Thursday, May 17, 2012

Steven Wilson AB/Brussel 14/05/12

Steven Wilson, een muzikale duizendpoot uit het Londense Kingston upon Thames, zou u kunnen kennen van de progressieve rockgroep Porcupine Tree maar evengoed van één van zijn talrijke andere projecten (No-man, Blackfield) alsook van medewerking die hij in het verleden heeft verleend aan de metalgroep Opeth. Deze ongewoon bedrijvige man houdt er, alsof tijd voor hem oneindig is, ook nog eens een solo carrière op na waarmee hij vorig jaar met “Grace for drowning” zelfs een behoorlijk indrukwekkende tweede plaat heeft afgeleverd. Het werkstuk, verdeeld over twee CD’s, is allesbehalve een hapklaar brokje maar eerder een groeiplaat die bij elke beluistering meer van zich laat onthullen. Een parcours langs zowat alle denkbare stijlen liet ons alvast aan het eind van de rit bedwelmd achter.
In de AB was geopteerd voor een ongewone podiumopstelling. Terwijl “No twilight within the courts of the sun” zich alsmaar heftiger ontplooide als opener bleven Wilson en band spelen van achter een glasgordijnen wand die ook dienst deed als projectiescherm. Dit hielden ze trouwens vol tot op het half uur. De beladen muziek – helemaal surround door ook speakers achteraan de verkleinde zaal op te stellen – gecombineerd met intrigerend beeldmateriaal zorgden alvast voor een unieke sfeerschepping die alsof dit concert geen tijd nodig had om te groeien al snel twee hoogtepunten opleverde: een majestueus “Index” en het van een prachtige piano intro voorziene “Deform to form a star”. Hoe onconventioneel Wilson’s muziek ook mag lijken op het eerste gehoor, naast de wat bevreemdende klanken openbaren zich vaak ook prachtige melodieën die zowel op plaat als live met veel oog voor detail worden gebracht. In zijn kielzog vertoeven dan ook muzikanten met een uitgebreide technische bagage, onder hen zelfs oud Kajagoogoo bassist Nick Beggs! Een concert van Steven Wilson bijwonen is geen activiteit die een mens er even tussen neemt. Niet alleen wordt de luisterinspanning met enkele lange songs maximaal op de proef gesteld, de gastheer deinsde er in de AB zelfs niet voor achteruit om een tetterend duo op de voorste rijen het zwijgen op te leggen. Om de zondaars helemaal in hun hemd te zetten herhaalde Wilson het nadien zelfs nog enkele malen (“Voor dit nummer – wijzende naar de voorste rijen – is absolute stilte vereist…”). Geen wilde taferelen (meer) tijdens de songs, des te meer uitbundig applaus na elk slotakkoord en al zeker voor het duo “Harmony Korine” en “Remainder the black dog”. Naast werk uit beide solo albums presenteerde Wilson ook trots nieuw werk. “Luminol” was, zo vertelde Wilson, het resultaat van de samenwerking met zijn huidige begeleidingsband. Het werkstuk dat opnieuw ruim 10 minuten in beslag nam surfte van een brok jazz rock naar oude Yes en is bestemd voor later plaatwerk. Ingetogener (en korter) ging het er aan toe bij “Insurgentes”, het klassiek getinte “Postcard” en het al even fraaie, ook van die tweede plaat gehaalde, “No part of me”. Geschiedenis waar een mens liever niet aan terug refereert is die van seriemoordenaars. Laat nu net dat het thema zijn van slotnummer “Raider II”. Als inleiding hengelde Wilson naar nationale namen in dit segment. De toon was gezet en met dreigende piano klanken trok het nummer zich op gang. “Raider II” was niet alleen thematisch maar ook muzikaal het zwaarst om te verteren waardoor de set, ook al hadden we tegen dan niets dan superlatieven verzameld, voor ons jammerlijk op een ietwat té langdradig eind tot stilstand kwam.
Met nu al tastbaar nieuw solomateriaal sloeg de schrik ons even om het hart dat Porcupine Tree, nog altijd het echte vlaggenschip van hem, voor onbepaalde tijd op non-actief zou worden gezet. In de AB liet een sterke Wilson ons immers verstaan zeker ook alleen bestaansrecht te hebben. Alleen willen wij ons daar, geheel in de lijn van de loopbaan die hij zelf uittekent, niet toe beperken.

No comments: