Matthew E White oogstte in 2012 lovende kritieken voor zijn
debuut “Big Inner”, het bracht hem een jaar later zelfs naar Rock Werchter waar
hij – vroeg op de dag, dus onder beperkte belangstelling – in een tent de 4e
festival dag mocht aansnijden. Inmiddels heeft de man een 2e plaat “Fresh
blood” op de wereld losgelaten die mooi in het verlengde van zijn debuut ligt.
Deze uit Richmond, Virginia afkomstige White tapt uit een vat vol (Americana-)rock,
soul en jazz, heeft een warm en sussend stemtimbre en ziet eruit – dat kan geen
toeval zijn met het voorgaande – als onze Groene vriend Wouter Van Besien (ten
tijde van diens scoutsjaren wel te verstaan). Hoeveel geluk kan een man (niet)
hebben om mee door het leven te stappen…
Bij het binnenwandelen van de AB club viel meteen het
beperkte instrumentarium op dat was opgesteld achter Lisa O’Neill, de Ierse
zangeres die op haar eentje het voorprogramma voor haar rekening mocht nemen.
Het daagde meteen dat Matthew E White een half uurtje later, in tegenstelling
tot onze verwachtingen en eerdere data op deze tour, jammer genoeg zonder full
band zou aantreden. Bijgevolg opende White, slechts met 1 begeleider naast zich,
de avond met “Tranquility”, een beladen song opgedragen aan de betreurde acteur
Philip Seymour Hoffman die vorig jaar is bezweken na een fatale dosis heroïne.
Niet dat het een must is maar we hebben al concerten zwieriger weten beginnen. “One of these days” en “Feeling good is good enough” klonken in duo-uitvoering
met louter gitaren wat schraal. “Rock’n’roll is cold” – tot op dat moment wel
vonden we - slaagde er uitgekleed gelukkig wél in om overeind te blijven evenals een bedwelmend mooi "Circle round the sun". Ook
White’s keuze om Randy Newman te coveren (“Sail away”) was voor het concert wat
een boei was voor de laatste Titanic overlevende: een redding. Maar daarmee was
het hoogtepunt bereikt. Niets van dat heerlijke (Sgt. Pepper/Beatle-) arrangement was terug te vinden in "Holy Moly", “Take care of my baby” miste de zwoele seventies blazers
en strijkers die het nummer op de plaat een onweerstaanbare aantrekkingskracht
geven en ook het voor het einde opgespaarde “Big love” had zonder zwart
achtergrondkoortje en bij afwezigheid van een heerlijke ritmesectie amper
zeggingskracht. White bleek nochtans erg in zijn nopjes om voor de derde keer
aan te treden in de AB en apprecieerde het luisterende oor van de zo goed als
volgelopen kleine club. Met van aan de toog uitdijende gesprekken op het uur
leek de aandachtslimiet echter toch te zijn bereikt. White dook de coulissen in
en keerde met 1 bis nog eens op zijn stappen terug.
Niets houdt ons na gisteren tegen deze erg vriendelijke man
(want zo bood hij zich na afloop van het concert signerend aan ter hoogte van
de eigen merchandise stand) te blijven volgen al zal het live onder de
voorwaarde zijn dat hij zich op een volgende afspraak met meer volk laat
omringen.