Saturday, June 24, 2017

Coldplay Koning Boudewijnstadion/Brussel (second night) 22/06/17

Coldplay was afgelopen week in het land en dat zal u, comapatiënten jammerlijk uitgezonderd, geweten hebben. Op de radio was het een stortvloed van hun (jammer genoeg vaak dezelfde) hits, kranten deden een poging het succes te ontrafelen en iedere smartphone in een straal van een kilometer rond het Koning Boudewijnstadion deelde beelden en filmpjes op sociale media alsof het wereldrecord liken was uitgeschreven. De Britse groep liet in Brussel in 2 avonden maar liefst 100000 Belgen deelgenoot worden van hun “A head full of dreams”-toer, concerten die zich een half jaar geleden al in luttele uren van het bordje “uitverkocht” verzekerden. Het is weinig bands gegeven om artistiek verantwoord te blijven in de sprong naar de status van stadiongroep. Velen hebben het geprobeerd maar faalden nog voor de poorten van zo’n Boudewijnstadion openzwaaiden. Coldplay past zeker niet in dit rijtje, dat hadden ze al afdoende bewezen op hun laatste Werchter passage, nu al zes jaar geleden. Goed dat we dat al wisten, zo konden we ons afgelopen donderdag ten volle concentreren op het feest dat ons zou worden voorgeschoteld.
Een beetje tegen onze ethiek in maar met het legitieme excuus van een vermoeiende verplaatsing naar Brussel na een al even vermoeiende werkdag lieten we beide voorziene voorprogramma’s aan ons voorbijgaan. Een terras op de Houba De Strooperlaan leek ons een betere optie. Voor de vlotte doorstroming aan de ingangen van het stadion verdient organisator Live Nation in dit verslag zeker een compliment. Als het goed is zeggen we het ook. Bijna een half uur later dan de opgegeven timing was het Maria Callas en een speechende Charlie Chaplin die het pad effenden voor “A head full of dreams”. Op het fraai vormgegeven podium – geen dakconstructie, een kleurrijk bloemengordijn achteraan en 3 schermen over de lengte verspreid – hadden we ons dan al een tijdje gek gestaard. Wachtende op de invallende duisternis konden “Yellow”, “The Scientist” en erg sterk “God put a smile upon your face” louter op hun muzikale merites worden beoordeeld en dat was niet minder dan uitstekend. Martin - beetje vermoeid toch? - zocht af en toe eens naar de juiste toon maar hield ondanks exhaustieve looplijnen goed stand. Ook het opvallend weinig op de radio geplugde “Violet hill” paste perfect in het rijtje “oudjes” waarmee de groep nogal nadrukkelijk van start ging. Ogen en oren werden alsmaar meer geprikkeld naarmate de ingenieuze lichtshow (met de polsbandjes) zijn werk begon te doen en “Clocks” maar vooral “Charlie Brown” het stadion naar een collectief hoogtepunt leidde. Net voordien zat een eerste van twee intermezzo’s die de groep vanop kleine podia dichter tegen de tribunes afwerkte. Wellicht niet toevallig dat daarin meer kleiner gehouden songs zaten verwerkt (“Magic”, “In my place”) – die intimiteit weet u wel – dan het op uitbundigheid mikkende “Adventure of a lifetime” en de nieuwe maar wéér verdomd lekker in het oor wurmende singel “Something just like this”. De test “In hoeverre is deze stadion-show volautomatisch of niet?” doorstond de groep met verve op het moment dat “Charlie Brown” door Martin foutief werd ingezet en diende te worden herbegonnen. Op dit niveau ongezien. Ook dat Martin lichtjes beschaamd meteen vroeg dit niet op You Tube te posten was best wel grappig. Maar laat er echter geen twijfel over bestaan: een groots popspektakel als dit met confettikanonnen en vuurwerk heeft wel degelijk een goed gedetailleerd draaiboek. Maar nergens leek het in Brussel alsof de groep hierdoor aan spontaniteit moet inboeten. Fans van het eerste uur konden in het tweede mini-setje hun hart ophalen met “Don’t panic”, voorafgegaan door Martin die het verhaal van collega Will Champion bracht die zich bij de start van de band tot achter de drumkit heeft gebluft. Ook hier weer geen spoor van een ingestudeerd nummertje. Met “A sky full of stars” – U zoekt het midden tussen Werchter en Tomorrowland? Dit is het! -  en een Boudewijnstadion nog eens vol flikkerende polsbandjes voelde je dat het concert naar zijn einde ging, restte alleen nog het lieflijke “Up&Up” dat naar onze normen wat braafjes het licht mocht uitdoen.
2 uren lang belijden hoe mooi het leven wel kan zijn. Bij gebrek aan een frisse jonge dorpspastoor die dit naar onze parochie wil brengen en een kerk die hierin geen rol meer te vervullen heeft zal Coldplay nog lang voor volle stadions kunnen aantreden. De zelfhulpgroep voor ontevreden Coldplay concertgangers mag bij deze zijn eerstvolgende bijeenkomst, ook voor ons, weer voor jaren uitstellen.

