Friday, August 30, 2013

The Waterboys OLT Rivierenhof/Antwerpen 25/08/13

Dat de Schotse Waterboys sinds hun tweede leven (na 2000) geen commercieel vervolg hebben weten te breien aan de successen uit de jaren ’80 zal bezieler Mike Scott worst wezen. Om het publiek te blijven mobiliseren is er immers toch een rijk verleden en een live reputatie waar vele anderen een arm voor veil zouden hebben. Het Antwerpse Openluchttheater liep dan ook nagenoeg helemaal vol vorige zondag.
De groep opende rond de klok van half tien de set met “Strange boat”. Boven het Rivierenhof hing een grijs wolkendek waar gelukkig eerder laat (in de bissen) dan vroeg een bui uit neerkwam. Uit de bio van de groep valt af te leiden dat zowat de helft van Schotland ooit groepslid van The Waterboys is geweest, met Scott als enige constante. In het Rivierenhof kwam de groep met vijf het podium op waarbij naast Scott de tweede grootste spot gereserveerd was voor fiddle speler Steve Wickham. Al in de tweede van de avond “Fisherman’s blues” kwam het best van die twee naar boven: Scott zong het met een ongelofelijke hartstocht terwijl Wickham’s viool het nummer gezwind mee nam. Ook een voltreffer: “A girl called Johnny”, 30 jaar oud maar in Antwerpen viel nog geen spatje sleet te bespeuren. We waren amper een kwartier ver en de groep had al 2 classics verspeeld, geen wonder dat enkelen uit het publiek al ongeduldig om “The Whole of the moon” begonnen te roepen. Daarvoor leidde Scott ons eerst langsheen een heftig “Glastonbury song” en het niet onaardige “White birds”, een song gebaseerd op poëzie van  W.B. Yeats uit het laatst verschenen album van The Waterboys uit 2011. Dichter bij 2013 zijn we nadien niet meer geraakt want er volgde nog een grote hap uit meesterwerk “This is the sea” (uit '85) met daarbij het voor enkelen verlossende en onvermijdelijke “The whole of the moon” maar ook een nog indrukwekkender “Don’t bang the drum” en het magistrale titelnummer dat de set mocht afsluiten. Met “The whole of the moon” bleek toch een last van de schouders af te zijn want Scott gooide pas dan zichtbaar goed de trossen los. Een alleen met Wickham afgewerkt “Raggle Taggle gypsy” bleek in afgeslankte versie – maar wederom met een losgeslagen viool - een waar hoogtepunt. En met de collega’s er terug bij ging men op hetzelfde elan door voor “Mad as the mist and snow”. Scott had doorheen het concert weinig woorden achter de hand voor het Antwerpse publiek maar scoren deed ie zeker met de herinnering aan een eerdere passage in het Rivierenhof. Jammer dat de wat (té) lange pauzes tussen de nummers de vaart wat uit het concert haalden, ook het toevoegen van een volstrekt overbodige cover als “At the hop” aan het eind van de bissen hielp het concert niet aan de logische apotheose na al het goede dat er aan was voorafgegaan. Dat de groep er zich net juist daar voor een inmiddels nat geregende menigte een tikkeltje makkelijk van afmaakte zinde ons ietsje minder, zeker niet met nog tal van classics (“A man is in love” en “And a bang on the ear”) achter de hand.
Feit: van The Waterboys moet geen nieuwe “Whole of the moon” meer verwacht worden, naast een fikse regenbui hing er vorige zondag onmiskenbaar nostalgie in de lucht boven het Rivierenhof. Maar met Scott mee kon het ook ons worst wezen zolang dit maar gepaard blijft gaan met mooie concerten als deze.
 

Tuesday, August 20, 2013

Pukkelpop (dag 3) Hasselt 17/08/13

Onze teller Pukkelpopedities stond sinds editie 2005 stil. Niet dat we het feestje van Chokri al die tijd niet genegen zouden zijn geweest, wel  integendeel, alleen liet onze jaarlijkse vakantieplanning andere opties voorgaan. Tot nu dus want afgelopen weekend maakten we voor één festivaldag én nacht de kaap van 60000 bezoekers mee rond in Kiewit.

