Welkom op een één mans concertarchief, periode 2006-2023. Elk concert dat we binnen die tijdspanne hebben bijgewoond is er in opgenomen. Er is op deze blog nieuwe aanvoer “als we daar goesting in hebben” of niet. Onder dezelfde naam blijven we wel met regelmaat (elk concert) actief op sociale media (Instagram, X).
We hebben het voor u
nog eens opgezocht… In 1996 waren Ks Choice overal, waaronder ook op het
Nederlandse Pinkpop. De passage van broer en zus Bettens – (those were the days…) in een voetbalshirt
van Germinal Ekeren - werd daar in Landgraaf
zelfs extra gekruid door een (toen erg) spraakmakend gastoptreden van Skunk
Anansie’s Skin tijdens “Not an addict”. Kranten stonden er vol van… Fast
forward naar de zomer van 2015: ondanks
een goed onthaalde nieuwe plaat en een Afrekening nummer 1 hit is K’s Choice allesbehalve
prominent aanwezig op dit jaars festivalkalender. Laat ons eerlijk zijn: een
rondje Peer, Knokke-Heist en Kortenaken is nu niet bepaald Werchter, Hasselt en
Lokeren. Gelukkig viel aan het spelplezier
in de familie Bettens, op Kneistival bijgestaan door alweer een stel vers
aangevoerde muzikanten, daar niets van te merken, integendeel.
Het weerbeeld was
gisteren nochtans niet van die aard dat het uitnodigde om geladen met
zonnecrème en in weinig verhullende zwembroek de wijk te nemen naar onze
Belgische kust. Gelukkig waren er buienradars waarop in de namiddag de aanvoer
van regenwolken schijnbaar tot stilstand kwam anders waren we wellicht niet in
Knokke –Heist geraakt. Naar jaarlijkse gewoonte houden ze daar immers in de
week van 21 juli – de kust-vakantieweek bij uitstek – een gratis festival op
het Heldenplein waardoor ook de kusttoeristen en lokale jeugd niet verstoken
moeten blijven van een handvol smaakmakers van het aan de gang zijnde festivalseizoen.
K’s Choice mochten met
Discobar Galaxie deze jaargang van Kneistival helpen afsluiten en deden dat met
een concert dat vooral het actuele werk in de kijker plaatste. Wie zich had opgemaakt voor een greatest hits
kwam dus bedrogen uit want het regende werk uit het nieuwe “The phantom cowboy”, een plaat vol
gitaren met goesting, aangevuld met zelfs werk uit de respectievelijke solocarrières
van broer en zus. Opvallend ook dat “Not insane” en “Daddy’s gun” (van Sarah), alsook
“Tunnel to a cloud” (beetje QOTSA van Gert’s groepje Woodface) niet misstonden
tussen “Private revolution” of het oudere “Hide”. Eén familie, (toch een
beetje) één geluid ook. Als je het nu samenbrengt in één live set van K’s
Choice, waarom moest het dan destijds zo nodig solo(?), dachten we in stilte.
Met 3 gitaren ingeplugd kreeg Heist een potig K’s Choice voor de kiezen. Vooral
Tom Lodewijckx onderscheidde zich weer met verve en toonde zich andermaal als
één van Vlaanderen’s beste gitaristen. Dat zijn loonzakje ook door Clouseau
gevuld wordt zal wel geen toeval zijn. Met enkel “Believe”, “Not an addict” en “Everything
for free” bleven de meest succesvolle jaren van de groep dus wat onderbelicht ten
voordele van het K’s Choice van vandaag, vormgegeven in “Bag full of concrete”
en “Pocket revolution”. In de bissen kreeg Kneistival nog een mooi “Echo
mountain”, “Everything for free” en het snedige “Come alive” waarmee het
concert met loeiende gitaren wat abrupt tot stilstand kwam. Het instrumentale en
broze “We are glaciers” volgde nog als extra toegift evenals de belofte van Sarah
Bettens om, als de kaap van 1000 € merchandise die avond zou overschreden
worden, ze een duik in de Noordzee zou nemen. Drie kwartier na het concert was
het, onder massale publieke belangstelling en wat pro forma begeleiding van 2
lokale agenten, zo ver. Met een verwaarloosbaar temperatuurverschil in
vergelijking met de Nieuwjaars duik was dit een moedige stunt na een erg onderhoudend
concert.
