Tuesday, July 27, 2010

Gentse Feesten dag 8 24/07/10

Om gepaste eer te brengen aan een fraai stukje Vlaamse rockgeschiedenis stonden we op de tweede zaterdag van de (wederom druk bevolkte) Gentse Feesten bij Sint-Jacobs voor het concert van The Wolf Banes. Ruim 15 jaar geleden legde de groep al eens de boeken neer maar dit jaar plugden de originele groepsleden terug de gitaar in. De vonk sloeg snel over en resulteerde zelfs in een nieuw album dat dit voorjaar het licht zag. We twijfelen eraan of iemand bij Sint-Jacobs deze voorkennis had want het materiaal dat daaruit tijdens het eerste kwartier werd gelicht was niet alleen van een bedroevende kwaliteit maar leverde nauwelijks respons op. Met een decibelmeter die het volume in een wurggreep hield kreeg de groep ook niet de kans om hun songs de power mee te geven die ze nodig hadden. In een vruchteloze zoektocht naar een oplossing vergat de klankman nagenoeg het ganse uur ook nog eens de basgitaar. Voorman Wimmeke Punk scheen zich weinig bewust van de problemen en werkte zich zelfzeker door een weinig sprankelende set die stilaan opschoof naar de oude hitjes. De herkenning van “Miles away from here” werkte goed op een bijna ingedommeld plein maar legde desondanks pijnlijk bloot dat deze reünie niet het niveau haalt van weleer. Met amper twee concerten op de agenda deze zomer (zegt dit al niet genoeg?) rammelde het samenspel als een werkbak vol oude vijzen en hoorden we Monsieur Paul, 1/3 Triggerfinger en nochtans een muzikant waar wij groot respect voor hebben, niet altijd even secuur soleren. Maar bovenal werkten de songs niet meer: voor “The Clown” – destijds een vinnig singeltje – zien we tegenwoordig circussen eerder leeg dan vollopen en ook “Where is the party?” wees eerder in de richting van onze zetel thuis dan van één of andere stomende fuifzaal. Slotsong “As the bottle runs dry” bracht onze buren prompt op het idee een pintje te gaan halen. We namen het wit schuimend goedje graag in ontvangst om dit ondermaatse (reünie)concert snel door te spoelen.
In galop schoven we vervolgens door naar de Kouter voor de laatste Boomtownavond. Filip Kowlier mocht er voor het slotakkoord van het vijfdaagse festival zorgen want voor vuurwerk hebben ze geen geld deelde de organisator aan een vol plein mee. Tegenwoordig zit Izegem’s fijnste afstammeling (maar met een Gentse domicilie) in reggae, ska en dubsferen. Dat was al merkbaar op zijn laatste plaat maar ook het oudere werk moest er voor zijn huidige live set aan geloven. Zo opende “In de fik” op het slome ritme dat het eerste genre geheel eigen is. Een greep uit “Otoradio” met al vroeg de singel “Mo ba nin” kreeg de Kouter niet op de knieën. Daarvoor was het wachten tot een fraai herwerkt “De grotste lul van ’t stad” en het massaal meegescandeerde “Welgemeende”. Ook met “El mundo kapotio” stond onze barometer overtuigend op feeststemming. Met een wat goedkope overgang van “Min moaten” naar “No woman no cry” deed Kowlier 2 dagen vroeger dan de ganse Feesten al het licht uit op Boomtown. Het concert, dankzij een uitstekende band heel wat verzorgder dan het voorgaande, slaagde er ondanks een klein dipje links en rechts toch in een uur lang te boeien. Gesteund door een horde streekgenoten bleef Kowlier het ganse concert lang in zijn beste Izegems de meute op de Kouter toespreken. Wij zouden in volle Gentse Feesten en met “In de gloria” in gedachten alvast niet geaarzeld hebben om hem te trakteren op ondertiteling.

Saturday, July 24, 2010

Onze zomersingels (part 1)

Er is een oogst aan fijne singels binnen te halen dezer dagen. Een beetje rondspeuren afgelopen week bracht ons op het spoor van Avi Buffalo ("What's in it for?), Band of Horses ("Laredo") en The Coral ("1000 years"). Zou het opvallen dat ze alle drie een hoog retro-gevoel hebben?
Worden we dan echt ouder of is dit gewoon muziek die over generaties heen kan springen?
Check it out!





