Wednesday, March 29, 2017

Rhiannon Giddens AB (club)/Brussel 26/03/17

Dezer dagen valt het ons op dat de naam van Rhiannon Giddens alsmaar luider gaat klinken. Daar zit wellicht een radiohitje van het moment voor iets tussen want  waarschijnlijk zal ook U de voorbije dagen al eens gezwind in de wagen het mantra Young man was a good man meegezongen hebben uit die “Better get it right the first time” van Giddens. De AB had dit succes maanden geleden wellicht ook niet zien aankomen want voor Giddens was slechts de Club geboekt, het kleinere zaaltje op de eerste verdieping aan de Brusselse Anspachlaan. Nochtans is Giddens, 40 geworden vorige maand, al ruim een decennium actief in de Amerikaanse folk scène, aanvankelijk met de Carolina Chocolate Drops maar de laatste jaren nadrukkelijker als soloartieste. Verre van onopgemerkt leverde dat werk haar tot dusver zelfs al enkele Grammy nominaties op, één maal winst zelfs. Vorig jaar nog sleepte ze, dichter bij ons, de BBC Radio 2 Folk award in de wacht. Something was al eventjes coming voor deze Rhiannon Giddens, zoveel is ook ons nu duidelijk.
In de AB liet Giddens zich voorgaan door de erg sympathieke Jordan MacKampa, een geboren Congolees die in Engeland resideert. Slechts gewapend met een akoestische gitaar en een erg warme stem deed MacKampa via een zestal eigen songs iets wat het midden hield tussen Keziah Jones en Michael Kiwanuka. In mei verschijnt officieel nog een EP’tje “Tales from the broken” dat hij al vlotjes van de hand liet gaan na de show. Brussel en Congo, ook MacKampa zal gevoeld hebben dat er een bijzondere band was. Na vooraf zelf alle instrumenten nog eens goed te hebben gezet  kwamen Giddens en haar begeleiders klokslag negen uur het podium van de reeds weken uitverkochte club terug opgewandeld. 90 magische minuten werden ingezet voor een indrukwekkende tocht langs wegen dicht-geplaveid met americana. Er gulpte rijkelijk rhythm en blues, folk, cajun, gospel en soul van het podium als waren we plotsklaps in een bar te New Orleans beland. Het (zonder enige twijfel) aangeboren naturel waarmee Giddens doorheen dit alles laveerde en daarbij vooral met haar stem hoge toppen scheerde was ronduit indrukwekkend. De schijnbare luchtigheid waarin we stijlmatig verkeerden stond echter in contrast met de thematiek die er vaak onder schuilde. Vooral het werk van haar pas verschenen tweede plaat “Freedom highway” die een hele hap van het concert uitmaakte handelt over de mensonterende situatie waarin Amerikaanse slaven zich bevonden tot diep in de negentiende eeuw, iets wat Giddens overduidelijk inspireerde tot een aantal beklijvende songs. Dat een potentiële koper kon passen voor het pasgeboren kind van een slavin leidde tot een door merg en been gaand “At the purchaser’s option”, zo lichtte Giddens niet zonder afschuw en met trillende stem in haar inleiding van het nummer toe. Ook “We could fly” – de droom levend houden van ooit te kunnen (weg-)vliegen – gaf ze zo’n doorleefde uitvoering mee dat de volle zaal na de laatste noot amper ophield met applaudisseren. Recenter van datum, maar evenzeer op discriminatie  down South gebaseerd verwees Giddens met “Birmingham Sunday” – eerder ook al door Joan Baez vertolkt – naar een aanslag van de Ku Klux Klan op een kerkje waarbij 4 kinderen omkwamen. Dat het werk van haar bejubeld debuut “Tomorrow is my turn” wat lichtvoetiger was hield het concert goed in balans. Zowel “She’s got you” als “Waterboy” werden in de AB minstens even geestdriftig onthaald. Dat al haar begeleiders – dezelfde als op die laatste plaat trouwens – al die tijd met een aanstekelijk enthousiasme stonden te musiceren droeg daar uiteraard toe bij. Vooral haar Chocolate Drops- collega Hubby Jenkins en multi-instrumentalist en mentor voor die laatste plaat Dirk Powell stonden even hard te glimmen van trots dat ze deze Rhiannon Giddens zowel in eigen werk (“Come love come”) als dat van anderen (“Freedom highway” van The Staple Singers) mee naar een hoger plan tilden. Meezinger “Up above my head” vormde de apotheose van een in al zijn kleinschaligheid wel erg groots concert.
Deze Rhiannon Giddens bulkt van het talent. Dat ze om dit te bewijzen aan een laaiend enthousiaste AB Club hiervoor niet eens haar jongste radiosucces nodig had zegt genoeg. Mocht ze ons de Gele Gids komen voorzingen dan nog zouden we luisteren. Een prachtconcert was het.

