Wednesday, October 30, 2013

Foals Razzmatazz/Barcelona (ESP) 27/10/13

Nu we stilaan de bocht zijn ingegaan naar het jaareinde mag er al eens achteromgekeken worden en één van dé namen van 2013 die daarbij voor ons prominent in het oog springt is het Britse Foals. Het vijftal uit Oxford is aan een gestage opmars bezig met hun derde album “Holy fire”, zopas ook heruitgebracht inclusief “Royal Albert Hall” live DVD. Dat we de groep ook meetelden bij de betere van een dagje Pukkelpop deed ons al verwachtingsvol uitkijken naar één van de data op een najaarstoernee langs Europese zalen. In combi met El Classico (uitslag 2-1!) en een vriendenuitstap (@PVandenbrande, you know you are!) werd het voor ons de Razzmatazz in Barcelona, een zaal die er eigenlijk meer uitziet als een discotheek maar qua capaciteit met de Gentse Vooruit te vergelijken is. Om U een idee te geven: in dezelfde zaal waren recent ook Editors te gast. Voor de gasten van afgelopen zondag mocht aan de voordeur overigens ook het bordje ‘uitverkocht’ worden opgehangen.
Stipt om acht uur ging de opwarming met voorprogramma Everything Everything (EE)van start, in een tjokvolle zaal én met buitentemperaturen rond de 30° eigenlijk volkomen overbodig. De groep kampte met een weinig oorstrelende geluidsmix, al belette dat de aanwezige Barcelonezen niet om de groep hartelijk te ontvangen. Joke Schauwvlieghe’s decibelgrens werd ruim overschreden wat de op plaat mooi gestileerde songs niet bepaald ten goede kwam. De set wisselde knappe momenten (“MY KZ, YR BF”, “Radiant”) af met songs die net een tikkeltje te veel experimenteerdrift in zich hadden (“Schoolin”, “Sufragette Sufragette”). Ook de falsetto van zanger Jonathan Higgs werkte ons een beetje op de zwetende heupen. Jammer voor EE, maar hun land- en genre-genoten van alt-J hebben hen inmiddels in alle regionen overklast, geen goede zaak dus voor een groep die drie jaar terug eigenlijk zelf nog als ‘the next big thing’ werd aangeprezen.
Van een slechte klankbalans was bij de start van Foals alvast geen sprake meer. Hun ”Prelude” kwam geholpen door een knappe lichtshow als een erg imposante opener de Razzmatazz binnen en greep ons meteen stevig bij het nekvel. Een zaal die er duidelijk zin in had en voor een zuiders warme ontvangst zorgde gaf de groep, nog maar pas de start voorbij, meteen de wind in de zeilen voor een onweerstaanbaar trio’tje met “Total life forever”, het hoekige “Olympic airways” en het van massale publieksparticipatie voorziene “My number”. De groep ging onverstoord op dat elan verder met een fantastisch “Blue blood” en het opzwepende “Providence”. Zanger Yannis Philippakis is zoals we al hadden gemerkt op Pukkelpop niet vies van enige publiekstoenadering en wierp zich in die laatste (letterlijk) vol overgave op het Catalaanse publiek. Terwijl de groep de vaart in het nummer hield klauterde de man terug het podium op om vervolgens uit te pakken met het in Barcelona magistraal gespeelde en door diezelfde Yannis gezongen “Late night”. Tot dusver al een gedenkwaardige avond en dan moest de rest nog komen! Voor een zaal die niet meer onder het kookpunt geraakte zorgden nog tal van songs voor meer dan gemiddelde opwinding (“Red socks pugie”) én kippenvel (“Spanish Sahara”). Alvorens “Electric bloom” de set mooi tot stilstand bracht had Philippakis zich in het voorgaande “Red socks pugie”, ditmaal van het (lage) balkon, nogmaals in het publiek geworpen. De groep, zich vast bewust van een bijzondere avond, gooide er nog drie bissen achteraan, zelfs ééntje meer dan de setlist officieel aangaf. Het uit de begindagen afstammende “Hummer” beet de spits af, maar het was vooral het woeste “Inhaler” dat Foals nog eenmaal boven zichzelf liet uitstijgen. Het nummer overtrof in Barcelona zelfs de plaatversie. Het springerige “Two steps twice” ronde finaal een beresterk concert af.
De conclusie lag zelden zo voor de hand. Met een groep boordevol overgave, op het best van hun kunnen, een goed in elkaar geknutselde setlist, perfecte klank en een zaal die hier welwillend op anticipeerde zorgde Foals in Barcelona voor één van de sterkste concerten die we de afgelopen jaren hebben gezien. Mocht u nog niet weten wat gedaan op 11 november, die dag moet het Koninklijk Circus van Brussel er aan geloven. Ware het niet dat we een afspraak hebben met Arctic Monkeys, we brachten u allen hoogstpersoonlijk tot ginder!
[met dank aan de lichtman van dienst voor de setlist]