Friday, June 23, 2017

Eddie Vedder Lotto Arena/Antwerpen 19/06/17

Het is dit jaar exact 25 jaar geleden dat de festivalzomer, tenminste aan het begin ervan, sterk gekleurd  werd door het jonge Pearl Jam. De beelden van een ontketende Vedder staan wellicht op ieders netvlies gebrand. Van een letterlijke sprong in het diepe op Pinkpop (check dat op You Tube) ging het enkele weken later echter naar een figuurlijke sprong in het diepe toen Vedder op Roskilde mentaal instortte en hij met zijn groep spoorslags terugkeerde naar huis en de rest van hun festivaltoer alhier (met inbegrip van Torhout-Werchter) voor bekeken hield. De rest is geschiedenis. Pearl Jam werd één van s ’werelds grootste bands en los van het pad van de groep vestigde Vedder ook solo zijn naam met inmiddels twee platen. Zowel zijn “Into the wild” soundtrack als het misschien nog moeilijker in de markt te zetten “Ukulele songs” zijn beiden geheel tegen hun opzet in een klinkend succes geworden. Echter zonder nieuwe plaat werd eerder dit jaar een nieuwe solotoer van de man aangekondigd. Dit keer stond België wél op de kalender en dat veroorzaakte begrijpelijkerwijs  een rush op de tickets. In amper 10 minuten en met velen die naast het net visten was de zaal reeds maanden hopeloos uitverkocht.
Vedder had voor deze concertreeks ook nog een wel heel bijzondere gast mee uitgenodigd, de Ier én long time friend Glen Hansard. Vorig jaar zette die overigens nog zelf een uitstekend Werchter concert op zijn naam om nu dus voor een solo-spot terug op Vlaamse bodem te verschijnen. Een kolfje naar diens hand zouden we zeggen want of deze Hansard nu voor 5 man op de stoep in Dublin of in een zaal van de omvang van de Lotto Arena alleen moet spelen, telkenmale grijpt hij naar de keel. Als je na slotnummer “Way back when” de voorste rijen voor een staande ovatie ziet recht veren weet je dat het goed was.
Nog voor Vedder één noot kon aanslaan veerde de ganse zaal al recht toen hij ietsje na negen dan zelf het podium opkwam. In een zaal die met buitentemperaturen rond de dertig er binnenin nog wat los over ging was het warme onthaal er óók letterlijk één. Dat een mens in zo’n omstandigheden ook nog kippenvel kan krijgen bewerkstelligde Vedder, aangedreven met een stem op orkaankracht en met een openingskwartier waarin Pink Floyd’s “Brain damage”, een fantastisch “Wishlist” en Neil Youngs “Needle and the damage done” gepassioneerd