Sunday, July 18, 2010

Werchter 2010 download top 10

10. Green Day "Jesus of Suburbia"
Och t'was maar voor de lol...
9. Vampire Weekend "Cape cod kwassa kwassa"
Op reis en snel liefst
8. Muse "Plug it baby"
Gevraagd en gekregen in de bissen
7. Alice in Chains "Man in the box"
Niets dan goeds over de doden (die terug in leven zijn)
6. Stereophonics "Maybe tomorrow"
Kelly Jones = cool
5. Editors "All sparks"
We stonden al drie concerten droog voor deze uit hun eerste
4. The Gaslight Anthem "59 sound"
Opvolging Springsteen is verzekerd
3. Arcade Fire "Rebellion (lies)"
Met alle Canadezen maar niet met den ...
2. Pearl Jam "The fixer"
"Ten" is nog lang niet vergeten maar "Backspacer" mag er ook zijn
1. Florence & The Machine "Between two lungs"
Even naar adem happen

Thursday, July 15, 2010

Rock Werchter dag 4 04/07/10

De opening van dag 4 werd in handen gelegd van eerbare Belgen The Van Jets (hoofdpodium) en Sweet Coffee (Marquee). Met een teleurstellend concert in de Vooruit drie maanden geleden hadden we er alle vertrouwen op dat The Van Jets de scheve situatie op Werchter zouden rechttrekken. Aanvankelijk (“Down below”) leek dat nog te zullen lukken maar hun kaartenhuisje bleef geen ganse set rechtop staan. Met “The future” zat de groep nog goed op koers richting een grandioze finale maar geholpen door het aangroeiend applaus werd de groep iets te overmoedig. Dit leverde bij momenten niet alleen tenenkrullend gejam op (“Electric soldiers” en “Onawa”) maar inspireerde zanger Johannes Verschraegen (afvegen die oogschaduw!) ook tot alsmaar meer sterallures. Een beetje zichzelf respecterend manager geeft deze kerels een flinke bolwassing!
Helemaal anders verging het Sweet Coffee. De groep compenseerde het vertrek van zangeres Bibi met drie andere en gaf in de Marquee een tot in de puntjes verzorgd concert dat 50 minuten lang Werchter transformeerde tot Ibiza aan de Noordzee. Geen idee wanneer we nog zoveel dansende lijven zo vroeg op Werchter hebben gezien. Het was dan ook moeilijk stil blijven staan bij de opzwepende mix van elektronica en soul waar deze Sweet Coffee voor staat. Enkele ingehuurde MC’s lieten geen stilte onbenut om het publiek, al goed opgewarmd, nog wat extra aan te moedigen. In “Tomorrow” hoorden we ietsje te veel een doorslagje van Groove Armada maar voor het overige heeft Sweet Coffee met songs als “Daylight” en “Alone” genoeg eigen identiteit om een groep te worden met internationale allure.
Met Alice in chains had Werchter streekgenoten van Pearl Jam op de affiche gezet. De groep vecht zich al enkele jaren terug een weg richting succes nadat in 2002 hun voormalige zanger Layne Staley met behulp van heroïne en cocaïne het tijdelijke voor het eeuwige had ingeruild. Gesterkt door een nieuwe zanger, de impressionante William DuVall en een goed onthaalde nieuwe plaat “Black gives way to blue” kwamen de heren zelfverzekerd het podium op. Nochtans stond de groep voor een allesbehalve makkelijke klus. Hun zwaarmoedige songs moesten immers zien stand te houden op een zweterige wei onder een alweer prominent aanwezige zon. Wonderwel lukte het en schoven gaandeweg meer geïnteresseerden richting podium. Verantwoordelijk hiervoor waren feilloze versies van “Them bones”, een werkelijk schitterend “No excuses” en een fel “Man in the box”. Onze buurman vatte dit concert voortreffelijk samen: harde muziek maar “goed gesoigneerd”. We waren eventjes sprakeloos.