Saturday, October 26, 2013

Steven Wilson Het Depot/Leuven 24/10/13

Wat initieel leek als een aardig tijdverdrijf naast Porcupine Tree is inmiddels uitgegroeid tot een volwaardige carrière: Steven Wilson solo. Met zijn dit jaar verschenen derde én beste plaat “The Raven that refused to sing” heeft Wilson ook een stap weten te zetten buiten het niche-publiek dat tot dusver de weg naar zijn platen had gevonden, de meesten wellicht louter op basis van zijn werk bij Porcupine Tree. Het voorbije half jaar zag Wilson al zowat alle uithoeken van de wereld. Dit voorjaar nog speelde hij al een knap concert in de Arenberg van Antwerpen en als klap op de vuurpijl wist hij vorige zondag nog de Londense Royal Albert Hall te vullen. Als het er dezer dagen op aankomt iemands relevantie af te meten toch nog steeds een sterke referentie. Donderdag was, 4 dagen na de befaamde Albert Hall, een uitverkocht Leuvens Depot aan de beurt.
Geen idee hoe je als artiest aankijkt tegen een dergelijke schaalverkleining maar aan Wilson was het de ganse avond alvast niet te merken. Hij gaf een erg ontspannen indruk, nam tussen de songs door veel het woord en leek oprecht tevreden met de warme ontvangst in een stad waar hij nog nooit van had gehoord. Het concert van eergisteren kreeg een lange introductievideo mee waarop een straatmuzikant zich (een beetje tergend) traag aan het klaarmaken is voor de job. De man in beeld is onherkenbaar en doet uiteraard vermoeden dat het Wilson zelf is. De film eindigde bij de aanslag van het eerste akkoord waarop Wilson simultaan met akoestische gitaar het podium van het Leuvense Depot kwam opgelopen, zich verzekerend van herkenningsapplaus door uit te pakken met een classic van Porcupine Tree (“Trains”). Voor nummer twee van de avond kwamen uiteraard zijn begeleidende muzikanten tevoorschijn. “Luminol”, niet het enige nummer van de avond dat brak met alle conventies aangaande duurtijd van songs, finishte ruim over de 12 minuten. Vreemd genoeg sloeg de verveling geen seconde toe. Daar zat, naast de uiteenlopende sferen die het nummer opzoekt, ook het verbluffend technisch meesterschap van bassist Nick Beggs, drummer Chad Wackerman en Govan Guthrie op gitaar vast voor iets tussen. Die laatste wist ook in het van de prachtige video voorziene “Drive home” en het nieuwe (en in Leuven) als “German bite” gedoopte bovenaards te schitteren. Wilson vroeg om van deze nieuwe song geen filmpjes te uploaden op het net. Op die manier kunnen songs “on the road” ongestoord worden uitgetest en krijgen bezoekers van zijn concerten toch dat extraatje. We hebben het nog niet getest maar afgaande op de instemmende reactie van de zaal leek iedereen vastberaden Wilson’s verzoek op te volgen. Vele songs baden in een mysterieuze waas en zoeken ook tekstueel gevallen aan de rand op. Zowel in “The watchmaker”, het fantastische “Index” (een waar topmoment in Leuven) als in “Raider II” wordt je als luisteraar weliswaar “in stijl” in wat gruwel meegetrokken. Hoe lieflijk de aanhef van “The watchmaker” ook moge klinken (laat er geen misverstand over bestaan: één van Wilson’s beste), de song handelt over een horlogemaker die zijn vrouw na 50 jaar huwelijk ombrengt en begraaft onder zijn werkvloer. Muzikaal zoekt het nummer vele kamers op, in twee er van huizen ook Pink Floyd en Rush. Dat Wilson’s creativiteit in het maken van songs erg ver kan gaan bewijst hij met misschien wel het vreemdste en tegelijk ook zwaarste stuk uit zijn songcatalogus “Raider II”, naar eigen zeggen een favoriet om te spelen en vandaar dus ook vaste prik op iedere setlist. Op de plaat gaat het nummer de grens met de 20 minuten voorbij: in Leuven werd het ietsje ingekort maar dat maakte het geenszins hapklaar. Wie met volle blaas of dorst zat zag hier in afwachting van de finale met het schitterende “The raven that refused to sing” zijn kans schoon. Bis “Radioactive toy” zette daarna de kroon op het werk. Met dit Porcupine Tree nummer uit Wilson’s begindagen bleek de cirkel van dit concert na ruim 2 uur helemaal rond. Steven Wilson blijft een vreemde eend in de bijt. De Britse krant The Guardian liet na de Albert Hall begin vorige week optekenen dat Wilson “zijn lange en vreemde trip zal verderzetten, of de wereld nu toekijkt of niet”. Reken ons, na het derde én beste concert dat we van de man hebben gezien in anderhalf jaar tijd, maar bij de eerste categorie.


