Tuesday, August 25, 2015

Pukkelpop 2015 dag #1 20/08/15

❹ (uitstekend), ❸ (goed), ❷ (twijfelgeval) en ❶ (onder onze maat)

Zelden zo’n hoop bullshit gehoord/gelezen/gezien (afhankelijk van het medium) als  over de alertheid van onze uitvoerende macht voor het drugsprobleem op onze nationale festivals deze zomer. Wij hebben ze de voorbije jaren alvast niet gezien die talrijk spuitende, slikkende, snuivende en blowende festivalgangers. Maar wij zijn dan ook wellicht té veel met de muziek bezig...
De dertigste verjaardag van Pukkelpop werd op gang getrokken door The Last Internationale (❶Main, 11:50), eerder deze festivalzomer ook al openers in Werchter. Ondanks een prima frontvrouw in de persoon van Delila Paz – gezegend met een licht raspende rock-stem en doorgaans gehuld in een heerlijke spandex - ontstegen ook nu, net als op Werchter, de songs de middelmaat niet en werd de groep op Pukkelpop daarbovenop ook nog eens geplaagd door een erbarmelijk geluid. Goed voor hen dat er toch nog applaus opsteeg na zowat ieder nummer waarvan eigenlijk alleen “Wanted man” het écht verdiende. Haar revolutionaire principes zullen wellicht in de weg staan maar met deze Delila – andere groep, betere songs - zijn beslist hogere ambities te koesteren.
Cymbals Eat Guitars (❸Club, 12:30) stonden, beetje droogjes ook opgemerkt door zanger Joseph D’Augustino, met een interval van 5 jaar voor de tweede keer op Pukkelpop. Noch in podium (de kleinere Club), noch in tijdstip (op de middag) heeft de groep zich intussen weten op te werken. Voor een nauwelijks halfgevulde tent kwam die greep uit hun vorig jaar verschenen derde plaat “Lose” nochtans erg begeesterend voorbij. Uitstekend concert, jammer dat de buzz is gaan liggen en diegenen die hen in 2010 de hemel inschreven in geen mijlen meer te bespeuren waren. 
Voor Natalie Prass (❸Club, 13:50) is die fameuze buzz momenteel aan de gang, goed scorende in lijstjes van mee-tee-pikken namen die de weken voorafgaand aan Pukkelpop her en der verschenen. Dat vertaalde zich alvast niet in een volle Club tent, wel in een 10-tal ijverige fotografen frontstage. Prass, mooie zomerjurk trouwens, liet het zich welgevallen en  werkte zich met dezelfde begeleidingsband als in Brussel 2 maanden terug (dus opnieuw zonder blazers) doorheen een overduidelijke kennismakingsset, gelardeerd met één geslaagde (Janet Jackson) en één ongelukkige (Simon & Garfunkel) cover.  Maar genoten hebben we vooral van haar troostend timbre in “My baby don’t understand me” en het lekker heupwiegende “Bird of prey”. Als Prass haar repertoire op even consistente wijze als op haar debuut kan uitbreiden oogt de toekomst mooi voor deze dame. 
Ook beloftevol vinden we Curtis Harding (❸Club, 15:15). Met adelbrieven van o.a. cee Loo Green  en een heerlijke debuutplaat “Soul power” (de vlag dekt volledig de lading) probeert deze Amerikaan het momenteel op eigen benen. Nederland is al overstag gegaan en met een bruisend concert in de Club zijn op Pukkelpop vast wat Belgen aan de prille fanclub toegevoegd. Wie overeind blijft in het van Bill Withers geleende “Ain’t no sunshine” heeft wat ons betreft meer dan gemiddeld potentieel. Voor Michael Kiwanuka (❷Marquee, 16:45) was Pukkelpop een uitje middenin de werkzaamheden aan zijn 2e album, die – we willen de sympathieke man zeker niet opjagen – toch wel wat lang op zich laat wachten. Het succes van zijn debuut is drie jaar na datum immers zo goed als weggeëbd. Presentatrice Siska Schoeters gewag vooraf al van het beste Pukkelpop concert te spreken maar dat was na afloop van de feiten verre van bewaarheid geworden. Het grote talent dat huist in Kiwanuka was ook nu onmiskenbaar te herkennen maar de hele set die nog steeds de gekende singels als kapstok had rammelde wat. Al kregen we geen première van nieuw werk, toch verraadde het groepsgeluid een aan de gang zijnde zoektocht naar andere accenten. Benieuwd wat dat zal opleveren.