Vampire Weekend voelt zich al enkele maanden voortgestuwd in de vaart der volkeren. Enkele singels haalden gezwind de radio, leuke clipjes roteerden goed op uw muziekkanaal en lovende recensies haalden de kranten. Kortom: the next big thing has arrived! In onze nieuwsgierigheid of deze strandversie van Talking Heads het hoofdpodium zou overleven bleven we dan ook – pintje in de hand, goed ingesmeerd, petje op – rustig staan na Alice in Chains. Opener “Holiday” was tot dan toe ongetwijfeld het nummer met de hoogste UV-index. Ook de later in de set gedropte “Cousins”, “A-punk” en “Cape Kod Kwassa Kwassa” deden ons hunkeren naar een greep uit het Thomas Cook Last Minute aanbod. Het afro-gitaartje dat vaak door de songs liep zette bovendien ook nog eens aan tot gezonde lichaamsbeweging maar nu eens zonder Evy Gruyaert er doorheen. Dit Vampire Weekend was in tegenstelling tot vele anderen op het hoofdpodium wel complementair met het weerbeeld. Of dit hen ook een toekomst geeft naar latere Werchters laten we nog wat in het midden.
Toen de affiche van dit jaar nog in opmaak was en de groep met handenvol MIA’s werd gelauwerd lag de weg richting Werchter voor Absynthe Minded al wagenwijd open. De groep rond zanger/componist Bert Ostyn steeg ondanks een zeer verdienstelijk concert in de Marquee niet boven zichzelf uit. Ja, we waren onder de indruk van “My heroics, part one” en ja, “Envoi” verveelt een jaar later nog niet maar gaan we ons het geheel over enkele jaren nog herinneren als die keer in de Marquee? Helaas niet.
Voor Arcade Fire lieten we The Black Box Revelation in de tent links liggen. We kregen er gelukkig geen spijt van. Ook al kampte dit concert met een makke respons (toe te schrijven aan de chronische vermoeidheid?), het kwaliteitspeil lag een uur lang zeer hoog. De passie waarmee de zevenkoppige groep en in het bijzonder het echtpaar Win Butler en Régine Chassagne – de centrale as van Arcade Fire – op het podium stond was ronduit indrukwekkend. Zelden werden we overigens met nieuw materiaal (volgende maand uit!) en voor ons minder courant oud plaatwerk zo naar de keel gegrepen als bij deze Canadezen. Uiteraard gingen de meeste handen op elkaar voor “No cars go” en “Rebellion (lies)” maar beide classics hoefden nauwelijks onder te doen voor het overige wat de groep in petto had voor Werchter. In de nadagen van Werchter stond dit groepje hoog in onze download top 10, een moderne barometer om te zeggen dat dit een hoogtepunt was!
Scoren deed Pearl Jam – ja ja er zijn nog headliners die het kunnen… - zonder één vuurpijltje maar met een handvol verrassende covers (MC5, Joe Strummer, PIL), één oude hymne (“Alive”), een greep uit hun laatste worp (5 sterren voor “The Fixer”!) en een ad random selectie uit alle voorgaande platen. Uit die laatste categorie zijn er altijd die gemist worden (“Black”) maar wat in Werchter de setlist haalde was toch verre van mis (“Corduroy”, “Elderly woman”). De groep verdween al voor een eerste maal van het podium na amper 1 uur te hebben gespeeld. Moesten Vedder en collega’s aan de zuurstoffles of was een buikgriepje de toerbus ingeslopen? We zullen het wellicht nooit weten maar de drie kwartier bissen die ze er achteraan gooiden was wel van uitzonderlijke kwaliteit: het viertal “Got some”, “Given to fly”, “Just breathe” en een verschroeiend “Rearviewmirror” steeg torenhoog uit boven de middelmaat van de reeds gepasseerde toppers. Dat weinigen voortijdig de uitgang opzochten had alles te maken met een memorabel slot. Voor MC5’s “Kick out the jams” kwam Dave Grohl achter drummer Matt Cameron een tamboerijn geselen waarna Werchter collectief de luchtgitaar omgorde en een laatste maal nog eens de stembanden losgooide voor een uitzinnig “Alive”. Dit concert was al minstens de helft van ons combi-ticket waard, de rest kregen we er dus voor een prikje bij.