Monday, October 14, 2013

Paul Carrack Effenaar/Eindhoven (NDL) 13/10/13

Voor een calculatie van het aantal groten uit de popmuziek die voorkomen in de bio van de inmiddels 62-jarige Carrack is één telraam vast niet voldoende . Zowel Carrack’s stem als zijn muzikanten- en songschrijverstalent waren de voorbije 4 decennia immers fel gegeerd door de Elton Johns en Eric Claptons van deze wereld. Ook zijn lidmaatschap bij groepen als Squeeze en Mike and The Mechanics leverde tal van singels op die het collectieve popgeheugen zijn ingegaan. Tegelijk onderhield de man al die jaren ook nog eens een solocarrière die wel niet vrij van (jaren 80) hits bleef maar helaas nergens boven de middelmaat uit stak. Vreemd genoeg kent het grote publiek bij ons wel zijn songs – eenmaal het refrein van “How long” voorzingen volstaat doorgaans - maar nauwelijks de man erachter. In België bleek er dan ook nergens (meer) plaats te zijn voor een Carrack concert maar bij onze Noorderburen is hij gelukkig sinds jaar en dag een graag geziene gast in het clubcircuit. Dan maar naar Eindhoven dachten we op een herfstige zondagnamiddag.
Voor Carrack naar het podium van de Effernaar werd geleid was het eerst de beurt aan lokaal singer-songwriter talent Sara Bonne. Geholpen door één gitarist trachtte deze Eindhovense ons te overtuigen van haar vorig jaar verschenen debuut “Testimony”. De zaal sloeg nauwelijks acht op haar aanwezigheid, evenmin aan haar vrijblijvende liedjes, en kletste het half uur door terwijl de onfortuinlijke Bonne de geluidstechnicus tot vervelens toe trachtte duidelijk te maken dat haar monitor te stil stond. Dat alle gespreksstof op bleek te zijn bij het verschijnen van Carrack zal het zelfvertrouwen van Bonne evenmin een boost gegeven hebben.
Carrack kwam het podium op vergezeld van zijn 5 koppige band. Op het zicht af had u ze vermoedelijk ook allemaal eerder geassocieerd met ambtenaren van de dienst pensioenen in Brussel maar hun muzikaal vakmanschap bleek gelukkig garant te staan voor een creatievere broodwinning. Loepzuiver en met alle noten op hun plaats trok “Don’t shed a tear” de avond op gang. Deze singel, alhoewel geen nummer van zijn hand, bezorgde eind jaren 80 Carrack wekenlang een verblijf in de Bilboard Hot 100. De gouden stem die Carrack nu al een carrière lang typeert bleek in Eindhoven ongeschonden de jaren te zijn doorgekomen waardoor de Squeeze classic “Tempted” een werkelijk perfecte versie meekreeg en ons prompt koude rillingen bezorgde. Een zekere gelukzaligheid om deze man eindelijk solo aan het werk te kunnen zien én horen was ons deel. In het gebied tussen pop en soul verkeert deze Carrack in bloedvorm, getuige daarvan het in Eindhoven van een prima sax solo voorziene “Better than this”. De set ging vervolgens langsheen vele kamers van Carrack’s loopbaan maar liet met “If I should fall behind” van Springsteen ook de man’s goede neus voor covers horen. “Good feeling about it” en “Just 4 tonight” uit Carrack’s laatste album waren, zeker met een handvol pop evergreens dicht in de buurt, dan weer té lichtvoetig om écht te kunnen imponeren. Met “How long” en (bis) “Over my shoulder” kreeg Carrack de zaal pas echt goed mee.. Het eerste is zonder enige twijfel zijn ticket voor de eeuwigheid en de tweede bleef in de categorie ‘gladde jaren 80’ net als “The living years” vooral dankzij Carrack’s stem en performance nog steeds fier overeind. Met topnoteringen voor die laatste 2 in Amerika heeft Carrack ook ongetwijfeld het betere pensioenfonds op zak gestoken. In Eindhoven – de kans om bekenden tegen het lijf te lopen was nihil – vervulden we onze plicht om al deze classics van luid applaus, en op eenvoudig verzoek van Carrack ook van wat gezangen, te voorzien.
De man heeft het vast niet meer nodig om dit langs kleine zalen in Europa rond te dragen maar etaleert zijn klasse zo gul en ogenschijnlijk zo gemakkelijk dat het alvast in Eindhoven genieten was van begin tot einde. Dat deze klasbak hier al jaren over het hoofd wordt gezien is niet bepaald een referentie voor ons eigen clubcircuit. Hopelijk voelen Het Depot, de Handelsbeurs of de Arenbergschouwburg zich alvast wat aangesproken in deze boodschap.


