Monday, November 21, 2016

Glen Hansard De Roma/Antwerpen 18/11/16

Met The Frames en The Swell Season had de Ier Glen Hansard al wat naam gemaakt de voorbije 2 decennia maar zijn ster lijkt onder eigen naam nu pas echt overal rijzende. Met een gedenkwaardig concert op Werchter afgelopen zomer – de man kreeg in de namiddag anderhalf uur speeltijd toebedeeld en stak de tent helemaal in zijn broekzak – lijkt nu ook bij ons de deur opengegooid te zijn naar een groter publiek. Nochtans, met enkele awards op de schouw (vooral voor filmscores) en een persoonlijk adresboek dat – even scrollen hier… - onder de ‘D’, ‘S’ en ‘V’ respectievelijk de namen Dylan, Springsteen en Vedder bevat kan bezwaarlijk worden beweerd dat Hansard nu plots uit het niets tevoorschijn komt. Onbekend was in zijn geval zeker onbemind, dat weten we nu want Hansard’s songcatalogus, alleen of in groepsverband, bevat nu al een ontelbare hoeveelheid parels.
Na die ook door ons fel gesmaakte Werchter passage konden we het niet laten om ook op post te zijn in De Roma te Antwerpen voor de man ’s najaarstoer die met slechts een handvol data in Europa gelukkig ook nog eens bij ons halt hield.
Enkele dagen na het overlijden van Leonard Cohen liet Hansard op Twitter weten dat Cohen’s bandurria speler Javier Mas hem zou vergezellen langs alle Europese concerten. “Geen betere manier om het heengaan van Cohen te verwerken dan samen zijn muziek te spelen” liet Hansard in De Roma uit eigen mond optekenen. Het concert stond dan ook  erg in het teken van Cohen, te beginnen bij opener “Bird on a wire”. Even voordien had violist en Frames lid Colm Mac Con Iomaire wat solowerk mogen voorstellen dat, instrumentaal gebracht, vanzelfsprekend erg filmisch klonk en als voorprogramma vooral de verdienste had ons in een opperbeste Ierse stemming binnen te loodsen. Al was de klank in De Roma – misschien wel de mooiste zaal in dit land - verre van optimaal, al snel wist Hansard uit te pakken met songs die mikten op ons traanvocht: “My little ruin”, “Bird of sorrow” en “When your mind’s made up”. Dat laatste nam Hansard destijds op met Marketa Irglova als The Swell Season. In de Roma werd die 2e stem door pianiste Romy feilloos overgenomen. Telkenmale die 2 de microfoon gezamenlijk inzongen werden we als bij toverslag een stuk zachtaardiger. Dat kon helaas niet van enkele brulapen in het publiek worden gezegd die heen en weer riepen om de stilte tijdens het concert intact te houden. Gelukkig drukte Hansard (ook een acteur, laat ons dat niet vergeten) dat beetje verzuring snel de kop in met een vertelling die ons meenam naar een bar met bevallige dienster waar 2 mannen, haar ex en hemzelf, aan de toog hingen. Wellicht zal die “Renate” er wel mee kunnen leven dat ze door Hansard, die notabene bij haar bot ving, in een naar haar genoemd prachtnummer voor eeuwig is vastgelegd. Het nummer kon trouwens zo tussen het beste van Van Morrison plaatsnemen, nog zo’n held van Hansard die hij in Antwerpen ook eer betuigde met een uitstekend vertolkt “Astral weeks”. Misschien wel de meest verrassende cover van de avond zat verstopt in een Frames nummer. Middenin “Star star“ vulde De Roma zich met trots toen uitgerekend “Hotellounge” van Antwerpenaren dEUS plots voorbijkwam. Dat ook naar Hansard’s aanvoelen beide groepen in de nineties erg aan elkaar verwant waren werd hierdoor nog eens extra in de verf gezet. In de bissen bracht Hansard nog extra hulde aan Cohen. Met de spot vooral op Javier Mas gericht kregen we doorleefde versies van “Famous blue raincoat” en een op de rand van het podium zonder versterking gespeeld “So long Marianne” waarbij de zaal het refrein instant meezong.
Glen Hansard behoort voor ons na afgelopen jaar tot een select kransje namen die, in de Roma maar liefst 2,5 uur, zo begeesterend kunnen performen dat een mens een avond lang zich persoonlijk aangesproken voelt. Hier en daar, zoals op straat waar de Ier ooit op tienerleeftijd is begonnen, durft het geheel – met 11 begeleiders die even gepassioneerd staan mee te spelen – wel eens wat rammelen maar nergens verliest het zijn ziel en oprechtheid. Alleen zo komt een mens bij een concert dat alvast voor ons niet één dip kende.

