Thursday, August 09, 2012

Lokerse Feesten 5+8/08/12


Dat het samenstellen van de affiche dit jaar met iets meer horten en stoten verliep dan andere jaren – echte headliners waren klaarblijkelijk iets moeilijker te strikken dan anders – deed bij ons wel een beetje de wenkbrauwen fronsen, zeker als er ternauwernood ook nog Marco Borsato aan werd toegevoegd. Desondanks vonden we, fans voor het leven,  toch weer twee maal vlot de weg naar de kaai van Lokeren.
Op zondag ll. troffen we voor een op papier gevarieerd metalmenu verrassend genoeg geen volgepakt plein aan op de kaai te Lokeren. Dat deerde Dio Disciples alvast niet om er vol tegenaan te gaan. Dit stelletje ex-collega’s die gemeenschappelijk hebben dat ze ooit met de betreurde Ronny James Dio hebben gespeeld heeft zich tot doel gesteld de legende van hun voormalige broodheer in leven te willen houden. Uiteraard is het ook het perfecte excuus voor hen om “on the road” te blijven (lees: vast loon te hebben). Een zanger als Dio vervang je niet zomaar dus werden hiervoor twee heren ingehuurd met respectievelijk ook een behoorlijke staat van dienst. Toby Jepson heeft een verleden bij Little Angels en Tim Owens was ooit enkele jaren de vervanger van Rob Halford bij Judas Priest. Een mens kan al met slechtere papieren voor de dag komen. Met de uitstekende gitarist Craig Goldy en drummer Simon Wright erbij spreken we hier toch snel van een tribute band ‘grand cru’. Het geheel klonk in Lokeren dan ook navenant.  De klassiekers (“The last in line”, “Heaven and hell”, “Long live rock’n’roll”) vlogen ons om de oren en maakten zo een dwarsdoorsnede van Dio’s verwezenlijkingen solo, bij Black Sabbath en naast Richie Blackmore bij Rainbow. Veilig, voorspelbaar, voorbeeldig en vooral met veel respect gebracht. Ons hoort u niet klagen.
Bijna een tribute band van zichzelf geworden blijft ook Saxon onverstoord verder toeren met vooral materiaal dat al drie decennia oud is. Ook in Lokeren scheen niemand – ons incluis – zich te storen aan een setlist die op barsten stond van de klassiekers uit een ver verleden, jammer genoeg des te meer aan een geluid dat de pijngrens een uur lang benaderde. “Motorcycle man”, “Heavy metal thunder”, “Denim and leather”, “Wheels of steel”, “Strong arm of the law” en “Princess of the night” klonken, hoe enthousiast ook gebracht door Biff en zijn handlangers, als mp3’s van een te verwaarlozen bitrate (©Jürgen Magerman): drums flets, een aaneenschakeling van té hoge tonen en een bassist die de mix amper haalt… Reikhalzend keken we uit naar dit treffen en na afloop konden we onze teleurstelling amper verbijten. Volgende keer wat beter klinkende ‘power’, dan komt de ‘glory‘ bij ons van zelf weer terug.
Van het trio Ministry, In Fames en Machine Head kon enkel de middelste op het maximum van onze aandacht rekenen. De Zweden excelleerden in een kruising tussen death en nu-metal. Hoe onstuimig bij momenten ook: een nummer was er steeds in te vinden. Geen idee of fans van het eerste uur dit graag zullen horen maar Linkin’ Park kwam wat ons betreft toch af en toe eens om het hoekje loeren. Geluidstechnisch was dit het neusje van de zalm op deze Lokerse Metal Meeting en ook wat licht betrof had het vijftal duidelijk de juiste man aan de knoppen zitten. Het tot de nok met spots gevulde podium lichtte op als voor de echte groten. Afgaande op vele You Tube filmpjes zijn de heren wel wat publieksparticipatie gewoon. Lokeren zal tijdens “Only for the weak” dan ook in vergelijking met het Duitse Rock Am Ring iets bescheidener hebben geoogd. De verdienste van de groep was er echter niet minder om. Als de oudjes (zie vorige alinea’s) het roer uit handen moeten geven dan mag het gerust aan deze heren zijn.
