Sunday, September 27, 2015

Steven Wilson Théâtre Sébastopol/Lille (FR) 26/09/15

Op de zopas uitgereikte Progressive Music Awards viel Steven Wilson, voormalig Porcupine Tree spilfiguur maar nu al een 5-tal jaren onafgebroken solo, maar liefst 3 keer in de prijzen. Deze slokop werd zonder twijfel veroorzaakt door Wilson’s laatste plaat “Hand.Cannot.Erase” die bij release begin dit jaar al overladen werd met lovende recensies. In een genre waarin vooral oude namen de dienst blijven uitmaken is Wilson met zijn 48 lentes de uitzondering. Sinds lang lijkt ook alleen hij in staat om het genre, zowel commercieel als muzikaal, terug aan een groter en breder publiek uit te dragen.
Het concert in Lille maakte deel uit van een relatief korte toer die Wilson momenteel afwerkt – hij was al in de buurt dit voorjaar – in de aanloop naar een dubbele (uitverkochte!) avond met special guests volgende week in de prestigieuze Londense Royal Albert Hall. In Lille hoopten we stiekem op minstens één gast die Wilson ook maandag of dinsdag in Londen zou vergezellen maar dat werd niet bewaarheid. Dat het concert qua songkeuze, naast de ingecalculeerde grote hap ‘Hand.Cannot.Erase’, zou verschillen van de voorjaarstoer klopte wel.
Met een podiumbrede videowall achter de groep werd ook nu het concert weer vergezeld van intrigerend beeldmateriaal en knappe animaties. Vooral het verhaal dat Wilson inspireerde voor ‘Hand.Cannot.Erase’ – van een jonge vrouw die 3 jaar lang niet werd gemist maar dood bleek te liggen op haar flat - werd in een soort stille film afgedraaid terwijl de songs de revue passeerden. Nog voor de zaallichten waren gedoofd keken we vanuit het comfortabele pluche van het Théâtre Sébastopol trouwens ook al minutenlang naar aan en uit knipperende lichten in een anoniem woonblok. T’is eens wat anders dan een voorprogramma waar iedereen de minuten bij aftelt. Om maar te zeggen: een concert van Wilson is een totaalervaring die de toeschouwer nog voor het écht begint al tracht mee te nemen. Het overweldigende “Routine” werd op zijn beurt vergezeld van een prachtig animatiefilmpje waarin een zichtbaar depressieve huisvrouw alle dagelijkse taken blijft uitvoeren terwijl haar huisgenoten de grote afwezigen blijken te zijn. Muzikaal werd alles naar grote hoogtes gestuwd door een werkelijk fenomenale begeleidingsband. Als Wilson voor de vervanging van gitarist Govan Guthrie beroep kan doen op diens vriend en Roger Waters sidekick Dave Kilminster (voor de genre-kenners onder u: de David Gilmour stand-in) dan weet je dat Wilson qua netwerking goed zit.  Dat er straks, na het beëindigen van deze toer en in afwachting van de volgende kort na de jaarwisseling, al weer nieuw materiaal wordt opgenomen zegt veel over Wilson’s werkethiek en niet aflatende creativiteit en productiviteit. In Lille werd alvast, onder het motto van wat restmateriaal (!?), één van die songs gelost. Geloof ons: “My book of regrets” deed allerminst aan als een afvallertje maar plaatste zich moeiteloos naast het beste van “Hand.CAnnot.Erase”. Het grote verschil met onze voorgaande ontmoetingen zat hem dit keer in de songkeuze. Wilson wisselde ditmaal op 2 songs na (een weeral ijzingwekkend “Index” en het prachtige “Drive home”) al zijn voorgaand solo-materiaal in voor een stevige greep uit werk van Porcupine Tree. “Lazarus”, “Don’t hate me”, “Dark matter” en “Sound of muzak” behoren immers tot het beste wat Wilson, weliswaar met Porcupine Tree ooit heeft opgenomen en wordt eindelijk terug heropgevist. Op dit punt in zijn muzikale loopbaan lijken die twee werelden dus eindelijk terug samen te komen. Niet toevallig maakte het van deze avond meteen ook het beste Steven Wilson concert dat we van de man tot dusver hebben mogen meemaken.
Een gevoel van met deze man (solo) eindelijk gearriveerd te zijn vervulde ons gisteren na afloop met grote voldoening. Wie ook maar een beetje dit genre in de armen sluit is aan zichzelf verplicht deze man live te gaan zien. Is het niet in de Brusselse AB (23/01/16) dan wel – hopelijk en om maar iets te zeggen – ook eens in het Antwerpse Rivierenhof volgende zomer.