Monday, July 12, 2010

Rock Werchter dag 3 03/07/10

Dag 3 leek op papier van start te gaan met een vullertje. In onze verfoeilijke gedachtegang hebben we minstens één seconde stilgestaan bij het idee dat Taylor Hawkins (drummer bij de Foo Fighters) mee op de affiche mocht dankzij het contract van Them Crooked Vultures, de groep met Hawkins’ broodheer Dave Grohl die daags nadien mocht aantreden. Dat deze Hawkins en gevolg echter voor een select opgedaagd groepje ochtendmensen nog verraste ook kwam aan als een regeringsformatie in putje zomer. Hawkins’ solowerk ligt in het verlengde van de Fighters en ook qua stemtimbre is de vergelijking met Grohl snel gemaakt. Live wordt alle aandacht opgeëist door de tegelijk zingende en drummende Hawkins, een lust voor oog en oor. Zijn Coattail Riders spelen wat anoniem in dienst van hem maar zorgden in songs als “Louise” en “Your Shoes” wel mede voor een strak en heerlijk samenspel. Niet slecht voor een vullertje dus.
Het Australische Temper Trap had ons het voorbije jaar verblijdt met enkele fel gesmaakte singels. Eén ervan (“Sweet disposition”) zal de komende decennia ongetwijfeld nog in tal van commercials worden gebruikt want het nummer produceert het soort positieve vibes waar geen mens onbewogen bij kan blijven. Het concert in de Marquee leefde ontegensprekelijk naar dit moment toe. Ook al was hetgeen er aan voorafging niet onverdienstelijk (met het hoge stembereik van Dougy Mandagi als meest opvallende element), het dak ging er pas echt af voor “Sweet disposition”. Bijgevolg zitten deze Temper Trap met een torenhoog probleem: al andere songs geraken niet uit de schaduw van dat ene lied. De groep verliet 15 minuten vroeger het podium dan gepland, voorwaar geen gunstig teken.
Dat Channel Zero terug onder de levenden is mag voor de Belgische metalscène een geschenk gods genoemd worden. Is het immers niet zo dat geen enkel ander Belgische formatie (Killer, Ostrogoth) er ooit is in geslaagd zich binnen dat genre te meten met de buitenlandse concurrentie. Channel Zero dus wel! Het verschil tussen Channel Zero voeger en Channel Zero nu is met of zonder oordopjes nauwelijks te identificeren. De ingelijfde Amerikaanse gitarist Mickey Doling (ex-Soulfly) die de oude vervangt past perfect in het plaatje en legt moeiteloos alle oude songs op hun vertrouwd bedje van noeste en loodzware riffs. We waren - de ‘wake-up call’ van Rock Werchter ’97 indachtig -voorbereid op een snoeiharde en gedreven set maar dat viel al bij al nog mee. De groep kreeg er moeilijker dan verwacht wat vaart in en ook het publiek stond niet klaar om zomaar voor de bijl te gaan. De immer sympathieke Franky De Smet-Van Damme moest flink aandringen om het publiek voor zich te winnen. De verwachting dat de groep op instant succes ging kunnen rekenen werd niet ingelost wat toch even slikken zal geweest zijn na zes uitverkochte AB’s eerder dit jaar. Deze Werchter was beslist geen onverdeeld succes, benieuwd wat de toekomst brengt.
Voor Gossip en in het bijzonder de spitante frontvrouw Beth Ditto was er voor het hoofdpodium heel wat belangstelling. Nog maar net het podium opgewandeld en ze speelde, nog voor er één noot van openingsnummer “Standing in the way of control” was gelost, al meteen in op de vele boodschappen die werden opgehouden door het publiek. Ditto putte er een uur lang inspiratie uit om haar bindteksten op te vullen terwijl de groep zich doorheen een set werkte waar de climax met “Heavy cross” en cover “What’s love got to do wit hit” helemaal op het einde zat. Een mens mag er niet aan denken wat dit zou hebben teweeggebracht in de Marquee een beetje verderop maar op het hoofdpodium kabbelde het – zonder echt te vervelen - wat gezapig verder. Ditto beschikt over een fenomenaal strottenhoofd en puurt daar een stem uit waar processierupsen beslist van op de loop gaan maar het wat schriele geluid – live identiek als op de plaat – heeft om echt te imponeren misschien toch dat tikkeltje meer peper nodig.