werden neergezet. Op het podium was op tapijt een soort knusheid gecreëerd met versterkers, een ouderwetse bandopnemer en gitaren waartussen Vedder had plaatsgenomen. De stoelen rechts van hem werden rond het half uur ingenomen door het Nederlandse Red Limo String Quartet, het kwartet dat Vedder na Amsterdam - waar ze eenmalig zouden aantreden - maar meteen voor de rest van de toer mee op sleeptouw nam. Vooral in het later in de set geparkeerde “Black” accelereerde deze combinatie naar een fenomenaal hoogtepunt. Waar Vedder aanvankelijk wat zwijgzaam was en eerst de muziek wou laten spreken ontdooide hij gaandeweg en werden zijn intercepties alsmaar langer. Het feit dat Antwerpen  – zou dit ergens niet het geval zijn vragen we ons dan af? – hem instant in de armen sloot zal hier wellicht in geholpen hebben. Verontschuldigend voor zijn Vlaams en Frans (het zou geen van beiden op iets trekken) verkoos hij het Engels dat naar Vedder’s zeggen alleen wat hinder zou ondervinden van het aperitief dat die namiddag al vroeg was ingezet. Was het onze verbeelding of foute invulling maar de man leek ons zelfs een beetje getroubleerd al had dit in geen geval een negatieve uitwerking op de prestatie van de avond. Sterker nog: de puurheid waarmee Vedder zich aandiende vonden we ongezien. Vooral zijn vergelijking van het leven met het reuzenrad dat hij zag vanuit zijn Antwerpse hotelkamer leek uit eigen leven gegrepen. Enigszins verbaasd door zo’n geopenbaarde kwetsbaarheid van een grote naam – die ook maar mens blijkt te zijn – greep het ook ons erg aan. Maar er werd ook gelachen. Meerder malen insinueerde Vedder iets over de tropische temperaturen waarin de zaal zat opgesloten, “of er iemand eens een raam wilde openzetten”. Samen met werkelijk adembenemende versies van Pearl Jam classics “Elderly woman”, “Better man” en “Porch” als met een kransje heerlijke covers (Beatles, Bowie, The Clash) hing de zaal ruim 2 uren onafgebroken aan Vedder’s lippen.
Met de kaap van drie uur in zicht besloot “Hard sun” uit de “Into the wild” soundtrack, in een grandioze finale met Hansard en dat Red Limo String Quartet er intussen opnieuw bij, dit memorabele concert. Van het applaus dat hem daarna te beurt viel hebben we op vandaag nog oorsuizingen. 25 jaar later is het dus voor Vedder niet langer meer nodig zich lijfelijk in het publiek te storten om op handen te worden gedragen. Een avond om nooit te vergeten.