Monday, September 07, 2015

Crammerock dag #2 Stekene 05/09/15

❹ (uitstekend), ❸ (goed), ❷ (twijfelgeval) en ❶ (onder onze maat)

Het festivalseizoen moet ergens tot stilstand worden gebracht en de laatste jaren is Stekene daar alsmaar meer de uitgelezen plek voor. Een interessante subtopper – voor deze editie Stereophonics op zaterdag – wordt daar steevast vermengd met het beste inlandse festivalvoer. Ook de opstelling van de podia – een noord en zuid podium onder één tent – zorgt ervoor dat de festivalganger zich door slechts een keer per uur om te draaien haast non stop live muziek voorgeschoteld krijgt. Tel daarbij een democratische ingangsprijs en het zal u niet verbazen dat Crammerock ook voor deze editie het bordje ‘uitverkocht’ aan de deur kon hangen.
Op zaterdagnamiddag vielen we in bij Gavin James (❷, 18:20). Het geroezemoes in de tent oversteeg de muziek wat vaak geen goed teken is. De bard uit Dublin deed nochtans wat van hem werd verwacht: sfeer proberen maken met akoestische liedjes en bij gebrek aan eigen materiaal dat toch niet vanonder de schaduw van die ene hit raakt (“The book of love”), dan maar uitpakken met covers (“Billy jean”, “What a wonderfull world”). Spijts de inzet van deze Ed Sheeran protegé zou dit aan een kampvuur naast de grote tent stukken beter tot zijn recht zijn gekomen.
Beter verging het The Van Jets (❸, 19:15) die hun zoveelste festivalstop deze zomer ook in Stekene tot een goed einde brachten. Nochtans werd er aarzelend gestart met nieuw werk en daartussen het van de eerste plaat gehaalde, en lichtjes herwerkte “Electric soldiers”. De vlam sloeg pas echt in de pan voorbij halfweg wanneer met “Here comes the light”, “Danger zone”, “The future”, “Down below” en “Two tides of ice” de tent op de knieën werd gedwongen. Zanger Johannes Verschaeve werd, bij een enthousiaste duik in het publiek, dan ook letterlijk op handen gedragen in Stekene.
Ruim een jaar na het verschijnen van de laatste plaat “Inside Out” was er ook voor Novastar (❸, 20:20) een plekje voorzien op Crammerock. Dit najaar gaat Joost Zweegers solo de theaters in maar eerst wordt er dus nog eens met full band aangetreden. Met Zweegers die vaker van begeleiders dan van ondergoed wisselt, was het dan ook geen verrassing hem alweer aan te treffen met een gewijzigde bezetting. Ditmaal werd onze Antwerpse Hollander vergezeld door drumster Karen Willems (Zita Swoon), bassist Pascal Deweze (Metal Molly) en gitarist Aram Van Ballaert. Hoe goed het individuele talent ook moge zijn, in het samenspel – chaotisch geregisseerd door Zweegers – ging het in Stekene enkele malen flink de mist in (“Never back down”). Gelukkig stonden daar genoeg fantastische momenten (“Because”, “Inside out”, “Wrong”) tegenover om ook dit Novastar concert met een ruime voldoende over de streep te krijgen.
Met een desastreus concert op De Nacht Van de Arbeid eerder dit jaar waren we vooraf weinig enthousiast over de toevoeging van Admiral Freebee (❸, 21:25) aan de affiche van Crammerock. Met onze vegetarische noedels in de hand werden we echter toch sneller dan verwacht terug onder het tentzeil gedreven voor een groep die erg compact stond te spelen en zich, zonder franjes, slim van classic naar classic begaf. Van Laere beperkte het gebrul tot het strikt noodzakelijke en dat zorgde voor uitstekende uitvoeringen van – opvallend: allemaal uit het debuut! - “Ever present”, “Einstein brain” en “Bad year for rock’n’roll”.
Stereophonics (❸, 22:30) hebben weldra een nieuwe plaat uit (“Keep the village alive”) en deden afgelopen zomer ter promotie enkele festivaloptredens. In thuisland Engeland zijn dat de plaatselijke Rock Werchters, hier in België moeten ze het stellen met het bescheidenere Crammerock. Bij de aanvang van het concert, de groep opende met nieuwe singel “I wanna get lost with you”, voelde je die schaalverkleining nog het meest in een tent die nauwelijks reageerde. Nochtans pakte de groep uit met een carreer spanning setlist die – op één na – alle platen de revue liet passeren én het accent legde op de singels. “Local boy in a photograph” en “Mr Writer” bleken daarbij niet tot het collectieve muzikale geheugen van Stekene te behoren. Iedereen wachtte overduidelijk op – mochten jukeboxen nog bestaan, deze 2 zaten er ongetwijfeld overal in - “Have a nice day” en “Dakota” die op driekwart en einde set de langverwachte verlossing brachten.
2 jaar terug deelden we Goose (❸, 23:50) om redenen van hun live erg opzwepende electro rock in bij wat voor ons het beste was van een weekendje Werchter. In Stekene deden ze zaterdag datzelfde trucje van toen nog eens identiek over. Bij het gevaar af een anachronisme te zijn - maar dat zijn ze dus niet - is alles aan Goose early eighties. Flarden Front 242, Fad Gadget, Depeche Mode en Eurythmics spookten door ons hoofd bij het voorbijkomen van “Words”, “Control”, “British mode” en “Can’t stop me now”. De groep, een lasertje had nog iets extra’s toegevoegd, baadde in smaakvol licht en zette op Crammerock de perfecte festivalset neer die u en ik aan het eind helemaal murw kregen met “Synrise”.