Saturday, March 17, 2012

Jim Cole Charlatan/Gent 15/03/12

Ondanks twee verdienstelijke platen achter zijn naam is het voor de uit Geraardsbergen afkomstige Jim Cole, geloof ons zijn platen klinken van veel verder, nog steeds knokken voor wat erkenning. Vorig jaar bracht hij kort voor de zomer zijn tweede “When love is not enough” uit met een fijne mix van pop, rock en soul maar ondanks goede kritieken in de pers en een niet onaardige singel “So lonely” leverde de plaat nauwelijks speelkansen op tijdens de festivalzomer. Zonde vonden we dat. Ondertussen ligt de plaat ook in Nederlandse rekken en helpt het misschien dat erkenning via een ommetje langs onze noorderburen alsnog Jim Cole bereikt. We hopen het voor hem en wouden alvast wat steun gaan verlenen op een concert van de man waar we, bij gebrek aan gelegenheden de voorbije maanden, lang op hebben moeten wachten. We hebben al voor minder klachtenbrieven rondgestuurd…
Het moet Cole zeker deugd hebben gedaan dat ondanks een late aankondiging op de site van de Gentse Charlatan het zaaltje toch aardig was volgelopen. Een uur later dan gepland ging het concert van start. Met een setlist die ook een handvol nieuwe nummers bevatte speelde Cole allerminst op veilig. Is het vertrouwen in zijn oude werk wat zoek of werd deze gelegenheid aangegrepen om één en ander live wat uit te testen? Feit is wel dat het nieuwe materiaal wat potiger klonk – méér recht-toe-recht-aan - dan het soulvolle geluid waarmee Cole aanvankelijk onze interesse wist te wekken. Wanneer in de bissen ook nog eens een flard Soundgarden (“Fell on black days”) en de Queens of the Stone Age voorbij kwamen (“No one knows” en “Say it ain’t so” vormden een uitstekende tandem) was voor ons duidelijk dat deze man van meer markten thuis is dan een mens op het eerste gehoor zou vermoeden . Dat Cole ooit een hit zal te pakken hebben, voor zichzelf of als broodschrijver voor een ander, is een zekerheid; alleen weten we nog niet goed wanneer dat zal gebeuren. Met “Someday Charlotte” en “So lonely”, erg sterk in de Charlatan, zat ie er al dichtbij maar ook “Say it ain’t so” lijkt zo geplukt uit een Motown songcatalogus. Stuk voor stuk zijn deze (pop)songs zo klassiek van snit dat ze zich van bij eerste beluistering al stevig vastbijten in al uw gehoorgangen. Eigenlijk gaat dat zowat op voor iedere song die de revue passeerde in de Charlatan, ook de nieuwe. Stiekem hadden we gehoopt dat ook Lady Linn acte de presence zou geven voor een mooi “Time will tell” maar ook zonder deze bonus speelde Cole, zwartbenige bril stevig op de neus, een zeer gedreven en bijzonder leuk concert.
Het weze duidelijk dat amper een uur speeltijd voor ons van het goede veel te weinig was. Met zijn vier kompanen en uitstekend bij stem serveerde Cole hier een concert dat qua gemiddeld spelpeil beduidend hoger lag dan wat doorsnee mag verwacht worden van een caféconcert. Om het in voetbaltermen uit te leggen: we zijn bereid nog vele malen op provinciale voetbalvelden te gaan kijken naar deze multi-getalenteerde middenvelder, al verdient hij meer dan wie ook om snel te worden getransfereerd naar eerste klasse.