Saturday, November 19, 2016

The Slow Show Botanique (Rotonde)/Brussel 15/11/16

Een beetje doorsnee muziekliefhebber schiet wakker als er iets uit Manchester komt overgewaaid en al zeker als het qua stijl in één adem worden genoemd met groepen als The National (u mag denken aan de song “England”) en Elbow. Desondanks loopt het nog niet echt storm voor het 6 jaar geleden opgerichte The Slow Show, een vijftal dat hun groepsnaam alle eer aandoet met – “Hey, dat is toeval!” – vooral trage en eenvoudige songs; op plaat hier en daar van wat klassieke orkestraties of een koortje voorzien, live enkel aangevuld met één trompettist. De dieperliggende stem van de wat schriel ogende en op een podium als Editor Tom Smith gesticulerende Robin Goodwin – een man die niet zonder hoofddeksel onder de mensen komt – doet de rest. Om een nog kleine naam op zijn best te degusteren is de Rotonde in de Botanique niet zelden dé uitgelezen plek. Brussel heeft voor The Slow Show overigens al een bijzondere betekenis gekregen want de groep was in de nadagen van de Parijse aanslagen de eersten die vorig jaar na de lockdown van onze hoofdstad een concert speelden in diezelfde zaal. De groep, in hoofde van Goodwin, verwees afgelopen dinsdag trouwens meermaals naar die avond.
Nu de groep pas sinds vorig jaar onder zeil zit bij een Duitse platenfirma volgden op 2 jaar tijd 2 platen. Met een vooropgestelde timing van anderhalf uur concert zagen we ons dus vooraf verzekerd van zowat elke song die hun catalogus rijk is. Dat stemde de 250 aanwezigen met in het bijzonder een energiek dansende man op de eerste rij – ja dat kan dus op een “Slow show” – ongetwijfeld erg tevreden.  Materiaal van het debuut en van het recent uitgebrachte “Dream darling” is inwisselbaar wat van het concert een erg homogeen geheel maakte. De voorzichtige songs, geen mens die er zich kan aan pijn doen, ontvouwen zich met een langzaamheid die te associëren is met natuurdocumentaires. Ook daar zit de pracht vaak in de kleine details. Geen wilde gitaarerupties noch up-beat drums maar een vederzacht spelende band kregen we in “Breaks today”, “Lullaby” en “Brawling tonight” waardoor de songs haast achteloos zouden voorbij gaan maar uiteraard niet bij het stil en toegewijd luisterende publiek van The Slow Show. Ook grote gebaren lijken aan deze Mancunians niet besteed te zijn. Hun muziek is al verstild en ook wat het live gebeuren betreft moet u geen pogo verwachten op de voorste rijen (al kwamen we er met die ene wild enthousiaste fan vooraan toch wel erg dichtbij…). Goodwin oogde in Brussel niet alleen broos, hij lijkt het ook te zijn. Emoties van de vorige Brusselse passage leken nog vers te zijn en bijna maakte hij het per definitie onmogelijk dat deze avond er nog naast of over zou kunnen door er iets té veel naar te refereren. Nochtans bouwde het concert alsmaar meer naar een perfecte climax toe met – als u het ons vraagt: 2 van hun sterkste songs - “Hurts” en “This time”  en de geheel ten onrechte radiogewijs genegeerde singel “Ordinary lives” waarmee de groep na 75 minuten hun reguliere set afsloot. Een vier nummers tellende bisbeurt volgde waarbij alleen nog materiaal uit de debuutplaat “White water” aan de beurt kwam. Daaronder het nummer dat via You Tube in een live uitvoering met koor op een door hun Duits platenlabel in Haldern georgansieerd festival vorig jaar werd opgenomen. Het regende er oude wijven maar het trompettengeschal dat het nummer alsmaar meer de hoogte in duwt maakte dat voor het publiek waarschijnlijk geheel bijzaak. Ook droog binnen de Brusselse Botanique werd deze “Bloodline” als klassieker in spé ontvangen.
Wie zijn muziekjes ook eens graag traag heeft mag zich bij deze Slow Show blindelings aanmelden. Hun Brusselse passage van afgelopen week bevestigde voor ons alvast a unique selling proposition die de groep nog wel eens ver zou kunnen brengen.