Dit K’s Choice verdiende
op basis van wat ze op Kneistival toonden een volgeboekte zomer!
Amper terug thuis van
een Ierse rondreis leek ons een slotsalvo door de in Belfast geboren Van
Morrison in onze eigen thuishaven wel passend. Overigens gebeurt het niet
iedere week dat een (nog) levende legende - eind volgende maand wordt ie 70 - van het kaliber Van Morrison passeert
in de Arteveldestad. Een beetje geluk met het verkrijgen van een kaartje (thx
@Bart en Els) was wel nodig om ons op de uitverkochte Gent Jazz avond alsnog
binnen te loodsen.
In de vooravond trad
ook Ginger Baker aan, meest bekend voor zijn collaboratie met Eric Clapton bij
de superformatie Cream. Nadien bewandelede de man een erg grillig muzikaal en
levenspad. Een aanrader voor wat dat laatste betreft is ongetwijfeld de voor
hemzelf niet altijd even flatterende rockumentary “Beware of Mr. Baker” uit
2012. Zijn oude liefde jazz houdt hem op dit moment op zijn 76e nog steeds op
de been met de Ginger Baker’s Jazz Confusion. Allerlei geruchten over de
slechte gezondheid waarin Baker verkeert leken in Gent te kloppen: de man sprak
als een pruttelende schoorsteen waartussen amper nog longvolume te bespeuren viel
en leek ook niet al te stabiel op de benen te staan, te merken aan een
(gelukkig) onschuldige val wanneer hij het podium afwandelde. Gelukkig had zijn
percussionist hem nog tijdig bij de arm vast. Sta ons toe te stellen dat Baker
een curiosum is geworden en deze Jazz Confusion vooral gedragen wordt door de
muzikanten die hem omringen. Baker, in het verleden een absolute referentie
voor iedere drummer in wording, hoorden we vooral dezelfde patronen herhalen.
Wellicht in zijn huidige conditie nog het hoogst haalbare. Gent liet het zich
welgevallen en klapte op de lange drumintermezzo’s maatvast mee.
Van The Man kan qua
C.V. zijn voorganger ruimschoots in de schaduw stellen. Sinds hij midden jaren
60 succes verwierf met de groep Them volgden ook solo tal van klassieke platen
en zijn songs van hem muzikaal werelderfgoed geworden. Dat er daar vrijdag enkele
van de revue passeerden in de tuin van de Gentse Bijloke stemde de 4000
aanwezigen erg gelukkig. Maar het was meer, veel meer dan dat. Van Morrison
laat zich immers niet omringen door het gemiddelde hobbyclubje maar kiest uitmuntende
muzikanten die zijn songs met passie én kunde weten in te kleuren. Al gauw schitterde,
niet enkel vocaal, de dame die achter hem de 2e stem verzorgde: Dana
Masters. Het concert opende met “Celtic swing”, een instrumental die alle muzikanten 5 minuten de tijd gaf wat los te
spelen, gevolgd door het erg passende “Close enough for jazz”. Van Morrison –
hoedje, donkere bril en een colbert jasje dat iets te duidelijk op de groei
gekocht was – scheen weinig last te hebben van de zomerse temperaturen en bleek
van bij de start uitstekend bij stem te
zijn. Dat trok een song als “Carrying the torch” naar hoogten waar hij niet
veel anderen naast zich moet dulden. Hetzelfde gebeurde – al onze nekharen
recht overeind - in het van Big Joe Williams bekende maar door Them best
geadapteerde “Baby please don’t go” dat verrassend vroeg werd weggeven in Gent
en aanleiding gaf tot een een rock’n’roll medley. Met gekende nukkigheid en geen
woord noch een blik wisselend met het enthousiaste Gentse publiek ging de set
aan een rotvaart vooruit. Nauwelijks 2 tellen scheidden het fantastische “I
believe to my soul” en (gehoopt en gekregen) “Moondance” van elkaar. Het ging van
New Orleans-swing (“Don’t you make me high”) naar het vrome “Enlightement” om
te eindigen in het zwoele “In the afternoon”, die laatste gerekt tot een bijna
10 minuten lange maar geen seconde vervelende uitnodiging om… euh… elkaar beter
te leren kennen. Met het lichtvoetige “Days like this”, een alweer prima
gecoverd “It’s all over now, Baby Blue” (Dylan) en het door Dana Masters (in de
rol van Cliff Richard) meegezongen “Whenever God shines his light” bleven in
Gent de hoogtepunten maar komen. In “Gloria” stapte Van echter na de strofes
het podium af - wellicht de limo in - en liet hij de resterende concertminuten
in handen van zijn bandleden die zich elk afzonderlijk trakteerden op een
solo-spotje. Wie dacht dat er nog een bisreeks uit het hoedje van Van ging
komen was dus stevig bij de neus genomen, voorwaar het enige minpuntje (en boe-geroep)
van de avond.