Thursday, March 08, 2012

Hooverphonic with Orchestra Elisabethzaal/Antwerpen 7/03/12

Tot voor kort maar al te vaak versleten voor een omhooggeschoten Waaslands pretventje, dezer dagen wil gans Vlaanderen van 7 tot 77 hem zondag eerstkomende op de koffie uitnodigen. Zijn naam: Alex Callier. Onder het moto ‘Televisie verandert alles’ heeft Callier zich via ‘The Voice’ – we geloven stellig dat het nooit zo bedoeld was – een hoge aaibaarheidsfactor aangemeten en dat komt – we moeten daar nu ook niet naïef in zijn – de populariteit van zijn groep Hooverphonic zeker ten goede. Tot daar de wat zuur smakende passages van dit verslag want van het succes dat ‘Hooverphonic with Orchestra’ momenteel oogst in Antwerpen is geen grammetje gestolen.
Het plechtstatige karakter van de Antwerpse Elisabethzaal vormde het perfecte decor voor een avond als deze. Met maar liefst 42 muzikanten toegevoegd aan de klassieke 5-mansbezetting waarin Hooverphonic doogaans optreedt oogde het podium dan ook behoorlijk indrukwekkend. Dit bleef echter bij aanvang allemaal achter het doek verscholen terwijl Noemie Wolfs in lang gala kleed met pianist Remko Kühne een sober “Battersea” brachten. Pas bij “One two three” onthulde zich de uitgebreide orkestbezetting. Het is niet rechtvaardig ten aanzien van zoveel bepalende factoren voor het welslagen van een concept als dit maar de grandeur en de vocale klasse waarmee Wolfs de avond inkleurde was naar ons aanvoelen ‘outstanding’. Dat Callier dit talent als nobele onbekende in amper anderhalf jaar heeft gecoacht tot een eerste klas frontvrouw kroont hem nu al tot de koning van ‘The Voice’. De zaak Wolfs drukt dezer dagen zelfs zo sterk door op het Hooverphonic verhaal – met verbale plaagstootjes heen en weer op het podium als openlijke ommezwaai ten opzichte van het verleden - dat geen mens zich de naam Geike Arnaert nog herinnert. In het eerste uur kwamen we al papier te kort om onze hoogtepunten op te lijsten: “Club Montepulciano”, “The last thing I need is you”, een fantastisch “Two Wicky” en met “Heartbroken” voelden we in ware Callier stijl onze ogen zelfs wat nat worden. De weemoed die Wolfs daar in haar stem stak trof ons meer dan onze ogen doorgaans kunnen droog houden. Mag het hier eigenlijk ook nog eens geschreven worden wat een wereldnummer dat eigenlijk wel is? We hadden onze hoop ook gezet op een herneming van de Massive Attack cover “Unfinished sympathy” uit de Radio 1 sessie van eind vorig jaar en we werden op onze wenken bediend met - jawel het wordt hier wat eentonig - nog eens Wolfs in een glansrol. Haast iedere song die de setlist haalde kreeg een superieur arrangement mee en enkelen ervan (“Anger never dies”) groeiden zelfs boven de gekende plaatversie uit. Zo ook minder bekend werk als “Renaissance affair” en, mooi opgesmukt met gedempte trompet, “George’s café”. In de bisreeks werden “Vinegar & salt” en “Eden” geflankeerd door een pittige Gainsbourg cover “La Horse” en het van “The night before” gehaalde “Danger zone”. Die laatste miste een beetje het pit van een echte slotsong maar dat belette de zaal geenszins van na de laatste vioolaanslag instant recht te veren uit het gestoelte voor een minutenlang en oververdiend applaus .
Met deze ‘Hooverphonic with Orchestra’ heeft het Waaslands’ collectief zich opnieuw gedefinieerd. In één klap zullen ze met de gelijknamige plaat veel van hun eigen catalogus overbodig maken. Met al zes uitverkochte concerten dit voorjaar en één van misschien wel meerdere Sportpaleizen dit najaar lijkt ook iedereen zich te mobiliseren om dit – helemaal terecht - live te willen zien. Daarmee lijkt de oorspronkelijke missie van Callier en Geerts, “onze jongensdroom realiseren en gewoon eens spelen met groot orkest”, naar wel een heel andere maar bijzonder lucratieve dimensie te zijn doorgeschoten. Het is hen gegund.