In de tent vielen we na Gossip pardoes in een geheel ander universum. Daar stond immers, naar we vermoeden als vieruurtje voor liefhebbers van zwaardere gitaren (tussen Channel zero en Rammstein), de progressieve rock van Porcupine Tree op het menu. Met een overweldigende sound en muziek die gelukkig graag buiten de lijntjes kleurt van een genre dat al eens zwaar op de maag kan liggen maakten deze Britten heel wat indruk. Zanger Steven Wilson ziet er nog altijd uit alsof hij pas zijn bachelor diploma heeft binnengehaald en zijn collega’s zijn evenmin een toonbeeld van stijl maar speltechnisch imponeerden ze des te meer. Het fascinerende “Way out of here”, met beelden van de clip achter de groep geprojecteerd, hield ons minutenlang in de ban. Ook slotnummer “Blackest eyes” had de Marquee tot de laatste noot in zijn greep. Een pluim voor wie het aandurfde deze groep op de affiche te zetten.
Na een memorabele avond in de Gentse Vooruit eerder dit jaar was het wat afwachten of Florence & The Machine dit nog eens zouden kunnen overdoen op Werchter. Grote twijfels dat er iets moois op stapel stond voor de Marquee hadden we niet en evenmin de duizenden die met ons stonden te wachten tot aan openingsnummer “Howl”. Het warme onthaal bij de aanvang sprak boekdelen: dit was een concert dat met stip door velen was aangeduid in het programmaboekje en terecht. Geen enkel concert doorheen het ganse weekend gaf zo een verpletterende indruk. Florence dartelde over het podium als de eerste de beste bosnimf, klom vocaal naar ongekende hoogten en bewees en passant ook nog eens een geweldige frontmadam te zijn die een publiek (‘size doesn’t matter’) uit haar hand kan doen eten. Voor “Dog days are over” liet ze tot ver buiten de Marquee iedereen op en neer springen alsof het een zuiverend ritueel was. Nauwelijks bekomen herhaalde zich even later dezelfde oefening maar dan zonder dat Florence er om moest verzoeken tijdens een glorieus “Rabbit heart”. Tussendoor passeerde ook het nieuwe “Strangeness and charm” dat in Werchter zijn live première kreeg en het beste doet vermoeden voor een fantastische toekomst. Nog niet duidelijk? Florence & The Machine was Rock Werchter 2010!
Omstreeks half negen werd te midden van een kleurrijk kermisdecor P!nk – echte naam Alecia Moore – vanuit een metershoog opgehesen kooi naar beneden gelaten; het begin van 75 minuten “Funhouse”. Na Green Day een dagje eerder waren we dus overduidelijk vertrokken voor het tweede Werchter circusmoment. Al had P!nk ons vroeger al overtuigd door een concert lang ook te kunnen boeien zonder extra toeters en bellen, in Werchter (en op het bureau dat haar toernees in elkaar knutselt) stond er dit keer geen maat op. Van het rijtje stunts (de eerste hebben we al vermeld, vervolgens met een reusachtige bol over het publiek rollen om zwevend boven het voorste deel van de Werchter-wei te eindigen) dat het productieteam dit keer had bedacht moest echt wel iedereen paf van staan. Groot nadeel van dit spektakel is dat de muziek helemaal naar het achterplan werd verdrongen en geen mens nog opmerkte dat “Who knew” overtuigend was gezongen en “Dear Mr. President” helemaal ontdaan van al die franjes het ‘Welterusten meneer de president’ van deze generatie is. Tot overmaat van ramp stonden in het script van deze vertoning ook nog eens twee straal overbodige covers ingeschreven (“My generation” van The Who en “Basket case” van Green Day) en werd het concert 15 minuten voor zijn einduur afgeblazen. Het vergt veel te veel adoratie om dit alles nog door de vingers te zien.
Het podium werd nadien stormenderhand ingenomen door het pyroteam van Rammstein om een uur later het zorgvuldig aangelegde mijnenveld (liefst) één voor één te laten afgaan. “Rammlied” opende de festiviteiten en de groep denderde vervolgens zonder al te veel ‘bla bla bla’, maar des te meer ‘boem boem boem’, door naar “Wiener blut”. We stonden er bij en keken ernaar, enigszins onbegrijpend dat een groep zoveel succes oogst met muziek die ons in het beste geval alleen nuttig lijkt bij het droppen van een nieuw peloton soldaten boven Afghanistan. Tot nader order is Werchter nog altijd geen oorlogsgebied.

