Thursday, May 14, 2015

Tobias Jesso Jr Les Nuits Botanique/Brussel 13/05/15

Met Tobias Jesso Jr. is dit jaar nog maar eens een singer-songwriter opgestaan die naadloos aansluit op de rijke jaren 70 traditie, denk aan Randy Newman, Harry Nilsson, John Lennon en Elton John. Toen hij na 4 jaar vruchteloos geluk beproeven als muzikant in L.A. bezwaard met een gebroken hart naar zijn thuisstad Vancouver terugkeerde nam de bas spelende Tobias nog eens plaats achter de piano en rolden de songs er haast vanzelf uit. Het eerste resultaat daarvan vond zijn weg 2 jaar geleden naar enkele demo’s. Met de hulp van o.a. Black Key Patrick Carney resulteerde al die huisvlijt dit jaar uiteindelijk in een met lof overladen debuutplaat “Goon”. Noem deze Tobias op zijn 29e dus gerust een langzaamaan bloeier. Met het recent opgebouwde succes verscheen deze Canadees gisteren alvast in een uitverkochte Grand Salon van de Botanique. Voor de zaalfreaks onder ons lezerspubliek: dit salon staat gelijk met de prachtige museumzaal van de Brusselse zaal.
Op een verre beat vanuit de grotere festivaltent na werd het iets voor halftien muisstil toen Tobias Jesso Jr alleen achter de piano plaatsnam, van enige begeleidingsband was geen sprake (dat was ook niet nodig, zo bleek snel). Bij de eerste noten van Black Star’s “Thirteen” verdween meteen ook die beat helemaal van onze radar en waren we vertrokken voor 60 minuten ongestoorde aandacht. “Can we still be friends” was een eerste schot met als mikpunt ieder teergevoelig hart in de zaal. Ook met “Bad words” (ja, tegen haar…) haalde Jr. zijn ziel dermate binnenste buiten dat er in de zaal wellicht mensen waren met een opkomende hoestbui die zich minutenlang hebben zitten inhouden. Dat zijn eigen platenbazen amper aandacht hadden besteed aan de demo van “True love” maar er zich achteraf wel over beklaagden dat het de plaat niet had gehaald bevestigt andermaal de stelling dat platenbazen doorgaans stront in de oren hebben en geen muziekliefhebbers zijn. Het fantastische nummer stuurde in een warme zaal moeiteloos een koude rilling over ieders rug. Vooraleer “Hollywood” – de zoveelste instant classic die u terugvindt op die debuutplaat – echt goed werd ingezet slaakte hij zelf een hoestje, om maar te zeggen, hier zat geen in elkaar geknutselde performer maar een mens van vlees en bloed. Naast het vlotjes capteren van enkele reacties uit de zaal ( op iemand die “How could you baby” riep – “Dat is niet op jouw verzoek, ik ging het sowieso spelen.”) kreeg ook zijn Belgische entourage meermaals een knipoog toegeworpen voor goed advies vooraf (“Belgisch publiek roept niet, ze klappen, dus snel doorspelen hebben ze mij wijsgemaakt”). Voor een handvol nummers verruilde Tobias de piano voor de akoestische gitaar en dat ging hem minstens evengoed af. Het lieflijke “The Wait” en “Tell the truth” beklijfden niet minder dan het overige nadrukkelijk op piano gegrondveste werk van de Canadees. De 2 songs waar hij tot op vandaag de meeste aandacht mee heeft weten te trekken zaten ook achteraan in de set: radiohit “How could you baby” en “Without you”. Die laatste mag dan wel wat flirten met onze bovengrens qua meligheid, het is een standaard lovesong die nog door vele generaties in de mond zal worden genomen. Met “Mother sweet” biste Tobias Jesso Jr dicht tegen John Denver aan. De song is het coming of age relaas van zijn relatie met zijn (ziek wordende) moeder. Zonder nog één woord met de zaal te wisselen - dat had hij gelukkig uitgebreid voordien gedaan - wandelde hij (geëmotioneerd?) het podium af.
Met zijn lengte en (Leo Sayer) krullen had het een basketter kunnen zijn, gelukkig voor ons kwamen andere talenten bovendrijven. Onze Raymond heeft al zalen zien leeglopen, deze Tobias zal ze de komende maanden en wellicht ook jaren vooral zien vollopen. Concertje om in te lijsten!

