Wednesday, March 26, 2014

Status Quo "Frantic Four" Lotto Arena/Antwerpen 25/03/14

Voor vele groepen is het artistieke zelfmoord om zich doorheen hun bestaan niet verder te ontwikkelen. Voor Status Quo was het juist een kwestie om in de buurt van het originele recept – rock op een bedje van boogie - én de oude hits te blijven om fans en publiek tevreden te houden. De tandem Francis Rossi en Rick Parfitt op zang en gitaar is al die jaren ondeelbaar gebleken maar dat was niet het geval met andere groepsleden. Het viertal dat de groep medio jaren 70 naar grote successen had geleid, met naast eerdergenoemden ook bassist Alan Lancaster en drummer John Coghlan, vielen elkaar na decennialang geruzie - tot zelfs in de rechtszaal toe - vorig jaar geheel onverwachts terug in de armen voor een éénmalige concertreeks. De vraag naar meer van deze “Frantic four” concerten bleef na afloop echter aanhouden waardoor dit voorjaar alsnog nieuwe data werden geboekt. Na deze concertreeks gaat Quo echter weer verder zonder hun oude kompanen. In Antwerpen bleek de belangstelling voor deze heruitgave van Quo niet gering; de Lotto Arena liep nagenoeg helemaal vol. Dat de groep in september laatstleden nog in dezelfde zaal was aangetreden was blijkbaar voor velen geen reden om verstek te laten gaan. Wij voerden onze eerste partij luchtgitaar op oude Quo aan als alibi om deze ‘trip down memory lane’ niet hoeven te missen. Wie vooraf de moeite had genomen om zich te informeren over dit bijzondere Quo concert wist dat de avond zou beperkt blijven tot werk dat 1976 als uiterste datum heeft. Toen om klokslag negen uur de zaallichten doofden en dezelfde aankondiging als destijds op het befaamde live-album door de boxen schalde konden we onze klok dus meteen 40 jaar terugdraaien. Met het platen materiaal half zo oud en de uitvoerders minstens dubbel zo jong waren de visuele verschillen na het wegvallen van het doek het snelst op te merken: van lange haren was nog nauwelijks sprake, of in het beste geval fors ingekort en of uitgedund. Jammer ook van de wat smakeloze ‘Top of the Pops’ lichtshow die boven de groep hing; de spots uit de oude doos hadden hier beter op hun plaats geweest. Bassist Alan Lancaster nam alvast openers “Junior’s wailing” en “Backwater” voor zijn rekening terwijl het duo Parfitt/Rossi een beetje discreet op het achterplan de gitaren warm speelde. Al konden we bezwaarlijk spreken van een aarzelende start, écht onder stoom kwam het viertal pas bij “Little lady/Most of the time”, niet toevallig geheel aangetrokken door Parfitt en Rossi. Ook “Rain” en het destijds op verboden substanties in elkaar geknutselde “Forty-five hundred times” (tikkeltje teleurstellend korter dan de oude live versie) waren vintage Quo en klonken kortweg fantastisch. De sound van weleer bleef ondanks toch een wat licht onzekere Coghlan goed overeind en ook het geluid zat in een zaal met een twijfelachtige reputatie op dit vlak goed mee. Voor fans van het eerste uur moeten songkeuzes als “(April) Spring Summer and Wednesdays”, “Railroad” en “Oh baby” voor een instant orgasme hebben gezorgd, collectief enthousiasme steeg uiteraard pas op wanneer de beginakkoorden van het onverwoestbare “Down Down” werden ingezet. Met het van The Doors overgenomen “Roadhouse blues” ging de groep vervolgens lekker door naar de finish. Wel mooi om zien dat daar de heren geflankeerd door een extra mondharmonicaspeler broederlijk dicht tegen elkaar kwamen aanleunen. Het scenario voorzag slechts twee bissen: “Caroline” en Chuck Berry’s “Bye bye Johnny”. Beiden konden rekenen op een volle Lotto Arena als extra stem. Dat het hierbij bleef zorgde voor voelbare ontgoocheling in de zaal want ontbrak hierna geen “Roll over lay down” als passende kers op de taart?
 Het voortschrijden van de jaren viel moeilijk te ontkennen in Antwerpen (zeker niet bij Lancaster en Coghlan) maar door trouw te blijven aan het geluid en de songs van weleer had dit reünieconcert zeker zijn waarde. De aanwezige fans die de groep destijds, voor de latere (plattere) hitparade successen, mee hadden groot gemaakt werden door deze ‘Frantic four’ bezetting in Antwerpen nog eens extra verwend. En wij? Wij haalden eindelijk onze luchtgitaar nog eens van de wilgen.
[@PVandenbrande: dank voor enkele redactionele tips!]

