De plaat – ook tot stand gekomen trouwens met gewaardeerde
medewerking van Alan Parsons – is er één om duimen en vingers bij af te likken.
In 6 songs wordt een voor fossiel versleten genre als progressieve rock geheel nieuw
leven ingeblazen. Wilson is dan ook niet van de minste: hij vergaarde de
voorbije twee decennia al heel wat krediet met de groep Porcupine Tree en hield zich daarnaast ook nog eens nuttig bezig
met tal van zijprojecten en productiewerk voor anderen. De mans werkijver is
schier grenzeloos. Om die nieuwe plaat voor te stellen in België hield Wilson
gisteren halt in de Antwerpse Arenbergschouwburg, op een handvol zitjes na
helemaal volgelopen.
Dat de nieuwe plaat centraal zou komen te staan tijdens dit
al vroeg afgetrapt concert was allerminst een verrassing. Des te leuker vonden
wij de keuze van Wilson en zijn uitmuntende begeleidingsband om – er zit nu
eenmaal toch geen zwak moment tussen – maar alle songs in de setlist op te
nemen. Er werd geopend met het 12 minuten durende “Luminol”. Als een nummer
dergelijke lengte aanneemt loert verveling snel om de hoek, echter niet bij deze. Een pittige
ritmesectie van oud-Kajagoogoo bassist Nick Beggs en drummer Marco Minneman hield
er immers het merendeel van de minuten erg de vaart in en tussenin dreven we
mee op een prachtige dwarsfluit. Inderdaad, u leest het goed: een dwarsfluit.
Voor velen die nu aan het lezen zijn vermoedelijk het moment om af te haken.
Zij die ermee doorgaan vertellen we
graag dat we verderop ook erg genoten hebben van het nieuwe “The watchmaker”. Ingeleid
door een beklemmende clip (zoals Wilson er wel meerdere heeft) en met nogal
nadrukkelijke referenties naar het werk van Pink Floyd en Rush kroonde deze
11-minuter zich in de Arenberg tot een absoluut hoogtepunt van de avond. Met een
evenwaardig aantal songs uit de vorige plaat “Grace for drowning” benadrukte
Wilson in Antwerpen het nog steeds aanwezige potentieel ervan. Al zijn weinig
songs van hem conventioneel te noemen, zowel “Insurgentes” “Postcard”, “Index”
als “Deform to form a star”, stuk voor stuk erg sterk in Antwerpen, zaten er
wel dichtbij. Het zijn nummers die een publiek buiten zijn huidige bereik best zouden
kunnen aanspreken, iets wat niet kan gezegd worden van “Raider II”. Daar schakelde
de Porcupine Tree voorman over in een modus die alleen de ware liefhebber kan bekoren: 20 minuten lang
wisselen jazzy passages, dreigende en logge stukken elkaar af. Hoe indrukwekkend
ook (gemusiceerd), daar werd het concert zelfs ons een tikkeltje té vermoeiend.
Gelukkig stak in het slot nog “The Raven” (wat een pracht
van een intro!) om ons terug bij de les te krijgen. Bissen “Remainder the black
dog” en “No twilight within the courts of the sun” deden erna perfect
uitgeleide. De visuals, toch een niet onbelangrijk element in het geheel hier,
kwamen jammer genoeg een avond lang ietsje te onderbelicht op de backdrop
terecht. Daar botste het concert schijnbaar
op de limieten van de kleine zaal, iets wat zich naar ons gevoel ook met de
muziek voordeed. Wilson maakte er zelfs een grapje over toen hij,
geconfronteerd met de voorste rijen wel erg dicht bij hem, (gespeeld) schamper opmerkte
normaal in grotere arena’s te kunnen spelen. Als u het ons vraagt: dit toch al sterke
concert had er alleen maar bij kunnen winnen. Nu enkel nog het publiek vinden
om die arena’s mee te vullen.
No comments:
Post a Comment