Friday, June 09, 2017

Paul Weller AB/Brussel 5/06/17

Paul Weller, pas 59 geworden, was in 1977 met “In the city”, het debuut van The Jam, meteen here to stay. Het succes van die groep nam destijds in thuisland Engeland zo’n proporties aan dat dit 4 decennia later, onder impuls van enkele naaste getrouwen, zelfs aanleiding gaf tot het opzetten van een heuse expositie. Zowel laatst in Liverpool als 2 jaar terug in het Londense Somerset House genoot deze “About the young idea” dan ook massale belangstelling. De man vatte destijds met The Jam de tijdsgeest en het leven van adolescenten in zijn muziek immers zo goed samen dat hij erin slaagde onlosmakelijk binnen te dringen in het DNA van een generatie Britten. Inmiddels is Weller een gevierd soloartiest die vorige maand de teller op 25 gereleaste albums heeft gezet. Op die laatste “A kind revolution” is een gelouterd man te horen die er nog maar eens in geslaagd is een uitstekende plaat af te leveren en - opvallend -  ditmaal ook weer ééntje die appelleert aan een groot publiek. De kaap van zestig is in zicht voor Weller en nieuw vaderschap – het achtste hebben we ons laten vertellen - wenkt. Het vuur dat al vele jaren in de man brandt blijkt dus nog lang niet geluwd, zo zagen we ook vorige maandag in de AB.
Het voorprogramma kwam dit keer van het Brusselse Jacle Bow. De groep greep in de Nieuwe Lichting van 2015 net naast het podium maar werkte zich ondertussen met de steun van Mario “Triggerfinger” Goossens en enkele fel gesmaakte (StuBru-) singels naarstig verder in de kijker. Hun klassieke rock-’n-roll snit, her en der gemodelleerd naar oude Stones en Small Faces, maakte van hen dan ook het geknipte voorprogramma voor de Modfather. Daarin stelde het viertal niet teleur wat van hun debuut “What’s all the mumble about” de op te pikken plaat maakt van de komende weken. Dat ze in hun tienerjaren waren gebotst op een cafébaas die Weller –fan was heeft hen alvast tot in de AB gebracht en daar zal het naar ons aanvoelen niet bij blijven. Wat een heerlijk groepje!
Met een vroeg start-uur (20:10) wou Weller zich klaarblijkelijk verzekeren van een lange set en dat bleek aan het einde van de avond (22:30) helemaal te kloppen. Met slechts één wissel (toetsenman naar bas, nieuwe toetsenman) verschilde de begeleidingsband nauwelijks van de bezetting die Weller nu al een 10-tal jaren trouw volgt. Opener “I’m where I should be” was een weggevertje ten voordele van de geluidsmannen die de knopjes moesten goed krijgen. Wie zat te wachten op een Style Council momentje werd al vroeg op zijn wenken bediend al kreeg “My ever changing moods” wel wat knullig een valse start mee. Met “Nova” en het fantastische “Woo sé Mama” onderstreepte Weller de klasse van de nieuwe plaat al greep hij met sterke live-uitvoeringen van zowel het titelnummer als “Going my way” en “White sky”  in de AB toch verrassend meer terug naar diens voorganger “Saturns pattern”. In vergelijking met zijn voorgaande concerten die de gemiddelde liefhebber vaak wat in de kou liet staan waren in Brussel ditmaal opvallend wél veel publieksfavorieten erbij. Een concert dat zowel Style Council classics als The Jam’s “Start” en “You do something to me”, “Wild wood”” én “The Changing man” bevat, we moeten er hard over nadenken of dat ons ooit is te beurt gevallen. Je voelde dat hij daarmee zijn status van grote naam eindelijk alle eer aandeed en de zaal ook sterker aan zich wist te binden. Eigenlijk vonden we het geen toeval dat hij uitgerekend nu – met 2 sterke platen elkaar opvolgend – in concerten vooral ook aansluiting zocht met werk uit zijn artistieke hoogdagen (midden jaren 90). Een flinke greep uit zowel “Stanley road” als “Heavy soul” stond immers erg prominent op het menu in de AB. In de eerste bisreeks (met nog 2 te gaan) pakte Weller en band uit met een akoestisch setje waarin zelfs een nieuwe song werd gedropt naast – een tikkeltje slordig vonden we wel – het klassieke “Wild wood”. Daar stond gelukkig een erg geslaagd “Out of the sinking” tegenover. Met nog vier nummers in volle uitvoering bleek alsof de match met “Changing man” gespeeld was maar de klok gaf nog enkele minuten voor half elf toch voldoende tijd voor - nog een publiekslieveling! - het fraaie “Broken stones” waarmee het concert mooi afrondde.
Weller – nooit een man van veel woorden geweest – boog erna met brede glimlach samen met zijn muzikanten naar een heftig applaudisserende AB wellicht ook beseffende dat hun missie méér dan geslaagd was. Jammer dat, net nu hij zijn successen live zo voorop zette, er achteraan in de zaal wat lege rijen waren.