Met onze wekker “op
half zeven” (J) wouden we s’
zaterdags op zeker spelen om geen moment te missen van Other Lives (❸ The Barn, 13:40). 2 uitstekende platen op rij (“het
jongste “Rituals” en diens voorganger “Tamer Animals”) zouden immers garant moeten
staan voor een goed concert en die verwachting werd helemaal ingelost. De
dromerige, thans met wat meer elektronica ingekleurde sound gedijde op het
Werchterse middaguur uitstekend. Hetzelfde kon worden gezegd van The Tallest Man on Earth (❸ The Barn,
15:00). Meest opvallende nieuwigheid bij de Dylanesque Zweed is dat hij zich
tegenwoordig laat omringen door een begeleidingsband. Het meeste bijval oogstte
hij echter in zijn eentje (“Love is all”, “Like the wheel”). Eén man met gitaar,
het zou een recept zijn dat verder op dag 3 nog voor grotere ogen zou zorgen. Hozier (❷ Main 16:15) heeft een hit die
hem als een molensteen rond de nek hangt.
Het Werchter concert was daarom één lang, wat saai voorspel naar “Take
me to church”. Hopelijk mag deze man snel terug een trapje lager spelen wat
zijn kwaliteiten zeker meer tot hun recht zal laten komen. Met het gelijktijdig
programmeren van The War on Drugs en
Ryan Adams (❹ The Barn, 18:00)
hadden de Werchter-programma officieren zich in de kijker gewerkt met een
blunder van formaat. Ter hoogte van het hoofdpodium zullen ongetwijfeld een pak
mensen hebben gestaan die ook met volle teugen van Adams zouden hebben genoten
en omgekeerd. Gezien zijn sporadische aanwezigheid aan deze kant van de grote
plas kozen we toch voor de Amerikaanse singer-songwriter uit North Carolina en
daar kregen we geen spijt van. Vanop de eerste rij zagen we een adembenemend
goed concert dat de hoogtepunten aan elkaar reeg als onze oma destijds haar
breiwol. Slechts één uur Ryan Adams is beter dan geen uur maar liet ons – het
actuele hoge vormpeil van de man indachtig – toch verre van verzadigd achter.
Het was dan ook nagelbijtend afwachten of enkele van onze persoonlijke
favorieten Werchter zouden halen. Met (dé setopener van het ganse weekend)
“Gimme something good”, “Kim”, “Stay with me”, “Come pick me up”, “Let it
ride”, “New York New York” en “Dirty rain” kunnen we alvast niet beweren dat we
niet op onze wenken bediend zijn. Op een sober “Thank you” na liet Adams het
spreken aan de muziek over te midden in een decor van nep Marshall versterkers
en vintage Pac Man speelkasten. Wat hadden we reikhalzend naar dit moment
uitgekeken om na afloop vast te stellen dat Ryan Admas zien alleen maar meer
doet verlangen om Ryan Admas terug zien. Hopelijk valt nu niet weer een hiatus
van jaren alvorens de man terug naar het Europese continent afzakt. Na de AB
eerder dit jaar stond het als een paal boven water dat Noel Gallagher’s High Flying Birds (❷ Main, 19:45) het Werchter
menu gingen halen, al was het maar alleen om de weide tot een collectieve
samenzang aan te zetten in (het verplichte) “Don’t look back in anger”. We
blijven het wat jammer vinden dat Noel’s solowerk – in appreciatie voor een
grote weide - maar moeilijk weg raakt van onder het Oasis juk. Een wat slappe
geluidsmix en stoïcijnse Noel hielp ook niet echt. Wellicht hadden deze vogels
een pak beter gewerkt in de grote tent. 25 jaar na de eerste passage was Lenny Kravitz (voor het eerste half uur
❸ Main, 21:35) voor de zesde keer van de partij op Rock Werchter. De
voorspellingen beloofden met een matig ontvangen laatste plaat en zijn jongste
