Wednesday, June 26, 2013

Radio 1 Stones Sessie Rivierenhof/Antwerpen 24/06/13

Nu in dit kalenderjaar de Stones de kaap van een halve eeuw zullen overschrijden moesten ze bij Radio 1 niet lang nadenken om een goed excuus te vinden voor het organiseren van opnieuw een zomerse (openlucht-) sessie in het Antwerpse Rivierenhof. Na Mc Cartney tijdens voorgaande editie waagde de fine fleur van de Belgische pop en rock zich maandag aan het repertoire van Jagger & Richards.
Een vol Openluchtheater stond klokslag negen uur klaar in oranje regenkledij - slim aangeleverd door één van de sponsors - voor Stef Kamil Carlens die de moeilijke klus toebedeeld kreeg een dergelijke sessie op gang te trappen. Carlens slaagde echter met brio en rockte, voor een man die overwegend in andere genres opereert, een flink eind weg. Ook de begeleidingsband kon onder leiding van Arno-luitenant Serge Feys in “Bitch” de versterkers al eens goed testen op hun reikwijdte. In volle examentijd zou Carlens’ Stones rapport dank zij nog erg stomende versies van “Too tough” en “Midnight rambler” verder op de avond trouwens vlotjes de grens van de ‘grote onderscheiding’ oversteken. Met de slechte weersomstandigheden in gedachten tankten we dankzij hem als opener alvast wat moed in voor een trip van 120 minuten doorheen de Stones geschiedenis. Met coveren is het wat ons betreft snel er op of er onder. Zo wist het frèle Few Bits ons na de gedreven start van Carlens niet vast te houden, evenmin waren we onder de indruk van Paul Michiels’ “Ruby Tuesday”. Klasse op het 5 sterren cruiseschip, te glad om een goede hommage te zijn. Michiels mocht trouwens meerdere keren opdraven eergisteren als man met de mondharmonica. Een geslaagd “Not fade away” door An Pierlé vaarde er alvast wel bij. Zijn eigen “Waiting on a friend” geraakte ondanks een prima sax-solo dan weer nauwelijks in de buurt van het origineel. Gelukkig oogstte diezelfde Pierlé meer bijval met een knap gebracht “Gimme Shelter”. Ondanks de prille ambitie dertig jaar geleden om uit te groeien tot de Vlaamse Clash zullen The Scabs eerder de annalen ingaan als onze lokale Stones. Niets verrassends dus dat Guy Swinnen en Willy Willy heel wat speelminuten kregen toebedeeld. Grote indruk maakten ze niet maar de liefde voor het werk van Jagger en Richards was in kilo’s voelbaar tijdens “Dead flowers” en “Wild horses”. Stijn Meuris mikte met “Miss you” vooral op de heupen van het Rivierenhof terwijl Johannes Verschaeve van The Van Jets eerder gedurfd koos voor “Sister Morphine”. Voor “Jumping Jack Flash” ging ie niet alleen vocaal té hard te keer maar miste hij ook de schwung van een zelfzekere frontman om dit nummer nog dichter bij het publiek te brengen. Dat Arno enthousiast werd onthaald hoefde niet te verbazen, zijn “Mothers little helper” was dan ook een onbetwist hoogtepunt. Het nummer was zelfs méér Arno dan Stones. Misschien wel de revelatie van de avond was Reena Riot, dochter van oud Scabs bassist Fons Symons. Haar “Beast of burden” kon zich moeiteloos meten met de versie die Bette Midler in de jaren ’80 tot een hit wist te maken. Qua présence en stem hoefde debutante Riot overigens ook allerminst onder te doen voor de vele gevestigde waarden waarmee ze de affiche deelde in Antwerpen. Helmut Lotti legt het de jongste tijd nogal aan met muzikanten die hem aan een nieuw imago kunnen helpen. Dat het al lang een rocker in zijn hart (maar te weinig in zijn entourage) was is als een open deur intrappen. Een gelegenheid als deze, met overtuigende versies van “Undercover of the night” en “Paint it black”, zullen hopelijk daartoe hun steentje hebben bijgedragen. Voor de finale werd ingezet op collectief groepswerk. Alle namen verzamelden broederlijk op het grote podium voor een knap “Sympathy for the devil”. In de bissen mochten de Scabs nog eens de koppositie innemen om over de klok van elven het Rivierenhof tot het Stones verzadigingspunt te brengen met een wild meegebruld “Satisfaction”.
Conclusie: 50 jaar Stones kon zonder noemenswaardige heiligschennis in 40 jaar Belpop.


Monday, June 17, 2013

Wat hebben we geleerd Piet uit de stream van Pinkpop?