Thursday, October 03, 2013

Peter Gabriel Vorst-Nationaal/Brussel 1/10/13

Alsmaar lucratiever zijn tournees opgehangen aan het verleden. Ook voor Peter Gabriel die momenteel opnieuw de baan op is met een jubileum concertreeks rond het 25 jaar oude “So” lopen de zalen vol. Gelukkig had de wc dame er zelf eentje mee want in Vorst-Nationaal was geen leeg zitje meer te vinden eergisterenavond. En voor we doorgaan met de essentie: goed dat het Antwerpse Sportpaleis het qua organisatie weldra overneemt in Vorst want ook nu was het met ongenummerde plaatsen en 2 prijscategorieën weer een frustrerende bedoening. Een goed zitje bemachtigen is daarbij een kwestie van vooraf een financiële bonus betalen of vroeg genoeg aan Vorst arriveren en veel geluk hebben.
Peter Gabriel is één van de weinige artiesten waarbij aan de integriteit geen seconde wordt getwijfeld, ook niet bij een recyclage toer als deze. Aan alles, vorm en inhoud, van dit “Back to front” concert kon je immers merken dat het geen snel winstbejag betrof. Met, zoals hij het zelf tweetalig aankondigde, als dessert een integrale uitvoering van “So” op het menu had Gabriel voor de gelegenheid bovendien ook alle (top-)muzikanten van destijds terug meegebracht. Naast vaste waarden Tony Levin en David Rhodes betekende dit vooral ook de aanwezigheid van de Parijse sterdrummer Manu Kathé. Die moest bij aanvang wat langer in de coulissen blijven staan want Gabriel opende de avond in zijn eentje achter de piano met een nieuwe onuitgegeven song gevolgd door een knap “Come talk to me”. Daarbij gingen de stemmen van Gabriel en zijn achtergrondzangeressen Jennie Abrahamson en Linnea Olsson alvast een innige omhelzing aan. Intussen bleven de zaallichten branden in een bij aanvang enthousiast reagerend Vorst. Ook “Shock the monkey” en “Family snapshot” maakten in een hun akoestische bewerking een goede beurt. In die laatste doofden de zaallichten en gingen Gabriel en band over in elektrische modus. Het concert ging daarmee een beetje bruusk andere sferen opzoeken. Zo kwamen we via “Secret world” terecht bij “The family and the fishing net” en het knappe “No self control”, 2 songs die duidelijk aanspraak maakten op een ander doelpubliek dan dat van onze buurvrouw. Dat Gabriel ook een verleden heeft in de symfonische rockmuziek was haar kennelijk vooraf niet medegedeeld. Haar beide armen gingen echter weer opgelucht omhoog bij een bevrijdend “Solsbury hill”, af te meten aan het overweldigende applaus Gabriel’s populairste van de avond en dan was van “So” op dat moment nog geen song gelost. “Red rain” gaf daarvan even later het startschot, opgesmukt met erg smaakvolle visuals en een Manu Kathé die zijn klasse uitvoerig kon tentoonspreiden. Met erna een pittig “Sledgehammer” en het met Jennie Abrahamson gebrachte “Don’t give up” kende het concert een ware piek. Niets zo ondankbaar als Kate Bush trachtten te doen vergeten dachten we maar die Jennie bracht het er in Vorst verdienstelijk van af. In dit stadium van het concert werd de volgorde van de plaat gerespecteerd wat niet gelijk stond met de reeds opgebouwde sfeer op peil houden. Ondanks smaakvolle uitvoeringen van “Mercy street” en het leuke “This is the picture” leek Vorst richting bissen toch wat in te dommelen zodat recht veren voor slotsong “In your eyes” geen evidentie meer was. We keken met een ganse zaal mee uit naar het moment waarop, zoals in 1987, Youssou N’Dour het nummer naar Afrikaanse hoogten zou loodsen maar dat was tevergeefs. Met stand-in Jennie bleef de verwachte apotheose dus een beetje uit al had Gabriel zijn bisreeks zeker verdiend. Bij het aanzwellen van “Biko” was duidelijk dat hiermee het einde in zicht was. Vorst nam, zoals dat al decennialang het geval is bij Gabriel concerten, de song over van zijn maker. Gabriel had ingeleid met een hulde aan mensen die ook vandaag nog hun leven op het spel zetten voor vrijheid en tegen onrecht. Wie twijfels had over de ( politieke) relevantie van die song op vandaag kon zijn mening meteen bijstellen.
D
e grootte van een artiest kan vandaag ook worden afgemeten aan de zorg die hij besteed aan zijn eigen verleden. In het geval van dit “Back to front” concert haalde Gabriel in Vorst dan ook moeiteloos de onderscheiding binnen.