Friday, November 24, 2006

George Michael Sportpaleis/Antwerpen 14/11/06

Ruim 20 jaar geleden zette George Michael middels een groots afscheidsconcert in het Londense Wembley stadium een punt achter hitmachine Wham! Vandaag – in groot contrast met toen (zelfs duimschroeven hadden niet geholpen) - durven we volle bekentenissen afleggen: we waren fan. Nummers als “The edge of heaven” en “Young Guns” maar vooral “Club Tropicana” dompelen ons - ook nu nog - helemaal onder in dat eighties-gevoel. En zeg nu zelf: “Last christmas” blijft tot nader order nog steeds de beste kerst-popplaat van de afgelopen 2 decennia. Nog enkele weken en het nummer wordt wéér massaal geplugd op de radio. Wij voelen de jingle bells nu al!
Toen George destijds de solo-toer op ging werd ons fan-gevoel alleen maar groter. Of het nu ging om het jazzy “Kissing a fool”, het hartverscheurende “Waiting for that day” of het lustopwekkende “Outside”; deze muziek had de kracht om onze mood van het moment te beïnvloeden. En geloof ons: slechts weinigen slagen daar in.
Met een inleiding als deze zal het U in geen geval verwonderen dat we er als de kippen bij waren toen de voorverkoop startte van wat het eerste concert van GM zou worden op eigen bodem. Niettemin hebben we het wat moeilijk met lang verwachte concerten. Eén avond moet plots jarenlang gemis ophalen en dat is voor een artiest niet altijd een goede pole-positie. Deze vrees bleek niet gegrond want openingsnummer “Waiting” maakte meteen grote indruk met slechts één enkele akoestische gitaar en het glasheldere stemgeluid van GM. Op de reuze grote videowall centraal op het podium (muzikanten in drie verdiepingen aan beide zijden) werd eerst de stem equalizer-gewijs weergegeven waarna de man zelf door de videowall heen het podium opkwam. Zelden waren we zo snel mee met een megaconcert. Het openingsnummer was voor één keer ook geen testfase voor de geluidsbalans; die zat verbazingwekkend meteen goed. Met zowel “Flawless” als “Fast love” zette GM het sportpaleis vervolgens helemaal in beweging. Wie een zitplaats had geboekt zal ongetwijfeld spijt gekregen hebben van de meerprijs. Met “Father figure” ging het tempo terug naar beneden; het uitgebreide achtergrondkoor mocht mee op de voorgrond voor wat een adembenemende versie zou worden. Dat GM een blik hits ging open doen verwonderde niemand maar dat velen van die hits jaren na datum nog steeds een collectieve samenzang uitlokken is op zijn minst opmerkelijk. Niemand hoefde zich daar ook schijnbaar voor in te spannen want zowel van de eerste stem als van de achtergrond vocalen (herinner U het fluorescerende duo Pepsi & Shirlie) van “Everything she wants” (Wham!) waren echo’s te horen tot achter in de zaal.
Deel 1 werd o.a. vervolledigd met een bewerkt “Praying for time” en eindigde via “Star people” in “Shoot the dog”. Een reusachtige Amerikaanse president verscheen op het podium, George zette de gulp open waarna een Britse hond overging tot de blow job van de dag.
Met deze scherpe analyse van de wereldpolitiek werden we wat verweesd achtergelaten voor een 20 minuten durende pauze die eerder aanvoelde als pure plagerij. “Faith” opende deel 2 op fabuleuze wijze: het nummer blaasde een zomerse frisheid doorheen het sportpaleis en dat op een doordeweekse novemberavond .
Wat reste was één lange finale met alleen nog hoogtepunten: een schitterend “Spinning the wheel” (voor ons een herontdekking van dit nummer), een ingetogen “Jesus to a child”, andermaal dansen met “Amazing”, “Outside” en (de geruststelling van George zelve voor alle bereidwilligen op openbare plaatsen) “I’m your man”. Het dak (en niet de broek)ging er af!
In de bissen mochten we nog eens helemaal verdrinken in “Careless whisper”, inclusief perfecte sax-solo.
GM live in Antwerpen: waar superlatieven tekort schieten!