De tweede jaargang na de storm van 2011 kende ondanks de spijtige annulatie van Neil Young wederom een rits attractieve namen. Voor ons lag de hoogste  concentratie ervan op dag 3 die al voor het middaguur van start ging met het Belgische Mintzkov (Main, 11u15). De groep uit Lier presenteert dit najaar een nieuwe plaat en mocht hiervan al de sluier wat komen oplichten in Hasselt. Al echoot dEUS dwars doorheen het ganse ouevre van de groep, dat belet niet dat tal van aardige songs komen bovendrijven die de groep in eigen land vast ruimere bekendheid zouden moeten kunnen opleveren dan nu slechts het geval is. Pukkelpop vonden wij alvast een geslaagde zet in die richting.
4 jaar geleden zagen we The Noisettes (Main, 12u25) op Pinkpop. Het trio beleefde toen hoogdagen dankzij het singelsucces van – zelfs zonder het te kennen zingt u het meteen mee - “(I’ll)Never forget you”. Door het ontbreken van opgemerkte singels op hun jongste plaat “Contact” bleven The Noisettes wat onder de radar het voorbije jaar en waren het vanzelfsprekend ook die oude hitjes die het publiek tot aan het hoofdpodium brachten. Zangeres Shingai Shoniwa was echter dermate enthousiast én goed bij stem dat de groep vooral bewees meer te zijn dan one hit wonders. Ook de uitgebreide bezetting met 2 extra muzikanten gaf de band een volwassener geluid dan dat waarmee we de groep 4 jaar geleden voor de kiezen kregen. Het zou jammer zijn deze aanstekelijke groep, bij gebrek aan hits, te zien verdwijnen in de anonimiteit.
Net als Mintzkov zullen ook landgenoten The Sedan Vault (Wablief ?!, 13u50) dit najaar nieuw werk presenteren. Het openingsnummer dat ze op Pukkelpop ten berde brachten was een mokerslag van jewelste maar gaandeweg kwam toch wat meer reliëf in het overwegend robuuste materiaal van het Etterbeekse trio. Niet bij voorbaat afgeschreven dus deze experimentele rockers.
I am Kloot (Marquee, 14u45) stond vooraf met stip in ons programmaboekje genoteerd. Sinds ze de studio deelden met Guy Garvey van Elbow als producer voor hun laatste “Let it all-in” heeft de groep eindelijk wat aan bredere bekendheid gewonnen. I am Kloot mag best als één van Engelands best bewaarde rockgeheimen worden genoemd want songs als “Hold back the night” en “From your favourite sky” zijn niet minder dan pareltjes waar de gehele mensheid mee zou moeten kennismaken. In Hasselt tekenden ze met een heerlijk concert alvast voor ons eerste échte hoogtepunt van de dag.
Voor Alabama Shakes (Main, 15u25) worden het spannende maanden. Zal de groep er immers in slagen om het succes van debuut “Boys and Girls” verder weten te continueren. Op Pukkelpop werden vooral opnieuw de troeven van zangeres Brittany Howard uitgespeeld. Het dominante stemgeluid in combinatie met haar strenge blik dwongen een voor het eerst volgepakte weide  tot luisteren naar “Hold on” en het minstens even sterke “Hang loose”, al hadden we het gevoel dat de groep in dit stadium nog iets beter op maak te brengen is in intiemere omstandigheden.
‘Te snel te groot’ is een gevaar dat om de hoek loert, zo concludeerden we ook gelijk erna voor het duo van Deap Vally (Club, 16u25). De 2 dames uit Los Angeles lijken vestimentair uit een foute B-film te zijn gestapt, geven op wulpse wijze stevig van jetje op gitaar en drums maar missen goede songs om langer dan 10 minuten te kunnen boeien. Daarmee valt voor ons de buzz rond hen, die de voorbije maanden de kop opstak, zo plat als een doorprikte ballon. Van openingsnummer “Baby I call hell“ passeerden er gewoon nog 10 afkooksels.
Minstens even rechttoe rechtaan, maar dan wél met de songs, ging het er aan toe bij Triggerfinger (Main, 17u05). Vlaanderens powertrio zit al 2 jaar op het hoogste schavot en doet voor ze binnenkort aan een nieuwe plaat beginnen deze zomer nog eens een rondje Europese festivals waarvan slechts één datum op eigen bodem. Afgaande op de massale publieksbelangstelling kunnen we bezwaarlijk zeggen dat dit concert er één te veel was al viel op Pukkelpop weinig verschil – setlist, podium, gimmicks, kledij - op te maken met voorgaande gelegenheden. Het voordeel aan zo’n reprise is dat je aan alles voelt dat er middenin wederom zo’n hoog “shake for me”-gehalte zit aan te komen en een knaller als “Is it” zal besluiten. Terecht trots mogen we zijn dat Triggerfinger dit brouwsel Europa ronddraagt. Pauze nemen nu heren en ons dan terug verrassen met nieuw werk.