Wednesday, November 16, 2016

Savages (Sonic City) De Kreun/Kortrijk 13/11/16

Nu we de novembermaand zijn ingegaan kunnen we ons al eens aan een gokje wagen welke namen kans maken om de eindejaarslijstjes te halen. Tot één van de smaakmakers van 2016 rekenen wij al zeker Savages, het Britse dames kwartet dat met zangeres Jehnny Beth ook wel één Française in de rangen telt. Mensen met een liefde voor post-punk zullen wellicht drie jaar geleden al hun debuut “Silence yourself” hartstochtelijk in de armen gesloten hebben. Begin dit jaar kwam daar het fantastische “Adore life” bij waarmee de groep vorige zomer niet onopgemerkt bleef tijdens hun doortocht op de Europese festivals. Met het Nederlandse Le Guess Who en het Kortrijkse Sonic City kregen de dames afgelopen weekend zelfs de eer 2 indoorfestivals mee te mogen cureren met voornamelijk bands die onder de commerciële radar blijven, niet toevallig gelegenheden waarop ze enkele jaren terug zelf kwamen bovendrijven. Het randgebeuren van dit Sonic City festival bood ook interviews met de respectievelijke groepen aan en liet non-stop een bijzonder knappe foto documentaire zien over de toer die Savages tot nu achter de rug heeft. Een fraaie inkijk in de wereld van een groep die méér dan gemiddeld onze nieuwsgierigheid prikkelt.
In de vooravond pikten we van het zondagprogramma nog Motorama en Beak> mee. Respectievelijk uit Rusland en Engeland kwamen deze twee namen ook muzikaal uit een verschillend straatje. De eersten klonken bij vlagen als vintage Joy Division. Van zanger Vasily Yakovenko was moeilijk te onderscheiden of hij Engels dan wel in het Russisch aan het zingen was , maar in Kortrijk beseften we plots dat ons dat bij Daan ook wel eens overkomt. Met Beak> maakten we in positieve zin kennis met de betere Pink Floyd kloon (uit de Syd Barrett beginjaren). De toetsenpartijen waaiden het soort psychedelica De Kreun binnen die tal van geestverruimende substanties meteen overbodig maakten. Een aangename kennismaking was dat met hobby-project van Portishead lid Geoff Barrow.
Ten huize Savages had het recente heengaan van Leonard Cohen duidelijk ook een snaar geraakt want voor hun concert met “I am here” als een vulkaan tot uitbarsten kwam mocht de zaal in gedoofde lichten eerst luisteren naar “A thousand kisses deep”, een door Cohen zelf voorgedragen gedicht. Het contrast tussen de warme Cohen en de ontketende Beth kon vervolgens niet groter zijn, maar beiden hadden ons instant in de greep. Van de eerste gitaaraanslag in “I am here” tot de finale cymbaalaanslag in “Fuckers” herleide ons universum zich 75 minuten lang tot enkel dat datgene wat zich afspeelde op het podium en – een kleinere zaal doet wonderen daarvoor – wat daarvan uitdijde naar het publiek. Toen Beth aan de gretige en volle zaal benedenvloers vroeg om met z’n allen 1 stap vooruit te zetten lokte ze, als een vonkje waarmee de boel in lichterlaaie werd gezet, de pogo uit in het opruiende “Husbands” dat er meteen achteraan kwam. Op de maat van een heftig pulserende bas ging ze in “I need something new” even later, met een onverschrokken blik in de ogen, blootvoets en door het publiek op handen gedragen naar het midden van de zaal. Het concert raasde als een tornado door De Kreun waarin een intensiteit voelbaar was die zich best liet vergelijken met wat Nick Cave doorgaans vanop een podium teweegbrengt. Als toeschouwer slingerde je van heftig (“No face”) naar sierlijk (“Adore life”), van geil (“Hit me”) over dreigend (“T.I.W.Y.G.”) naar boos (“Fuckers”). Dat laatste omwille van de “Paris attacks”, waar Beth naar verwees. Als Française was het precies 1 jaar na de feiten wellicht onmogelijk om daar vorige zondag niet aan terug te denken.
Deze Savages tekenden in Kortrijk voor een uppercut van een concert! Gewond zijn we na afloop (gelukkig) niet buitengekomen, maar geraakt in elke vezel van ons lijf des te meer.