Wie dacht dat Piet 'S.O.S' Huysentruyt slechts tot drie kon tellen is er met zijn laatste mediatransfer aan voor de moeite. Weldra kijkt hij ons vanop 'Vier' in de ogen. Gisteren zaten we urenlang aan onze computer en, later op de avond, aan de buis gekluisterd voor de verslaggeving van het Nederlandse Pinkpop festival, een festival dat we gebeurlijk ook in onze eigen agenda hadden durven aankruisen ware het niet dat de voor ons belangrijke namen ook op Rock Werchter zullen aantreden. In alombekende Piet-stijl trokken we alvast 3 lessen uit de Pinkpop beeldgaring:
1. Queens of The Stone Age vielen dit jaar naast de Werchter affiche en daar kan alleen de Hollandse 'Schuer' Jan Smeets en zijn publiek nu hartelijk om lachen. Om onbegrijpelijke redenen is men er in Werchter niet in geslaagd de meest toonaangevende groep van het moment een plek op de affiche te geven. Zit de vroegboekkorting voor Editors, Kings Of Leon, Rammstein en Green Day hier voor iets tussen of heeft men ten kantore Schueremans fout gegokt over de smaakmakers van dit jaar? Dat de Queens, zoals in het verleden wel eens vaker het geval was, ditmaal geen genoegen zouden nemen met een derde rangsrol - achter pakweg Volbeat - vinden we niet meer dan gerechtvaardigd voor dé groep die zopas één van de platen van het jaar heeft gelost en zowat als sterkste uit het Pinkpop weekend komt.
2. "Die domme Belgen doen het weer..." Triggerfinger kwam, zag en overwon, zij het jammer genoeg maar vanop het tweede en dus kleinere openluchtpodium. Het "accidentje" van "I follow rivers" buiten beschouwing gelaten was dit wederom een uurtje onversneden rock'n'roll zoals inmiddels alleen het trio Block, Goossens en Monsieur Paul dat kunnen aanbieden. De brede grijns van Block sprak boekdelen... "dit Hollands varkentje zou wel eens flink gewassen worden" zag je hem zo denken. Toch een klein puntje van kritiek: is de set na ruim 2 jaar niet aan wat vernieuwing toe?
3. Toegegeven: we hebben een zwak voor de madammen, en al zeker als ze kunnen zingen en beschikken over sterk songmateriaal. Laat al deze elementen - ja, zéér zeker ook de madammen factor - verenigd zitten in de persoon van Lianne La Havas, een 23-jarige Britse met half Grieks half Jamaicaans bloed. Vorig jaar was ze al opgemerkt op de "latere-" zomerfestivals (Pukkelpop, Lowlands) en dit jaar speelt ze terecht een reprise in de eerste ronde. In de Pinkpop tent legde ze een paar duizend aanwezigen het zwijgen op met een glashelder stemgeluid en een ontwapende podiumprésence. Wie applaus krijgt voor een hoestje (in het slotakkoord van "Lost and found") moet een hele grote zijn. Bij deze kan de twijfel tussen haar gaan zien op Rock Werchter, of Two Door Cinema Club, een aanvang nemen.
Wat het geworden is leest u later elders maar van een zelfde Wouter.


