Wednesday, January 25, 2017

The Pineapple Thief De Pul/Uden (NL) 21/01/17

Een goede referentie helpt en dat was voor ons in het geval van The Pineapple Thief met platenlabel Kscope niet anders. Dat ook genregenoten als Steven Wilson en Porcupine Tree – let op de gedeelde beginletters met Pineapple Thief – er onderdak hebben gevonden zegt in deze optiek wellicht voldoende. Vorig jaar kwamen we op dat label hun album “Your wilderness” op het spoor dat bij connaisseurs van progressieve rock op veel bijval kon rekenen en het zelfs schopte tot in ons eigenste eindejaarslijstje. Onze nieuwsgierigheid om deze Britten live te gaan degusteren kon bijgevolg niet groter zijn. Bij gebrek aan een Belgisch concert bracht het ons tot in het Nederlandse Uden, niet ver van Eindhoven. The Pineapple Thief trad er aan in een reeks van 4 shows die ze bij onze Noorderburen momenteel af te werken hebben. Gecombineerd met concerten in Duitsland, Frankrijk en Engeland vormt dit een eerder bescheiden Europese rondgang van een groep die er, anderhalf decennium ver in hun bestaan, tot hiertoe amper in slaagt om boven het maaiveld uit te komen.
Met een recente uitval achter de drumkit maakte The Pineapple Thief wellicht van de nood een deugd door Gavin Harrison van – jawel, daar zijn ze… - Porcupine Tree in te huren. Met Harrison, een drummer par excellence, als extra aantrekkingspool was het dan ook niet verwonderlijk dat in de kleine Noord-Brabantse zaal toch aardig wat volk was opgedaagd voor deze Pineapple Thief. Die zagen en hoorden de groep een aarzelende start maken met “Tear you up” uit hun laatste en het weinig subtiele “The one you left to die” uit het evenmin onaardige "Magnolia". Dat de groep nog maar aan het tweede concert van de toer was aanbeland riepen we meteen in als verzachtende omstandigheid. Onze hoop dat verderop het concert aan spankracht zou winnen verdween echter naarmate er meer songs in een wel erg lamentabele geluidsmix bleven komen en ook uitstekend werk van die laatste plaat dus niet de live-uitvoering kreeg die het verdiende. Tot overmaat van ramp bleek ook frontman Bruce Soord - sympathiek, dat zeker – in Uden niet over een sterke stem te beschikken. Op die luttele momenten na waarop hij door de klankman van een beetje galm werd voorzien had Soord alle moeite van de wereld om zijn zanglijnen toonvast tussen de overige bandleden in te krijgen. “No man’s land” en “Alone at sea” bleven daardoor louter nog overeind omdat het sterke songs zijn maar dan zonder de impact die ze op plaat overduidelijk wel hebben. Ook met méér sfeer scheppende stukken als “That shore” wilde het voor ons maar niet lukken, goed voor op de soundtrack van een nieuwe krimi misschien maar niet middenin een rockconcert dat vaart mist. Wel beter verging het meer anoniem (dus ouder) plaatwerk van de groep: zowel “Show a little love” als het uit de groep ’s begindagen afstammende “Part zero” konden weliswaar het concert in zijn geheel niet redden maar wisten ons tenminste nog enigszins te boeien. In de bissen viel ons nog het erg aan Porcupine Tree verwante “Snowdrops” op. Thematisch paste dit zeker bij de tijd van het jaar maar onze gedachten zaten al helemaal bij de lange terugrit.
Als The Pineapple Thief dit jaar hun bonus van die knappe laatste plaat live willen verzilveren zal het op een andere manier moeten dan in het Nederlandse Uden. Daar zagen we een groep die erg zoekende was naar een coherent podiumgeluid. Tot onze grote spijt bleek zelfs de assistentie van één van de meest gerespecteerde drummers van de laatste jaren daarvoor geen afdoende hulpmiddel te zijn.