Tuesday, November 08, 2016

Band Of Skulls Botanique/Brussel 6/11/16

Op een avond waarop ook de Peppers in het land waren zakten wij af naar de Botanique voor het (veel) bescheidenere Band Of Skulls. Met verder deze maand nog een Australische trip voor de boeg rondde Band Of Skulls zondag alvast het eerste luik af van een toer ter promotie van hun dit jaar verschenen vierde plaat “By default”. Met het Waalse Dour festival hadden ze daarbij trouwens al één Belgische halte achter de rug. De groep afkomstig uit het Britse Southampton tracht nu al 3 platen lang tevergeefs hogerop te geraken nadat hun debuut “Baby darling doll face honey” en in het bijzonder de singel “Death by diamonds and pearls” 7 jaar geleden overal goed werd ontvangen. Bijgevolg blijft het drietal naarstig en gelukkig vergezeld van een solide live-reputatie verder aan de weg timmeren en dit vooral langs de kleinere clubs wat voor u en onze concertervaring niet noodzakelijkerwijs een nadeel hoeft te zijn.
Met - voor Brusselse normen wellicht gelijkgeschakeld aan buitenlanders - het uit Roeselare afkomstige Id!ots kregen we toch een stel landgenoten als voorprogramma voorgeschoteld. Fans van de Canvas hit “Bevergem” zullen ongetwijfeld zanger Luc Dufourmont hebben herkend die nu zonder rolstoel behoorlijk energiek stond te wezen op een Brussels podium. Over de betekenis van “nurfen” zijn we in het half uur Id!ots niet wijzer geworden maar dat dit gezelschap ten onrechte onder de radar is gebleven de afgelopen maanden stond snel vast. Met “Mosquito” en een flinke hap uit die nieuwe plaat – “Id!ots II” – speelden “Roste Luc” en zijn bende een gesmaakt voorprogramma dat stijlmatig niet onder één noemer te vatten viel: zompige rock, een streepje punk, beiden gelardeerd met een Zappa saus en als bonus - altijd onweerstaanbaar - een West-Vlaming die zich in Brussel aan Franse bindteksten waagt.
Met een pauze van enkele weken in het vooruitzicht en in Brussel toegekomen aan het laatste concert begonnen Band Of Skulls, postgevat in een decor met gotische kerkramen en onder een nogal groteske lichthemel, erg overtuigend aan hun set. Het knappe titelnummer van de nieuwe plaat gold als sterke binnenkomer. Met daarbovenop slechts nog 3 songs uit “By default” lijkt het geloof in die laatste, toch tot stand gekomen onder productioneel toezicht van Gil Norton (Pixies, Foo Fighters), niet al te groot te zijn want de groep gaf in de Botanique overduidelijk voorrang aan hun oudere werk. Zo schoven “Himalayan”, “Light of the morning” en het snedige “You’re not pretty” al vroeg binnen in de set en zat halverwege het concert met (een classic rock song in de dop) “Black magic” en “So good” het aandeel nieuw werk er zelfs al helemaal op.  Bij het gevaar af om Band Of Skulls met een White Stripes fixatie op te zadelen hoorden we in Brussel dat de stemmen van zanger/gitarist Russel Marsden en bassiste Emma Richardson wel erg mooi in elkaar vlechten. Het maakten van “Sweet sour” alsook van het tegen de Pixies aanleunende “Bruises” in Brussel twee onbetwiste hoogtepunten die samen met het naar uitgestrekte woestijnvlaktes snakkende “I feel like ten men, nine dead and one dying” en het van een zalvende gitaarpartij voorziene “Cold flame” de weg effenden voor een slot met songs waarmee Band Of Skulls bij ons de voorbije jaren wél de radio haalden. “The devil takes care of his own” en “Death by diamonds and pearls” kregen dan ook van een goed gevulde Botanique de ontvangst een grote hit waardig. In zo een sfeer niet terugkeren voor bissen zouden we na afloop misdadig hebben gevonden. “I know what I am” bevatte nog een krolse Marsden/Richardson zangpartij en “Asleep at the wheel” zou destijds niet hebben misstaan bij The Cramps.
Misschien verwezen we in voorgaand verslag iets te veel naar anderen dan goed voor ze is maar deze Band Of Skulls doen dit knip en plakwerk zo goed dat het weer origineel wordt. Bovendien staan ze daarmee live wellicht keer op keer garant voor het soort (club-)concert waarvan we er een dozijn per maand zouden kunnen verorberen.