Thursday, July 08, 2010

Rock Werchter dag 2 02/07/10

Vrijdagmiddag – het kwik was al ver boven de kaap van 30° - waagden Customs hun kans op het hoofdpodium met uitsluitend werk van debuut “Enter the characters” en één Joy Division cover. Net als op het maatpak van zanger Kristof Uittebroek was door het hechte samenspel ook op de songs geen plooitje meer terug te vinden. Met de singels netjes verdeeld over hun speeltijd speelde de groep duidelijk op veilig. Enigszins gehypothekeerd door een loden zon speelden Customs een niet onverdienstelijk concert dat jammer genoeg niet dezelfde zeggingskracht had als hun clubconcerten eind vorig jaar. De landgenoten van Balthazar verging het in de Marquee stukken beter. Dit groepje met als uitvalsbasis het West-Vlaamse Kortrijk charmeerde met ingenieuze popmuziek die grossierde in heerlijke melodieën en was daarmee, geholpen door de samenzang van vier leden, een streling voor onze oren. Het dwingt respect af dat de groep erin slaagde een prima beurt te maken met het materiaal van hun pas verschenen debuut “Applause” en dus zonder hun oudere én herkenbare singels “Lorraine” en “This is a flirt”. Op The Morning Benders waren we nauwelijks voorbereid. Verder dan het feit dat het een Amerikaanse indie-band betrof waren we voor aanvang van hun set in de Marquee niet geraakt. Een onbevooroordeelde kennismaking dus. Sofie Lemaire durfde in haar aankondiging zelfs gewag te maken van de herboren Beatles maar dat leek na afloop ferm overdreven. De groep klonk op hun best als de Arctic Monkeys maar dan zonder prik. Onbemind blijft aldus (voorlopig) onbekend.
Als een levende legende als Bruce Springsteen dweept met een groepje dan spitsen wij alvast de oren. Bijgevolg stonden we flink vooraan om live kennis te maken met The Gaslight Anthem. Dat The Boss zijn oog heeft laten vallen op dit viertal is niet geheel toevallig: de groep laat zich immers smaken als de jonge E-street band in een kruisbestuiving met The Clash. Voorman Brian Fallon – sympathieker hebben we ze niet gevonden in Werchter - heeft bovendien de gave om een publiek (groot of klein) uit zijn hand te laten eten. In de Marquee zag je per nummer (een hele hap uit de nieuwe uitstekende plaat “American slang”) het succes van de groep toenemen. Tegen slotnummer “The backseat” was de gehele tent in de overtuiging een man, een groep en een concert gezien te hebben waar over jaren – wanneer de groep veel grotere podia zal aandoen – nog eens naar kan gerefereerd worden.
Met Corinne Bailey Rae op de affiche van de Marquee namen de programmamakers een groot risico. Het frêle dametje met de prachtige stem en vederlichte liedjes leek op papier immers allesbehalve voer voor op een festival. Reeds bij haar eerste tussenkomst na een fraai “Paris nights, New York mornings” liet ze, niet meteen blakend van zelfvertrouwen, dit ook horen. Niettemin kregen we een uur lang genietbare soul pop voorgeschoteld met Rae in een glansrol. Ook band en drummer (die in profiel stond opgesteld) gaven een technisch superieure indruk. Ons eindoordeel is dus mild: enigszins miscast op een festival als Werchter maar geenszins met de billen bloot deze Corinne Bailey Rae.
