Na een uitverkochte
Cactus Club in Brugge vorige zondag dook Paul Weller voor een 2e keer in minder
dan een week tijd gisteren op in de Brusselse AB. Met een nog op stapel
staande nieuwe plaat – volgende maand komt ie pas uit - misschien wel ietsje too much too many want de hoofdstedelijke zaal was met Weller op de
affiche voor het eerst in jaren niet volgelopen. In de zaal rondom ons kijkende constateerden we naast enkele erg
naar hun idool gemodelleerde fans tegelijk ook dat publiek en artiest (57 binnenkort),
ondanks dat de Modfather voor veel jonge bands toch een belangrijke inspiratiebron
blijft, samen ouder aan het worden zijn. Op enkele vader-op-zoon Weller-fans na
was immers geen tiener te bespeuren in de AB (of ze stonden bij wijze van
vakantiejobber achter de toog).
In tegenstelling tot
Brugge vorige week oogde Weller in de AB niet alleen een stuk beter, hij stond
ook ogenschijnlijk beter gemutst op het podium. 2 bandleden mochten zelfs de
honneurs overnemen om een song in te leiden, nooit gezien op een avondje
Weller. Met een fel “White sky” opende de set gevolgd door derderangs-Jam “Come
on Let’s go”, beiden erg energiek gespeeld en van bij de start in een veel
betere klankbalans dan waarmee Brugge het moest doen. Qua songkeuze noteerden
we slechts kleine verschillen: “You do something to me” en (dat piekte toch een
beetje…) “Kosmos” waren er in Brussel niet bij. In de plaats daarvan kregen we “The
Olde Original” en het nagelnieuwe “Going my way”, op papier niet écht een faire
deal maar de kennismaking met die laatste – een heel erg Macca aandoende
compositie – maakte veel goed. Opvallend toch hoe Weller, met een zaal vullend
arsenaal aan uitstekende songs toch de uithoeken van zijn eigen oeuvre blijft
opzoeken om concerten mee te vullen: “Picking up sticks” uit één van zijn minst
bejubelde platen, het reeds vermelde “The Olde Original” en “Brand new toy”
(een Record Store Day singeltje) kunnen we bezwaarlijk rekenen tot de man’s
beste werk. Ook het nieuwe “Long time” – leuke riff, uitstekend voor de
soundcheck, prima om wijdbeens mee te beuken - moet in het oudere “Peacock suit” zijn betere herkennen.
Maar daar houdt onze kritiek op: de rest van het Brusselse menu was Weller en
band in topvorm. Wat virusvrij en uitgeslapen met een mens niet allemaal kan
doen merkten we in succulente uitvoeringen van “Saturns pattern”, “Above the clouds”,
"Empty ring” (met Love Boat strijkers uit het doosje!), “Porcelain gods”
en een in de AB oppermachtig “7 &3 is the striker’s name” uit “Wake up the
nation”. Met een stevig gitaarduel in “Whirlpool’s end” sloegen Weller en vaste
sidekick Craddock gensters aan het einde van de set. De bissen waren copy/paste
van Brugge, ook in Brussel torende “Foot of the mountain” boven alles uit met
een voor Craddock applaudisserende Weller nadat die het nummer met een
verbazingwekkend mooie solo had ingekleurd. Afscheid nemen deed Weller met –
helemaal zichzelf – “The changing man”.
Hopelijk krijgt Parlophone,
Weller’s nieuwe platenfirma, het voor mekaar hem te houden waar hij hoort te
staan, een concertavond als deze bevestigt dat alleen maar: tussen de groten.
2 comments:
Blij te horen en te lezen, terwijl ik gisterenavond aan de feestdis zat, dat de AB mocht genieten van een echt Weller concert! Zijn passage in Brugge ligt nog wat op mijn maag, in tegenstelling met de exquise gerechtjes, waarvan ik mocht genieten.
Maar goed zoals eerder gezegd, kwaliteit komt uiteindelijk naar boven, laat daarover geen twijfel bestaan! The Modfather rules
Jean-Luc Heremans
Merci Jean-Luc voor de leuke reactie. In Brugge was er m.i. toch wat aan de hand met the Modfather... Het was een geruststelling te zien dat hij er in Brussel een pak meer zin in had.
Gr, Wouter
Post a Comment