Friday, May 01, 2015

Blaudzun + Admiral Freebee Nacht Van de Arbeid Vooruit/Gent 30/04/15

Als we eer kunnen brengen aan de geleverde strijd voor onze sociale verworvenheden met een dubbelaffiche Blaudzun en Admiral Freebee tijdens een prelude voor de nakende 1 mei viering of door mee te marcheren in de stoet daags nadien zullen weinigen verbaasd zijn hier te lezen dat we voor de eerste optie kozen. Als zogezegde “Nacht Van de Arbeid” vormt de prachtige Gentse Vooruit al enkele jaren het decor van een sociaal-cultureel treffen aan de vooravond van 1 mei. Steevast worden enkele uitstekende muzikale namen bij elkaar gezet en voor deze editie gingen in de late namiddag zelfs ook enkele debatten door. Zo hebben we ons bij wijze van inleiding op de avond ook uitstekend vermaakt bij het panelgesprek met Psychiater Dirk De Wachter en Daan geleid door Martin Heylen. Een volle theaterzaal hing vooral aan de lippen van de eerste die nog enkele rake gedachten formuleerde op het aangesneden thema ‘geluk’.
Rond tienen zakten we aldus af naar de concertzaal voor Blaudzun. Terwijl concerten van de Nederlanders in Leuven en Kortrijk vorige week vlot waren uitverkocht troffen we in Gent amper een half gevulde zaal aan, en dat voor een groep die de radiohits op StuBru aaneenrijgt en over 8 weken mag aantreden op Werchter. Een mens mag er niet aan denken dat de rode sluier over dit gebeuren daar de reden zou van zijn… Of toch? Zanger Johannes Sigmund liet zich immers kort na het begin van het concert vragend ontvallen “of er doorheen de dag genoeg geluld was over belangrijke thema’s”. Misschien net daarom dat het concert zich wat aarzelend op gang trok maar geholpen door het beste (lees: de singels) van de laatste 2 albums gelukkig als een (1-) meiklokje gaandeweg mooi open bloeide. De groep stond een uur lang in de betere Arcade Fire-modus, met vele laagjes (trompet, xylofoon) enthousiast te spelen en kreeg de zaal – genoeg geluld of niet – vlotjes mee. Met een prima geluid en mooi van licht voorzien was dit, bezegeld met 2 bissen, zeker geen tussendoor maar wel een volwaardig Blaudzun concert dat het beste doet vermoeden voor wanneer deze wat excentriek ogende en nadrukkelijk bebrilde Nederlander weldra een pak meer Belgen in de ogen mag kijken op Werchter.
Nu maar hopen dat iedereen van Blaudzun tot dan gezond en wel mag blijven want een mens mag het niet gedroomd hebben dat Tom Van Laere aka Admiral Freebee een invalbeurt zou aangeboden krijgen. Spijts de tonnen talent die Van Laere ontegensprekelijk in huis heeft – en wij enkele platen van hem - kwam ook deze passage (onze zesde) niet boven de middelmaat uit. Godzijdank was de tegen dan aardig gevulde zaal met een verlengd weekend voor de boeg erg goedgemutst want met een stel kritische oren was het pijnlijk luisteren naar zoveel slordigheid. Het staat na gisteren voor ons vast dat aan Van Laere, een meester in het weinig origineel maar slim recycleren van alles wat zich tussen de Stones en Neil Young ophoudt, ook een energieke dominee is verloren gegaan. Iemand zou hem eens in het oor moeten fluisteren dat zoiets een goed concert niet dient, evenmin een stemvolume dat te hoog boven de geluidsmix uitkomt . Alsof we voor een Rembrandt in zwart-wit stonden te kijken was ook alle pracht uit “Look at what love has done”. Alleen een koppel blazers en de gitarist van dienst konden nog enigszins de meubelen redden in respectievelijk “Always on the run” en “Breaking away”. Nee, deze jongen hoeft op volgende gelegenheden met Admiral Freebee voor een tijdje niet meer als “Ever present” beschouwd te worden. In alle regioenen werd Van Laere gisteren overklast door de Noorderburen die hem vooraf waren gegaan. Het is in onze muzikale Noord-Zuid verhoudingen tijden anders geweest...