concerten die vooral uitblonken in langdradigheid niet veel goeds. Het deed
echter deugd te horen en zien dat Lenny – 10 op de schaal van ‘cool’ – en band
uitstekend uit de startblokken schoten en al vroeg de weide trakteerden op enkele
onverwoestbare classic in succulente uitvoeringen (“Mr. Cab driver” en “It
ain’t over till it’s over”). Het funky “Dancin’ till dawn” werd als eerste
getest op zijn rekbaarheid, voor ons het teken om er als de bliksem van door te
gaan naar Damien Rice (❹ The Barn,
22:30). We dienden ons op dat moment gelukkig nog geen weg te banen door een
ondoordringbare massa om een behoorlijke plek vlakbij de PA te kunnen veroveren
maar een half uur later – of in de openingsfase van het concert van Rice - had
dat wel wat anders geweest. De onweerstaanbare aantrekkingskracht van deze man
liet zich in het uur dat volgde verduidelijken. Geen keel die zonder krop
verder moest na “Elephant”, geen traanklier die niet spontaan in werking trad tijdens
“The Blower’s daughter”. Rice legde de 15000-man/vrouw tellende tent het
zwijgen op en speelde op indrukwekkende wijze met slechts één sjofele gitaar en
een stem die enkele malen huiveringweekend de bovenhand nam het soort concert
waarvan er maximum ééntje op elke Werchter editie de revue passeert. Dit jaar
was dat het zijne!
Zondag 28/06
De enkele jaren
geleden met Sharon Jones en Charles Bradley ingezette soul-revival houdt aan en
schenkt de wereld nu ook de (vergeleken met voorgenoemden) veel jongere Leon Bridges (❷ KlubC, 13:00). Als een
jonge maar wel erg verlegen Sam Cooke trad de Texaan in Werchter wat onwennig
voor het spotlicht. Bridges beschikt over een uitstekende stem maar werkte zich
in tegenstelling tot de dagopeners van donderdag niet in het zweet. Aan het
einde van zijn set ging hij met een ongerimpeld maatpak en geen druppeltje op
zijn voorhoofd terug het podium af. Says
it all, vinden we. Wat voor ons aanvankelijk niets meer dan een obligatoir
bezoekje aan The Barn was draaide gauw uit op een onverwachtse verrassing. The Van Jets (❹ The Barn, 13:25)
blijken dezer dagen immers in de vorm van hun leven en speelden het beste
concert wat we van de heren in jaren hebben gezien. Zanger Johannes Verschaeve
heeft het schminken en verkleden achterwege gelaten wat de nadruk eindelijk
legt waar hij hoort te liggen: bij de muziek. Een tent doen vollopen en ze daar
ook houden op het middaguur krijg je niet alleen voor elkaar met het
thuisvoordeel. De heren speelden een erg strakke set die vooral rond nieuw werk
draaide maar slim middenin publiekslieveling “The Future” loste en welke spontaan
tot een massale samenzang leidde. In een rechtsreeks duel België- Nederland
stond aansluitend op The Van Jets ernaast Blaudzun
(❷ KlubC, 14:05) geprogrammeerd. Onze Nederlandse vrienden, gehinderd door
een vlak en matig geluid, slaagden er maar niet in om de, nochtans volgelopen
tent, voor zich te winnen. De eer redden met knappe songs als (het aan Thé Lau
opgedragen) “Promises of no man’s land”, “Powder blue” en afsluiter “Elephants”
was het hoogst haalbare. Tijdens Catfish
and The Bottleman (❷ The Barn, 14:45) bekroop ons een Kooks-gevoel. We
zagen viriele en op jonge meisjesharten mikkende groepsleden en hoorden enkele
leuke maar live erg rommelige songs (“Kathleen”, “Homesick”). De buslading aanwezige
Britten hadden de tijd van hun leven terwijl wij met ons hoofd al elders zaten.