Friday, November 03, 2006

Richard Ashcroft Hallen van Schaarbeek/Brussel 31/10/06

Net voor de zomer werd Richard Ashcroft verwacht in de AB maar ziekte belemmerde de man toen om zijn plichten daar na te komen. Vreemd trouwens dat hij op dat moment geprogrammeerd stond voor de Brusselse concertzaal want eigenlijk hadden velen hem toen een plaats op Werchter toebedeeld. Het oude Verve boegbeeld staat immers sinds dit jaar opnieuw waar hij thuishoort: tussen de groten en dat dankzij een alweer bijzonder sterke soloplaat “Keys to the world”. Ook de uit dat album afkomstige singels mogen zich verheugen in méér dan gemiddelde belangstelling van zowat alle radionetten; nog steeds een belangrijke barometer voor iemands populariteit. Het concert was intussen verhuisd van locatie en door de 4 maanden extra wachttijd waren de verwachtingen alleen maar aangedikt. In het voorprogramma troffen we Chris Stills. Deze singer-songwriter (moeder Véronique Sanson, vader Stephen Stills) tracht al heel wat jaren naam te maken – los van zijn bekende ouders - doch blijft wat steken in de status van beloftevol voorprogramma. Het valt sterk te betwijfelen dat in onze contreien een (veel te) korte passage in de Hallen daar verandering in zal brengen al moeten we erkennen dat we toch onder de indruk waren van de power waarmee zijn trio uitpakte. Voormalig Jeff Buckley drummer Matt Johnson was van de partij en daar hield de vergelijking niet op: Still’s stem kent niet alleen Buckley-uithalen, ook zijn songs hebben zonder twijfel inspiratie gezocht (en gevonden) in het oeuvre van de in 97 verongelukte Buckley . “Say my last goodbye” en “Landslide” waren songs die meteen onze aandacht trokken en deze ietsje langer wisten vast te houden dan een doorsnee voorprogramma. Mocht het aan ons alleen liggen: het zou nog iets kunnen worden met die Stills.
Ashcroft is al lang de fase van belofte ontgroeid. Reeds in 98 al zette hij zich met The Verve en “Bittersweet Symphony” bovenaan alle hitlijsten en ook bij de méér kritisch ingestelde muziekpers viel daarover weinig negatiefs op te merken. Intussen bouwt hij met zijn solo-carriëre naar een vergelijkbaar artistiek hoogtepunt. Met het uitbrengen van de reeds eerder genoemde “Keys to the world” kwam Ashcroft al aardig dicht in de buurt, wie wilde weten hoe hij het er live zou vanaf brengen werd aan de vooravond van 1/11 verwacht in de Hallen. De start van het concert kon alvast tellen: opener “Keys to the world” rolde verpletterend de hallen binnen en met zowel het schitterende “Sonnet” (1e van 3 maal The Verve) als het vertederende “Words just get in the way” veegde Ashcroft eventuele twijfels over zijn stem meteen van tafel. Weinig mannen krijgen het voor mekaar bij ons maar dat tikkeltje tristesse in de man zijn stem bezorgt ons bijna keer op keer een Kleenex-moment! In de uitgebreide begeleidingsband was ook plaats gemaakt voor een éénmans blazersectie. Ashcroft liet de man flink van jetje geven in het soulvolle “Why not nothing”. Met “New York” werd teruggegrepen naar zijn eerste soloplaat “Alone with everybody” (2000). De song ging (samen met voorbijflitsende beelden van de stad der steden) gestaag naar een nogal noisy finale en flirte vanaf dan net iets te veel met de grens van het overbodige. Te moeilijk willen doen is soms niet goed voor een nummer en dat moet ook Ashcroft hebben geweten, getuige zijn zéér gewaardeerde aanpak van de bisronde. Helemaal solo en akoestisch werkte hij zich op magistrale wijze door “A song for the lovers”, “The drugs don’t work” en “Check the meaning”. Net ervoor had de set zijn slot gevonden in een (voor ons) wat obligaat “Bittersweet symphony”. Op het recentere “Break the night with colour” liet Ashcroft ons wachten tot helemaal aan het einde van de bissen. Met deze classic in wording zette Ashcroft een perfect punt achter een concert dat afwisselend verdienstelijk en ronduit schitterend was. We weten eigenlijk nog steeds niet of we daar in het geval van Ashcroft genoegen mee moeten nemen.