Deze blogpost is met fotoverslag ook verschenen op http://www.keysandchords.com/rhiannon-giddens-bull-ab-clubbrussel-bull-25-maart-17.html

Sunday, March 19, 2017

Tom Chaplin Botanique/Brussel 16/03/17

In Tom Chaplin zagen we al jaren – 5 platen met Keane sinds 2004 – ook een potentieel soloartiest. Vreemd dat het tot 2016 heeft geduurd alvorens hij zijn eerste plaat loste, of moeten we zeggen “durfde te lossen”? We zijn er nochtans van overtuigd dat geen Keane fan ontgoocheld kan zijn met het materiaal dat Chaplin nu solo presenteert. Het tot dusver beperkte commerciële succes ervan geeft echter aan dat het Keane en Chaplin publiek (nog) geen communicerende vaten zijn. Om zijn plaat “The Wave” live voor te stellen volstond zelfs de Brusselse Botanique – wél uitverkocht - daar waar je de man na geslaagde Proms in Antwerpen eind vorig jaar en als “the voice of Keane” toch makkelijk zou verwachten in de AB. Ons hoorde U alvast niet klagen want een uitstekend zanger als Chaplin kunnen proeven in een eerder bescheiden zaal is een opportuniteit die we zeker niet wouden laten voorbijgaan.
Zonder voorprogramma en door het publiek pas laat in de zaal toe te laten stond er in de gangen van de Brusselse Botanique tot kort voor het concert van start ging een lange rij wachtenden. Helemaal juist kunnen we het niet zeggen maar onze indruk gaf toch een meerderheid van dames aan daartussen. Die stuwden het aanvangsapplaus voor opener, het aanzwellende “Still waiting”, verwachtingsvol de hoogte in. Een glas helder geluid met , op een bedje van galm, uiteraard alle ruimte voor Chaplin’s indrukwekkende stem vulde meteen de ganse zaal. De neiging tot theatrale popsongs is ons ook van Keane bekend dus hoefden we niet verrast te zijn dat er zich ook tussen het solowerk van Chaplin enkele zouden bevinden. Royaal flirtend met de grenzen van “trop is te veel” passeerden in de Botanique “Hardened heart”, “The Wave” en “Bring the rain”. Ietsje meer afgemeten en dus beter vonden wij singel “Quicksand” en – laat maar komen dat XL mannen en vrouwen koor – “See it so clear”. Ook het kleiner gehouden “Worthless words”, zijn welgemeende sorry voor die laatste drug-escapade van hem was een schot in de roos toen hij het van achter de piano alleen bracht. Voor deze ongewone openhartigheid was – wat had u gedacht – een erg meelevende en begripvolle Botanique zijn deel. Zelfs in zijn huwelijksleven gaf Chaplin, niet tegengehouden door enige schaamte, de bomvolle zaal wat inkijk. Dat leverde zo te horen zowel in goede (“Solid gold”) als kwade dagen (“Hold on to our love”) inspiratie op voor zijn plaat. Hoe moedig we solo-uitstapjes zonder verwijzingen naar andere successen ook mogen vinden, het is koffiedik kijken of Chaplin het in Brussel zou gered hebben zonder een greep uit de best-of van Keane. We zijn geneigd te denken van niet. Met hoorbaar grote genoegdoening tot aan de achterste rijen in het publiek pikte hij al vroeg in het concert “Bend and break” op uit het Keane debuut van 13 jaar geleden. Mooi verdeeld – of moeten we schrijven slim verdeeld? – over de ganse avond kwamen ook nog “Silenced by the night”, “Bedshaped”, “Crystal ball” en in de bissen “The lovers are losing” en “Somewhere only we know” voorbij. Stuk voor stuk klonken ze erg getrouw aan hun origineel dus ook daar hoefde zich niemand aan te storen.
Wellicht ongewild klonken we in voorbijgaande alinea’s nogal streng maar om het in positieve zin te duiden maakte het van dit solo concert méér dan verwacht de kleinschalige versie van een Keane concert waar normaliter de grote zalen en festivalweides voor vollopen. Dat Chaplin daarmee geen ander gezicht toont dan dat wat we kennen, en ook al langer dan vandaag bewonderen, leek in dat opzicht voor een laaiend enthousiaste Botanique geen enkel bezwaar, al is het begrip solo-avontuur in deze dus wel erg relatief.