Wednesday, November 02, 2016

Paul Simon Vorst-Nationaal/Brussel 1/11/16

Met ruim een halve eeuw carrière, eerst met jeugdvriend Art Garfunkel en nadien solo, verdient Paul Simon zeker het predicaat van (nog levende) muzikale legende. Vele van zijn songs mogen wereld muzikaal erfgoed genoemd worden en ook met gedurfde collaboraties werkte Simon zich geregeld in de kijker. Meest spraakmakend daarbij was zijn samenwerking met Zuid-Afrikaanse muzikanten voor zijn “Graceland” album te midden van de culturele boycot die in de jaren ’80 was afgeroepen naar aanleiding van het daar toen nog heersende apartheidsregime. De afgelopen jaren was Simon met opvallende regelmaat te gast op een Belgisch podium, laatst nog anderhalf jaar geleden met Sting in het Antwerpse Sportpaleis en 4 jaar terug ook al in Vorst, toen naar aanleiding van de Graceland verjaardagstoer. Ditmaal zakte Simon opnieuw naar Brussel af met een nieuw album onder de arm: het eerder dit jaar verschenen “Stranger to stranger”, zijn dertiende soloplaat.
Met amper een handvol songs uit die nieuwe (w.o. het niet onaardige “Wristband”) zag een toch weer aardig gevuld Vorst-Nationaal zich zoals op voorgaande gelegenheden met de New Yorker vooral verzekerd van een aardig carrière overzicht dat langsheen alle grote klassiekers liep. En dat ging op die 1e november erg snel. Jammer dat het geluid in het openingskwartier nog wat rammelde en onvoldoende de zaal vulde want daar trakteerde Simon ons al op “The boy in the bubble” en “50 ways to leave your lover”. Simon herinnerde zich voor het inzetten van “Dazzling blue” (haar favoriete kleur) dat het backstage in Vorst was dat hij zijn latere echtgenote Edie Brickell voor het eerst tegen het bevallige lijf liep toen hij er in 1989 zelf te gast was op een Dylan concert en zij het voorprogramma verzorgde. Een leuk wist-je-datje waarmee u binnenkort ongetwijfeld de eindejaarsfeesten eens kan opleuken. Doe er uw voordeel mee! Dat ook – herkenningsapplaus tot op de bovenste rijen - “Slip slidin’ away”, “Mother and child reunion” en “Me and Julio down by the schoolyard” snel vielen kon voor ons niet verhullen dat het concert toch wat braafjes voortkabbelde in dat eerste uur. “The obvious child”, in 1990 de eerste singel na het eclatante “Graceland” succes, kwam middenin het concert gekruid met pittige drums voor ons dan ook als geroepen. Paul hield de zaal erna goed vast door een dubbeltje Simon & Garfunkel in te lassen: een mooi “Homeward bound” en het in coolere kringen wat respectloos tot Sarma muziek gecatalogeerde “El condor pasa (If I could)”. Links en rechts hoorden we Simon al eens een andere frasering nemen zonder gelukkig de respectieve song tot vallen te brengen. Het mooie “The cool cool river” (ook al uit “The rhytm of the saints”) met verrassend ritmische wendingen deed dat helaas wel en klonk voor een kransje sessiemuzikanten overigens onorthodox slordig. Gelukkig volgden erna “Diamonds on the soles of her shoes” (Simon insisteerde bij het zittende publiek om te gaan dansen) en “You can call me Al”, allebei wat voorspelbaar maar wel heerlijk ingekleurd door Kameroener Vincent Nguini op gitaar en Bakithi Kumalo die destijds ook tekende voor het originele basloopje van die laatste song.
Het scenario voor deze avond voorzag in drie bisbeurten. In het eerste luik pakte Simon uit met onder meer “Graceland”, het verrassende “Wheels” van Chet Atins en – toch kippenvel bij aanvang - “Still crazy after all this years” dat een te dwingende en veel te luide saxsolo meekreeg. Een door Vorst welwillend van extra stemkracht voorzien “The Boxer” (daags nadien krijgen we die “Lie la lie” met geen stokken meer uit ons hoofd) besloot het volgende luik waarna Simon in zijn eentje de avond in een muisstil Vorst afrondde met “The sound of silence”.
Simon toonde zich oprecht gelukkig met de staande ovatie waar de zaal hem aan het einde op trakteerde. We klapten overtuigd mee voor wat Simon ons die halve eeuw al allemaal schonk aan moois maar drukken vandaag nog meer dan gisteren de goed op CD gedocumenteerde eerdere concerten van de man tegen de borst. De magie die u daarop treft ging gisteren slechts bij vlagen door Vorst.

Deze blogpost is met fotoverslag ook verschenen op http://www.keysandchords.com/paul-simon--vorst-nationaal-brussel-01-nov-2016.html