opmerken. Vooral “Radioactive” had lang niet de (uit)straling die je van een hit zou verwachten. Ook “Crawl” en “Revelry” waren voor ons niet de uitschieters waarvoor ze op eerdere gelegenheden wel konden doorgaan. Het nieuwe “Pyro”, dat refreinsgewijs mooi steunde op de gebroken stem van Caleb, opende de weg voor het enthousiast onthaalde “On call”. Dat er aan bombast ook grenzen zitten werd in het nochtans op plaat zeer sterke “Back down south” ten overvloede bewezen. Waar het nummer had moeten schitteren in een overwegend akoestisch arrangement kreeg het nu een stevig betonnen pantser aangemeten. Dat laatste pakje zat “Knocked up” en “Use somebody” stukken beter waardoor de set, weliswaar met gemengde gevoelens, toch nog sterk finishte.
Het langverwachte collectieve orgasme stak in de bissen (“Sex on fire”) en uitsmijter “Black thumbnail” deed dienst als geslaagde ‘post orgasmic chill’. Met de wisselvalligheid die de Kings Of Leon in Antwerpen aan de dag legden lijkt de adelstand toch weer iets verder af dan vorig jaar in Werchter. Laat ons hopen dat dit 'accident de parcours' volgende zomer op overtuigende wijze wordt gecorrigeerd.