Woensdag ving het Antwerpse groepje School is Cool de avond aan. In Werchter waren we al niet echt warm te krijgen voor deze jolige bende, Lokeren heeft daar weinig kunnen aan veranderen. Dat zanger en frontman Johannes Genard een neus heeft voor goede melodieën staat buiten discussie maar in deze verpakking klinkt en oogt het allemaal zo braaf. Dat violiste Nele Geirnaert weldra kiest voor een Argentijnse liefde en dito avontuur vonden wij gisteren al een stuk minder verrassend. Alsof hun set van 45 minuten nog niet voldoende was moesten we in een toegestane bis ook nog hun Talking Heads cover “Road to nowhere” doorslikken, dan nog wel in een versie waar ze een jaarabonnement op de strafstudie voor verdienen. Wij wachten geduldig verder af voor een volgend project van de heer Genard.
Voor The Black Box Revelation hebben we al enkele jaren een flinke boon. In het jaar volgend op hun debuut zagen we het duo Jan Paternoster/ Dries Van Dijck meerdere keren schitteren op kleine en grote podia. Geen haar op ons hoofd dat er voor gisteren aan dacht dat van het vuur van weleer op dit moment niet veel meer overblijft. Komt het door het onophoudelijke toeren of zitten de heren nu al door hun beste vorm? Feit is dat we hun passage op de Lokerse hier gaan wegschrijven als één van de slechtste concerten van de voorbije maanden. Een beetje klankvervorming op de gitaar mag beste Jan, maar moet dit de volle 75 minuten? Wil iemand ons ook eens komen uitleggen wat de zin is van oeverloos jammen? En, de originaliteit van de nummers kalft per plaat ook duidelijk alsmaar meer af. We hoorden in Lokeren alleen doorslagjes van werk uit hun eersteling. De eentonigheid trad in na amper drie nummers, niet bepaald het soort concert waar een mens ruim een uur voor moet rechtstaan. Hopelijk gaan de heren zich spoedig eens herbronnen.
Met Suede haalde Lokeren een band in huis die onuitwisbaar onze jaren negentig heeft meegekleurd. Jammer genoeg wisten we toen niet echte onze momenten goed te kiezen om ze in betere doen aan het werk te zien. Met deze Lokerse afspraak hadden we goede hoop dit recht te zetten. Het concert opende aarzelend met “Introducing the band” maar gooide zich meteen erna goed los in “We are the pigs”. Zanger Brett Anderson – een man waar het woord uitstraling voor is uitgevonden – oogde bijzonder fris en energiek. De groep, vermoedelijk goed wetende dat ze niet voor eigen kerk stonden te prediken, gingen haast zonder onderbreking door het eerste half uur heen. Ons papiertje stond al meteen vol met hoogtepunten: “Trash”, “Animal Nitrate” en “She”! Misschien niet verwonderlijk dat Anderson, toch voor enkele hoge noten, wat  adem tekort kwam in het trage en mooie “By the sea” . De groep, na een 8 jaar lange onderbreking sinds 2010 weer actief, is al enige tijd terug werkende aan nieuw materiaal. In Lokeren was het enige hoorbare bewijs daarvan “Sabotage”. Ons hart bloedt te moeten zeggen dat het in de weging met hun oudere werk veel te licht uitviel, en al zeker geparkeerd tussen twee publieksfavorieten als “Can’t get enough” en “So Young”.  Ondanks een gedreven groep was de publieksrespons, een beperkte fanclub buiten beschouwing gelaten,  eerder matig.  Suede is, laten we wel wezen bij ons nooit een topgroep geweest, laat staan dat ze op basis van een handvol 15 jaar oude StuBru (radio) hits de kade zouden hebben plat gespeeld. Wie dit als parameter gebruikt om te spreken van een goed of slecht concert dwaalt. Onze woensdagavond eindigde alvast op een weemoedig mooi “Saturday night” waarin Anderson zich waagde aan een rijtje handjes schudden langs de voorste rijen. Er waren er toch heel wat die het zijne wouden grijpen. Geen idee eigenlijk of er nog een toekomst is voor dit Suede, hun verleden blijven we na Lokeren alvast verder koesteren.