Sunday, June 09, 2013

Neil Young and Crazy Horse Vorst-Nationaal/Brussel 8/06/13

Weinig concerten kenden voor ons de voorbije jaren zo’n lange aanloop als Neil Young en zijn legendarische begeleidingsband Crazy Horse (CH) gisteren in Vorst-Nationaal. Van bij de voorverkoop maanden terug al nestelde Young zich als een wekelijks weerkerend gespreksthema in het fijne clubje concertmakkers waarmee gisteren de trip naar Vorst werd gemaakt. Speculaties over de setlist maar vooral het gegeven dat ons leven na het concert niet meer hetzelfde zou zijn als ervoor maakten ons verwachtingsvoller dan normaal het geval is. Van ons vorige Neil Young concert uit 1996 (Torhout) konden we ons, behalve het respect voor de ook toen al als levende legende te beschouwen Canadees,  alvast geen grote verschillen meer herinneren tussen voor en na.
Voor de (toch wel) dure ticketprijzen was gelukkig een voorprogramma mét naam inbegrepen: Los Lobos. De groep uit Los Angeles, bij het grote publiek vooral bekend omwille van de “La Bamba” soundtrack, timmert 25 jaar na het succes daarvan nog ijverig aan de weg. Kopman David Hidalgo – in breedte wat uitgezet door de jaren – bewees in Vorst nog steeds te beschikken over die warme stem die een nummer als “Will the wolf survive” die heerlijke toonhoogte meegeeft waarvoor we de song altijd hebben gekoesterd. Verder kon ook een zompig “Down bij the river bed” en, de ganse set lang, drummer Enrique Gonzales  rekenen op onze goedkeuring. De galmende geluidsmix in Vorst namen we er dan maar voor lief bij.
De roadies van Neil Young en Crazy Horse die de change-over naar de hoofdbrok van de avond verzorgden staken allen in witte doktersschorten. Een wat langgerekte sketch rond het onthullen van de reuze grote Fender versterkers leidde het concert in op klanken van The Beatles’ “A day in the life”. Ons nationaal volkslied kwam er meteen achter terwijl de hoofdrolspelers samen het podium opwandelden. Young deed er, zo hoort het bij volksliederen, even de hoed voor af terwijl Vorst het op een daverend applaus zette. Een dag na de overwinning van onze Duivels op Servië kon dat qua vaderlandslievende gevoelens wel tellen moet ik zeggen! De pols van Young speelde zich in opener “Love and only love” heerlijk los terwijl de geluidstechnici alle knopjes in de goede richting wisten te draaien. “Powderfinger” ging er nagenoeg naadloos achteraan waarmee het concert al meteen op twee hoogtepunten van start hing. Het was moeilijk te negeren: een magische sfeer vulde Vorst. Young en collega’s Billy Talbot, Frank Sampedro en Ralph Molina musiceerden compact bij elkaar en hadden er schijnbaar schik in dat ze dit op hun gezegende leeftijden – en met al eens een gebitsprothese weinig verhullend geaccentueerd op de videoschermen – allemaal nog kunnen meebeleven. In het geluid dat ze samen produceerden was gelukkig nog geen vervangmateriaal te bespeuren. Elke riff had de resonantie waarmee het hoofdstedelijk gewest kon worden omsloten en ook op het fundament waar ritmesectie Talbot en Molina in voorzien, beiden 70 dit jaar (!),viel met gemak een wolkenkrabber te bouwen. Voor academische hoogstandjes of chirurgische notenprecisie moet u allerminst bij CH zijn, maar geen  begeleiders die méér dienend kunnen zijn als deze. Charisma, gitaarspijl en zang van Ome Neil gedijt nu eenmaal daarop het best. Het nieuwe werk hield gelijke tred met de klassiekers: “Walk like a giant” was niet minder hoogtepunt dan het later in de set gedropte “Cinnamon girl” maar écht euforisch reageerde Vorst vooral wanneer Young de mondharmonica kortbij de lippen en solo met akoestische gitaar “Comes a time” bracht. Op dezelfde wijze liet ook “Blowin’ in the wind”, een Dylan classic die Young beter naar zijn hand weet te zetten, een sterke indruk na. Hoogtepunten ten overvloede dus al gingen voor ons het heftige “Fuckin’ up” en “Surf-er Joe and Moe the Sleaze” met zéér grote stip het boekje in. Die laatste werd verkeerdelijk ingezet door de heren wat Young de zin “We really fucked it up!” ontlokte. Op dat moment was Vorst al lang het Neil Young delirium voorbij. De samenzang die “My My, Hey Hey (Into the black)” ontlokte sprak boekdelen.
De bissen misten wat punch zonder een échte klassieker - geen “Rockin’ in the free world”, noch “Like a hurricane” zoals respectievelijk wel in Parijs en Amsterdam het geval was - maar deden niets meer af aan al het goede dat er in twee en een half uur aan was voorafgegaan. Misschien niet het concert van ons leven, maar dan toch één van de strafste van het jaar (so far).
 

Friday, June 07, 2013

Treuren in stijl met The National

Geen groep die somberte zo mooie in (pop)muziek weet om te zetten dan The National. Het vijftal uit Ohio, maar al jaren gedomesticeerd in New York, brak drie jaar geleden door met het intussen tot de status van klassieker verheven "High Violet". Alle concerten - of toch minstens de drie die wij er van gezien hebben - die de plaat vergezelden zullen de groep waarschijnlijk blijven achtervolgen als een referentiepunt waaraan alle toekomstige zullen worden afgemeten. U snapt ons punt: niet makkelijk voor een band om dat hoge niveau aan te houden. Goed voorteken: de nieuwe plaat "Trouble will find me" lost alle verwachtingen in. Op 25 juni speelt de groep voor een uitverkocht Koninklijk Circus, 9 dagen later mogen ze de wei van Werchter in. Benieuwd of zanger Matt Beringner net als 2 jaar terug weer op wandel zal gaan tussen het publiek. Indien wel dan zullen we het niet kunnen nalaten hem zonder een zacht schouderklopje doorgang te verschaffen. Gewoon ter appreciatie voor al het moois dat we al van he(n)(m) hebben mogen ontvangen.