Foals (Main, 18u45) is een groep in opmars. Op Pukkelpop maakten ze middels een zelfzeker concert de voorspelling dat ze wel eens groot zouden kunnen worden erg aannemelijk. De groep weet immers  als geen ander een groove (“My number”) neer te zetten die aanstekelijker is dan een fles brandalcohol boven de barbecue. Maar evengoed brult zanger Yannis Philippakis gevaarlijk de massa toe(“Inhaler”) of wordt de spanning in een nummer langzaamaan opgebouwd (“Late night”). Dat fans van de groep zich zelfs, getuige enkele full monty’s op de voorste rijen in Hasselt, van hun kleren ontdoen zegt genoeg over de aantrekkingskracht van deze band.
Ook zonder kleren, maar mooi bedekt door een mannenlichaam over de schouders heen, verscheen Natasha Kahn vorig jaar op de hoes van haar derde Bat For Lashes (Marquee, 19u25) plaat. Op Pukkelpop  verkoos ze (helaas) een salopette met bloemenmotief. Eenmaal achter de microfoon ontpopte Kahn zich tot een zalig zingende nimf die elke hoge noot moeiteloos pakte. Het soms wat kille plaatgeluid werd door een secuur spelende band een pak voller ingekleurd wat het concert ver boven onze verwachtingen deed uitstijgen. Dat “Daniel” de set ging afsluiten op een hoogtepunt was te voorspellen, het kippenvelmoment bij uitstek ging er 2 nummers aan vooraf (“Laura”). U voelt onze conclusie al komen: hét concert van de dag!
Met een langverwachte nieuwe plaat lijkt het alsof Franz Ferdinand (Main, 20u15) na 4 jaar eindelijk terug is van weggeweest. Dat dit velen tot tevredenheid stemt bewees een nagenoeg volgepakte weide voor het hoofdpodium. Het blij weerzien was duidelijk wederzijds want de overgave waarmee het viertal, en vooral zanger Alex Kapranos, zich op de weide stortte werkte bijzonder aanstekelijk op de massa. Het duurde niet lang (tja… openen met “The dark of the Matinée”) of alle handen gingen tot achteraan de lucht in. Met “This fire” en “Take me out” was het nog voor slotsong “Ulysses” al ‘game, set and match’ voor de Schotten. Ook al onderscheiden songs van recentere datum zich iets moeilijker van de oudjes, toch blijft dit een heerlijke live groep. Blij dat ze terug zijn!
De zusjes Haim (Club, 21u15) mochten na Werchter ook op Pukkelpop hun opwachting maken. De vele festivals van de voorbije weken hebben hun korte set al ietsje beter gekneed dan begin juli, al blijven de pijnpunten dezelfde. Het voelt allemaal nog wat onafgewerkt aan waardoor de warme ontvangst van hitje “Don’t save me” eigenlijk nog niet in verhouding staat met de uitvoering ervan.
The XX (Main, 22u00) schopten het in 3 jaar van debutant naar headliner op een groot festival. Dat het onderkoelde en ingetogen geluid van dit trio inmiddels vlotjes kan worden opgepikt door grote festivalweides wordt ongetwijfeld ooit wel eens voer voor wetenschappelijk onderzoek. Op Pukkelpop dwarrelden  in een waas van rook en wit licht de twee silhouetten van Romy Madley Croft en Oliver Sim over het podium terwijl achter hen – in het geheel minstens even belangrijk – Jamie Smith een laagje synths, loops en percussie legde. De lucht boven de weide werd instant zwanger van ingehouden emoties en legde duizenden het zwijgen op. Croft, klokslag middernacht een jaartje ouder op Pukkelpop, ziet er niet alleen uit als Tracey Thorn, ze klinkt ook als haar. Ook de zachte streling van haar Gibson gitaar werkte zalvend. “Night time”, “VCR” en “Islands” waren de hoogtepunten in een set die eigenlijk geen zwak moment kende.
Alsof het voorgaande nog niet voldoende was besloten we ons dagje Pukkelpop vervolgens met 70 minuten Opeth (The Shelter, 00u00). De groep uit Zweden hinkt een beetje op twee genres wat de luisterinspanning er niet gemakkelijker op maakt. Een deel van hun platenwerk valt binnen het deathmetal genre, het overige gaat gemakkelijkheidshalve onder de noemer progressieve rock door het leven, waardoor tijdens één concert de songs dus uit verschillende hoek komen aangewaaid. Zanger Mikael Akerfeldt – wie het woord stoïcijns uitgelegd wil krijgen heeft aan deze man het perfecte voorbeeld - durft hier ook al eens droogjes opmerkingen over maken. Zo kondigde hij het tweede nummer van de avond (“Ghost of perdition”) aan als een wiegeliedje… Geen tent op Pukkelpop echter die bruusker werd wakker gehouden op dat moment. Gevolg: slechts een halve set (“The Devils Orchard”, een subliem “Atonement”, het prachtige akoestische “Demon of the fall” en het van een heerlijk basloopje voorziene “The lines in my hand”) lagen we aan hun voeten. Rare jongens toch die Zweden.
Besluitend: reken bij al het voorgaande lekkers ook nog eens een vlekkeloze organisatie en prima campingfaciliteiten en je komt uit bij de perfecte festivaldag. Bij deze onze welgemeende excuses voor de jarenlange afwezigheid!