Veel belangstelling - en van de méér devote soort dan nog wel -troffen we aan in de Club voor Strand Of Oaks (❹Club, 18:15). Met amper 40 toebedeelde minuten nam het concert van bij opener “Goshen ‘97” (Gaslight Anthem meets Kings Of Leon) een hoge vlucht om 6 vuistdikke rocksongs te blijven pieken en glorierijk te finishen met het aan de overleden Amerikaanse muzikant Jason Molina opgedragen “JM”. Zanger Timothy Showalter stuurde een welgemeende dank u uit naar Eppo Jannsen en Ayco Duyster en dook na de laatste noot de frontstage in om de voorste rijen uitgebreid te gaan groeten.  Zoals Showalter zelf, impressionant maar toch aaibaar, het betere concert van deze eerste Pukkelpop-dag perfect samengevat.
Iets gestileerder ging het er aan toe bij Lianne La Havas (❸Club, 19:45). De Londense met Grieks-Jamaïcaanse roots verlegde met haar nieuwe plaat “Blood” de focus van het hart naar de heupen wat zich vanzelfsprekend ook weerspiegelde op haar Pukkelpop-concert. Geen “Gone” noch “Lost & found”, wel uitsluitend up-beat materiaal dat La Havas vooral uit haar nieuwe plaat haalde . Nieuwelingen ”Tokio” , “Midnight” en het fantastische “What you don’t do” werden in Hasselt niet alleen voortreffelijk gebracht maar ook erg goed onthaald wat het beste doet vermoeden voor wat in november wellicht een extatische performance zal worden in de Brusselse Ancienne Belgique. Erg sympathiek ook van de alweer ravissante La Havas om ons daartoe 2 maal expliciet uit te nodigen. Niet nodig dachten we want de tickets staan al weken op onze schouw. 
Het New Yorkse Interpol (❸ Marquee, 21:30) miste volkomen de opstap naar de headliner-status ook al werd hen die ruim 10 jaar terug door vele kenners voorspeld. De groep blijft dus (noodgedwongen?) net onder de grote kanonnen opereren en deed dat in een goed volgelopen Marquee-tent op Pukkelpop voortreffelijk. Een waas van rook en licht zorgde voor perfecte sfeerschepping terwijl een strak spelende groep zich doorheen een onvervalste best-of werkte. Heden en verleden kwamen daarbij broederlijk naast elkaar te staan (“All the rage back home” en “Slow hands”). Zonder één aanmoediging van zanger Paul Banks gingen op Pukkelpop handen vlot de lucht in voor “Narc” en “Evil”, beiden uit Interpol’s beste album (“Antics”) en in Hasselt al vroeg in de set prijsgegeven. De groepsleden van Interpol  ogen op een podium alsof ze dagelijks naar het gelijknamige gebouw stappen: koel,  in die mate zelfs dat de vraag ‘Wie van de vier met een loeier van een scheet bij het afwandelen van het podium altijd voor de decompressie zorgt?’  zich na afloop van hun concert bij ons opdrong. 
Iets meer joie de vivre bespeurden we toch bij bij Paolo Nutini (❹Marquee, 00:00) al was aan enkele grimassen van de Italiaanse Schot te zien dat het ook bij hem af en toe wel eens pijn deed. Every inch a popstar dachten we 70 minuten lang terwijl Nutini van bij opener “Scream (Funk my life up)” tot afsluiter “Candy” een vlekkeloos concert neerzette met achter hem een uitstekende 9-koppige begeleidingsband. Niet alleen muzikaal maar ook qua aankleding (een extra projectiedoek achteraan het podium) had dit concert main-stage allures. Voor de goede smaak politie is er bij deze iets te druk gesticulerende Nutinu  wellicht een weerhaakje te weinig te bespeuren maar dat kon, met ons mee, de volgelopen en overenthousiast reagerende Marquee  tijdens het licht psychedelische “Cherry blossom” en het majesteuze “Iron sky” volkomen aan de reet roesten. Nutini kwam, zag en overwon op (dag 1 van) Pukkelpop!