   

Saturday, March 22, 2014

The Sore Losers + Horses On Fire 4AD/Diksmuide 21/03/14

Onze inspanningen om ook voorprogramma’s mee te pikken leverden de jongste jaren meer niet dan wel resultaat op. Zowel The Sore Losers als Horses On Fire zijn echter 2 (inlandse) namen die na eerste kennismaking onderweg meteen zijn blijven hangen. De eersten speelden in de nasleep van Rock Rally finale editie 2010 een goede beurt in de AB voor Kasabian en Horses On Fire maakten 2 jaar later in dezelfde zaal het wachten op Rival Sons aangenamer dan doorgaans bij wachten het geval is. Sindsdien verloren we beide bands niet meer uit het oog en haalden Horses On Fire datzelfde jaar zelfs ons eindejaarslijstje met een containerconcert op het Gentse Boomtown. Van die 40 overheerlijke minuten beginnen we ook vandaag nog spontaan te stampvoeten. Zelden een stel jonge honden gezien die zo vol goesting hun ding deden. Af en toe is het lot ook ons eens gunstig gezind, zoals toen ten kantore van de Diksmuidse club 4AD beide bands, die kortgeleden een nieuwe plaat hebben gelost, voor één en dezelfde avond samen werden geboekt. En weg waren wij…
De teugels van Horses On Fire werden voor hun tweede “Any kind of storm” productioneel in handen genomen door dEUS drummer Stephan Misseghers. Dat is er wat aan te horen in die zin dat de songs wat meer radiofähig klinken dan op hun debuut. Ook op het podium van de 4AD merkten we dat de jeugdige stürm und drang gecontroleerder was dan ten tijde van hun debuut en de textuur van het songmateriaal een opvallende groeischeut heeft gekend. De groep opende met het erg aanstekelijke “Battle royale” en koos vervolgens voor een overgewicht aan nieuwe songs in hun toebedeelde speeltijd. Dat leverde in Diksmuide alvast met “Houdini”, “Red fire” en “Giant hand” 3 sterke songs op in een strak gespeelde set die als geheel overtuigend de progressie van de groep in de verf zette en het beste mag doen verhopen dat dit vooralsnog goed bewaard geheim van de Gentse rock scène gauw mag worden opgepikt door een ruimer publiek.
Wellicht geholpen door het recente singelsucces op Studio Brussel (“Girls gonna break it” en “Working overtime”) keken The Sore Losers gisteren een volle 4AD in de ogen. In bijna 90 minuten trakteerden de Limburgers Diksmuide op een uitgebalanceerde set die goed het midden hield tussen de nieuwe plaat en hun debuut. Het was moeilijk om al die tijd de ogen en oren niet te richten op gitarist Cedric Maes, voormalig lid van het ter ziele gegane El Guapo Stuntteam maar nu klaarblijkelijk erg in zijn sas bij deze Sore Losers. De man schudde met verbazingwekkend gemak de ene klassieke riff na de andere vingervlugge solo uit de mouw. Dat de geest van Led Zeppelin rondwaart in het werk van The Losers is sinds hun “Whole lotta love”-tribute aan de onlangs 70 jaar geworden Jimmy Page geen geheim meer. In de westhoek spookten dan ook flarden “Good times bad times” en “Baby I’m gonna leave you” door ons hoofd terwijl de set de steeds enthousiaster reagerende zaal aan de kook bracht. Met “Blue shoes” hurkten ze dan weer comfortabel aan bij het beste van The Black Keys, ook geen schande vinden we. De set eindigde met een erg sterk “All my friends” waarin alles mooi samenkwam: de neus van de heren voor een klassieke rocksong, Maes die zowel fluweelzacht als bruut te keer kon gaan en een voortreffelijke zangpartij van Jan Straetemans er over heen. Wanneer Horses On Fire gitarist Thijs De Cloedt de groep vervoegde om de degens te kruisen met Maes voor een met pittige solo’s gepimpt “Beyond repair“ was het in de Westhoek “game, set and match” voor The Sore Losers.
Om het in ‘14-18’ termen uit te drukken: Diksmuide is al gevallen voor het offensief van zowel Horses On Fire als The Sore Losers. Moge hun beider zegetocht zich verder ten lande uitbreiden!