Sunday, January 22, 2017

Rival Sons Le Splendid/ Lille (FR) 18/01/17

Als je door Black Sabbath, de founding fathers van de metal, op hun afscheidstournee de wereld rond meegenomen wordt beteken je iets in de scene, zullen we het daar meteen over eens zijn? Want als er één groep in de coulissen klaar staat om het van de stilaan afhakende oudere generatie op de kop van de klassieke (hard) rock over te nemen zijn het in onze overtuiging wel degelijk Rival Sons. Sinds 2009 timmeren de heren uit Long Beach, California onvermoeibaar aan de weg, staan er inmiddels 5 uitstekende platen achter hun naam en deden ze tours waarvan, qua lengte, de gemiddelde wereldreiziger bij het idee alleen al blaren krijgt. Vorig jaar stond in het teken van die prestigieuze End-tour van Sabbath waardoor het eind 2015 opgenomen laatste album “Hollow Bones” sinds het verschijnen ervan helaas wat onder de radar bleef. Dat probeert de groep, deels gelijk met het laatste stukje van die Sabbath toer, nu snel nog in te halen via een langverwachte toer als hoofdact langs Europese zalen. De openingsavond in het Franse Lille was vorige woensdag helemaal uitverkocht. In de lange rij wachtenden voor de ticketcontrole aan de voordeur zagen we een leeftijdspanne van 7 tot 77 jaar. Zegt genoeg denken we.
Met het ontbreken van opwarmers in het winterkoude Rijsel werd voor een volle zaal dan maar wat ongewoon vroeg op de rock-’n-roll avondklok – half negen – meteen de hoofdbrok opgediend. Het duo trefzekere nieuwelingen “Hollow bones pt.1” en “Tied up” maakten een eventueel voorprogramma eigenlijk al snel overbodig want ze knetterden van ongebreideld spelplezier. Deze zonen hebben na 8 jaar haast onafgebroken uithuizigheid het live spelen bovendien zo goed onder de knie dat ze van bij de start een zaal in lichterlaaie kunnen zetten, iets wat we al wisten van voor we in Rijsel arriveerden. In de wat aftandse maar heerlijk compacte Rijselse zaal werden de riffs van Scott Holiday en de drums van Mike Miley van bij de start “saignant” geserveerd. Met een geboren frontman als Jay Buchanan die zich vocaal moeiteloos tussen Robert Plant en Jim Morrison in plaatst, zagen we de impact op Noord-Franse bodem instant verdubbelen. Het geraamte van het concert verschilde in weinig – een viertal nieuwe songs uit die laatste plaat – van eerdere ontmoetingen die we hadden met deze zonen maar des te opvallender was het hoe de groep nog scherper voor de dag kwam. De lange jams waar de groep zo graag zijn handelsmerk van maakt – Buchanan grapte dat op tijd finishen hun beste eigenschap niet is… – leken in Rijsel doordachter dan ooit (al zijn ze dat zeker niet!), gingen ergens heen, waren elke seconde boeiend maar vooral ook compacter dan vroeger. Hierdoor slaagden ze erin het concert naar een hoger niveau te tillen waar dat vroeger al eens het tegenovergestelde durfde te zijn. De groep verklaarde zich bij monde van Buchanan, ondanks torenhoog respect voor Osbourne en Iommi uiteraard (…) eindelijk bevrijd om opnieuw zelf avondvullend te kunnen zijn nadat ze maandenlang hun ding hadden moeten doen in korte support-slots. Dit gezegd zijnde tekende vooral Buchanan zelf voor enkele hoogtepunten van de avond. “Where I’ve been” – een “trage” over verdraagzaam zijn voor elkaaar – en het aan zijn zoontje opgedragen magistrale “Face of light” haalden eindelijk terug de setlist en duwden gebracht met een bewonderenswaardige passie de applausmeter in Rijsel flink de hoogte in. Net daarvoor bewezen de Noord-Fransen trouwens ook over uitstekende stembanden te beschikken toen het oude “Torture” zonder noemenswaardig aangeven van Buchanan qua achtergrondkoor van de groep helemaal werd overgenomen. U zoekt één nummer van Rival Sons die live iedereen moeiteloos op de knieën krijgt: dat is hem! Voorzien van een oerschreeuw die ook nu weer door merg en been ging maakte “Open my eyes” aan het slot van de avond de weg vrij voor het intussen als traditionele afsluiter geldende “Keep on swinging”.
Als onze werkweek tot woensdag al wat slopend was verlopen, met deze royale portie rock-’n-roll vitaminen maakten we de week gevleugeld af. Rivals Sons waren voor ons al jaren een topband in de dop, nu zijn ze het ook helemaal. Op 25 februari staan ze - U bent er aan voor de moeite - in een uitverkocht TRIX te Antwerpen.