Bij The Vaccines (❸ Main, 15:30)
bijvoorbeeld. Het afzeggen van Jessie J had
hen immers een plek op het hoofpodium opgeleverd, een upgrade die in het eerste
halfuur nauwelijks rendeerde. “Wetsuit” en het onweerstaanbare “Bad mood”
passeerden met het enthousiasme dat hoort bij een schoonouderbezoekje op
zondagnamiddag. Pas bij “Melody calling” (als “Price tag” door Justin Young
aangekondigd) sloeg de motor aan en bewees de groep – geholpen door een
inmiddels indrukwekkende rij singels – hun plek op het hoofpodium waard te
zijn. Fink (❹ KlubC, 17:15) stond met
stip aangeduid in ons programmaboekje. Deze tot singer-songwriter
getransformeerde DJ speelt een soort indie folkrock die door het erg repetitieve
en crescendo karakter van de songs verwantschap heeft met de man’s verleden in
dance en technomiddens. Dat resulteerde in een intens concert dat met amper 45
minuten niet de toebedeelde speeltijd kreeg die het verdiende. Tegen de tijd
dat “Berlin sunrise” de set afsloot had Fin Greenall – zo heet de man – de tent
in zijn broekzak. “Het laten meeklappen laten we aan andere groepen over” zei
hij, terwijl de 10000 onder het tentzeil het op een extatisch applaus zetten.
In Nederland verkopen zalen voor Fink sneller uit dan rozijnenbrood bij onze
warme bakker, het is slechts een kwestie van tijd vooraleer dit ook bij ons het
geval is. Met hit “I don’t wanna fight” is het succes van plaat 2 voor Alabama Shakes (❸ The Barn, 18:00) nu
al gegarandeerd. Dat ze daar op Werchter ook nog eens een prima concert zouden
aan toevoegen kon vooraf zonder horoscoop in de hand worden voorspeld. Alle
ogen waren de ganse tijd gericht op voormalige postbode en boegbeeld van de
groep Brittany Howard die met een klok van een stem de alweer volgepropte tent aandachtig
deed luisteren. Een sterk concert spelen zonder uit te pakken met je grootste
hit (“Hold on”) getuigt van veel lef én potentieel. Wie nog twijfelde aan
Alabama Shakes als grote groep in wording werd met een erg matuur concert op
Werchter nog eens stevig op de feiten gedrukt. Dit najaar staan ze geboekt in het
Brusselse Koninklijk Circus. We zouden geen moment twijfelen mochten we U zijn.
Dat er ook een potentiële headliner schuilt in Kasabian (❹ Main, 20:45) kwamen de heren uit Leicester op Werchter nog
eens stevig in de verf zetten. In de aanloop naar Muse serveerden de Britten, met
een vastberadenheid gelijk aan Contador gevraagd om een reactie na een
positieve dopingtest, een best-of waarmee ze iedereen (“Left, right and in the
back” dixit frontman Tom Meighan) voor zich wonnen. Tegen dat “Fire” werd
ingezet hadden de spil van de band, Serge Pizzorno en die Tom Meighan, beiden heerlijk
Brits arrogant maar toch sympathiek, de hele weide al zo opgenaaid dat –
eindelijk op dag 4… – iedereen het op een springen zette. Ook knap hoe de groep
koketteerde met verwijzingen naar The Doors (“People are strange” kwam naadloos
na “Thick as thieves”) en The Beatles (Meighan zong aan het einde van de set
vooraleer het podium af te stappen “She loves you”). Geen duidelijkere
stellingname dat Kasabian er met vlag en wimpel in slaagt om van zichzelf een
band te maken waarmee de komende jaren zal moeten rekening gehouden worden. Het
wordt beslist een alsmaar zwaardere klus om na deze heren een weide te worden
ingestuurd.
Afrondend sommen we nog
eens de namen op met een ❹ achter zich: Damien
Rice, Ryan Adams, Patti Smith, Fink, Kasabian, Magnus en The Van Jets. Met
amper 1 op 3 concerten op de Main Stage hebben we het gevoel dat (voor ons) de
relevantie van het hoofpodium afneemt. De massale toeloop naar de 2 tenten
bevestigt ons in die gedachte. Enigszins geplaagd door wat cruciale afzeggingen
houden we toch een gevoel van voldoening over na #RW15. Op naar editie 2016!