De tent liep helemaal vol voor de op Hawaï geboren Jack Johnson, een Amerikaanse singer songwriter waar ons land (na een AB club concertje in 2002) maar liefst 8 jaar op heeft moeten wachten. De ontvangst was navenant. Vrouwen stonden rijen dik vooraan met huwelijksaanzoeken en achter hen (in ruggensteun?) al evenveel devote mannen. Zowaar alle songteksten leken voor de aanwezigen parate kennis wat met veel handgeklap tijdens, en oorverdovend applaus tussen de nummers leidde tot een bijzonder sfeervolle gebeurtenis. Alleen vonden wij het niveau van de aangevoerde songs eerder middelmatig. Door steeds weer hetzelfde gezapige ritme aan te snijden lijken ze bovendien ook nog eens inwisselbaar met elkaar. Met “If I had eyes” en “Better together” steeg het feel good-peil echter tot ongekende hoogten in de Marquee; voorwaar ook een prestatie waar Johnson voor mag geëerd worden.
Na Vorst (november vorig jaar) en de Lotto Arena (dit voorjaar) was de climax voor de Editors voorzien op Werchter. Op een zuchtje van de echte headliner op vrijdag (ze moesten alleen Green Day laten voorgaan) kregen de heren uit Birmingham het toch voor elkaar om de volle weide voor hen te doen rechtveren. In een concert dat jammer genoeg iets te weinig volume meekreeg op de weide knoopten de Editors een rij klassiekers aan elkaar waar menig Werchter groep alleen maar likkebaardend kan van dromen. Het voorspelde hoogtepunt zat in “Papillon” maar wij genoten nog meer van oudje “All sparks” en het solo door Smith gebrachte “No sound but the wind”. De verrassing was er voor ons een beetje af, het concert piekte minder dan sommigen u graag zouden doen geloven maar als tussenstap naar de gele trui in het peloton was dit een meer dan geslaagde ritoverwinning. Afspraak bovenaan de affiche op Rock Werchter 2012!
Green Day had in 2004 hun festivalwaarde in Werchter al eens bewezen. Met een concert dat dit jaar qua showgehalte in de weegschaal zou worden afgewogen met Rammstein en P!nk gooide het trio zich op vrijdagavond vol overgave in de strijd. Zowat ieder slotakkoord van de groep ging gepaard met een vuurpijl of 10 en zanger Billy Joe Armstrong vuurde het publiek aan met vele soms licht irriterende “Come on Belgium”-s. Wanneer op de koop toe ook nog een horde bakvissen op het podium werden gehesen om songs van zang te komen voorzien werd het pas echt potsierlijk. Hier werd de grens tussen concert en circus pijnlijk overschreden. Een mens vergat er bijna de muziek bij. Nochtans schotelde Green Day ons een indrukwekkende rij hits voor die de lange setlist (2,5 uur!) goed op de been hielden. Wie een bisronde met “American idiot”, “Jesus of Suburbia”, “When september ends” en “Time of your life” kan neerzetten verdient méér dan verketterd te worden door de goede smaak politie. Eigenlijk was het dus niet meer dan logisch dat een groot deel van de wei tot een eind na middernacht geamuseerd bleef hangen op de wei voor dit olijke trio pretpunkers. Goed fout dus maar lang zo slecht nog niet.