Friday, March 03, 2017

Strand Of Oaks AB/Brussel 27/02/17

Strand Of Oaks is een naam die makkelijk in één adem wordt genoemd met Duyster, het inmiddels afgevoerde StuBru programma. Dat stond er om bekend bands van (diep) onder de radar speeltijd te geven en liet, nu al een kleine drie jaar terug, Vlaanderen voor het eerst op nationale radio kennismaken met Timothy Showalter aka Strand of Oaks. Hij tekende er voor een gedenkwaardige sessie en sloot meteen vriendschap voor het leven met de makers  van het programma Ayco Duyster en Eppo Janssen. Die eerste kwam Showalter uitgebreid knuffelen aan de T-shirtstand in de Brusselse AB na het concert van afgelopen maandag, de tweede zal, zoals we konden afleiden aan de gesprekken, morgenavond present zijn in Leffinge waar Strand Of Oaks zijn tweede Belgische concert voor deze week zal afwerken. Omdat we hier niet al te veel tijd willen verliezen: bestel tussen het lezen door alvast maar een kaartje. Over enkele alinea’s weet u waarom.
Voor Jason Anderson zijn het drukke dagen momenteel. De man speelt niet alleen voor eigen rekening in het voorprogramma van Strand Of Oaks maar staat, zo bleek later, ook als (meer dan behoorlijke) gitarist op de loonlijst van de groep. Anderson timmert al een tijdje aan de weg zo ontdekten we op het net. Zowel solo als met band tracht deze uit New Hampshire afkomstige Amerikaan al bijna twee decennia lang een carrière uit te bouwen. Het enthousiasme om daarmee door te gaan bleek in de AB nog lang niet op te zijn. Meer dan zijn helder klinkende Fender Stratocaster, een stem die zelfs onversterkt vlotjes tot in de achterste rijen van de halve AB te horen was en songs in weinig meer dan 3 akkoorden maar die zich middels een pakkend refrein snel laten kennen had deze Anderson niet nodig om de aanwezigen vlot voor zich te winnen.
Dat Anderson qua muzikale visie en attitude niet veraf van zijn broodheer ligt werd meteen duidelijk bij de start van het Strand Of Oaks concert want Showalter opende gedurfd met een gestripte versie van het titelnummer van zijn nieuwe plaat “Hard love”. De essentie van Strand Of Oaks zat al in die eerste 3 minuten vervat. Of Showalter nu akoestisch of elektrisch voor de dag komt dan wel solo of met full band, de stootkracht van zijn songs blijft even groot. Die opvallende zeggingskracht van zijn werk verrast Showalter zelf nog het meest van allemaal. Ook na de erkenning die de man al is te beurt gevallen voor zijn vorige plaat “Heal” blijft hij er zich ook nu nog in interviews en tijdens concerten over verwonderen dat er een publiek is voor zijn werk. Met zo’n bescheidenheid worden alsmaar grotere podia waarop Strand Of Oaks mag aantreden, hoe goed het Showalter ook afgaat, bijna oncomfortabel. Wellicht daarom was hij er ook in de AB snel bij om de eerste rijen te gaan groeten of een hand naar hen uit te steken. Te zien aan de glimlach van oor naar oor had hij tijdens “Radio kids” ook al tal van bekenden in de zaal gespot. Met deze opvallende présence voelde je van meet af aan dat Showalter voor niets minder dan een sterk concert naar Brussel was afgezakt. Het van onderkoelde eighties elektronica doordrongen “Heal” en het slepende “On the hill” onderstreepten al vroeg op de avond nog eens extra die intentie. Met alleen Anderson op de elektrische piano kreeg de AB vervolgens collectief de krop in de keel tijdens “Cry”, een nummer dat qua breekbaarheid mooi contrasteerde met de langharige en opzichtig getatoeëerde Showalter. Ook “Plymouth” raakte onze gevoelige Springsteeniaanse snaar. Met “Shut in”, “Everything”, het erg aan onzen Admiraal verwante “Rest of it” en het in de AB als een classic onthaalde “Goshen ‘97” begaf Strand Of Oaks zich in de staart van het concert dan ook nog eens meer dan geslaagd op het pad der vuistdikke rockers. Nu The Gaslight Anthem lijkt gedoofd is het goed te zien dat Strand Of Oaks zich ook aardig van deze taak kwijt. Als enige bis volgde nog het verwachte “JM” dat lang uitgesponnen bijna duivel uitdrijvende allures had, meteen het zinderende slot van een concert dat eigenlijk één lang hoogtepunt was.
Deze Strand Of Oaks heeft tot dusver niet alleen een van dé platen van dit nog prille jaar gelost maar is wat het rockdepartement betreft de naam om te zien dit jaar. Als U zich, morgen al (!), niet als de bliksem naar Leffinge begeeft houdt u komende weken best één oog op de telex waar de festivalaffiches rond deze tijd van het jaar per strekkende meter uitrollen.