Tuesday, July 06, 2010

Rock Werchter dag 1 01/07/10

Ook dit jaar zat Rock Werchter wat cijfers betreft in vele segmenten weer aan het plafond. Wat opkomst betreft duldt het festival al enkele jaren geen concurrentie meer (dagelijks 80000 en lang op voorhand uitverkocht) alleen qua temperaturen kon het Brabantse festival nog enkele records doen sneuvelen. Voor wij die dachten dat het de voorbije jaren al enkele keren flink puffen was kwamen er nog een handvol graden bij. Op zaterdag ging het kwik naar 37°. Gewapend met zonnecrème en pet ondernamen we desondanks toch een poging om tijdens 4 festivaldagen het beste uit de affiche te halen.
Ook al kwam die neger van De Jeugd Van Tegenwoordig nog zo hard, echt ongeduldig om door de controle aan de ingang en vooraan het hoofdpodium te geraken werden we er niet van. Iets meer enthousiasme konden we aanvankelijk nog opbrengen voor het opnieuw herenigde Skunk Anansie. Dame Skin, half zangeres half sirene, heeft haar inmiddels verloren gelopen solocarrière terug ingeruild voor het collectief van weleer. Halverwege de jaren negentig was dit zowat het spannendste wat er op een podium te vinden was, op deze Werchter editie leek het meer een onaangenaam anachronisme te zijn. Songs als “Selling Jesus” en “Charlie Big Potato” mochten wat ons betreft in het decennium van afkomst gebleven zijn. In tegenstelling tot op het hoofd van Skin stond er op het songmateriaal dus wel al haar op. Jammer. Nieuw en verfrissend, daar waren we voor naar Werchter getrokken en in de vorm van The XX werden we op onze wenken bediend. Het broze materiaal van hun titelloos debuut bleef wonderwel overeind op een festival. Nummers als “VCR” en “Islands” bleken meer dan we hadden gedacht bestand tegen het daglicht en ontlokten, tot grote verbazing van zangeres Romy Madly Croft, euforische reacties in de Marquee. Ook euforie maar dan in een iets mildere vorm was er te merken na het concert van het Texaanse Midlake dat in de tent aan The XX was voorafgegaan. Onze vlucht van Skunk Anansie bracht ons in een wereld waar vier gitaren mooi in elkaar haakten, meerstemmigheid nooit ver weg was, nummers gegarandeerd eindigden in een heerlijk aanzwengelende jam en zelfs de dwarsfluit terug een plaats kreeg toebedeeld. Uit het handvol sterke songs dat we nog meepikten riep “Rulers, ruling all things” overigens een sterke Neil Young verwijzing op. Op andere momenten durfden we ook al eens aan (de betere) Radiohead denken. Toch geen referenties waar een mens zich moet over schamen.
Met het concert van de Stereophonics dat er op volgde schoot de groep zichzelf lelijk in de voeten. Voor fans van het eerste uur (u mag er ons bijrekenen) was het smullen geblazen met een setlist die ook alle oude platen eer aandeed maar de jongere generatie Werchter gangers kreeg songs als “Local boy in a photgraph” en “Just looking” heel wat moeilijker verteerd. De groep liet onbegrijpelijk Afrekening hit “Innocent” links liggen en kon slechts bij “Maybe tomorrow” (opnieuw een pareltje) en slotnummer “Dakota” rekenen op de volle appreciatie van de wei die ze voor zich hadden. Uitstekend concert maar een gemiste kans om nieuwe vrienden te maken.
Muse daarentegen – vijfde maal Werchter intussen –haalden uit hun rijke catalogus wel tal van publiekslievelingen. Het begon met een indrukwekkend “Uprising” en eindigde in de bissen met (op maat van onze persoonlijke voorkeur!) “Plug it baby” en “Knights of Cydonia”. Tussenin zat een (geluidstechnisch en visueel) perfect concert op maat van de grote massa. We voelen ons haast schuldig door te stellen dat de griezelige perfectie van dit trio (live plus één) ons een tikkeltje koud liet. Daarmee willen we absoluut geen afbreuk doen aan wederom geweldige versies van “Feeling good” en “Time is running out”.
Het slot van dag 1 werd in handen gelegd van Faithless die wederom hun beproefde recept lustig konden botvieren op een welwillende massa. Verwachte apotheose was een lichtjes hertimmerde versie van “Insomnia”. Helaas moesten we andermaal vaststellen dat de groei van het succes van de groep omgekeerd evenredig is aan de creativiteit waarmee ze hun songcatalogus verder hebben uitgebreid. Vele nummers verklappen immers een afgeleid procédé van ouder werk of zijn, wanneer ze ervan afwijken, te middelmatig. Een zesde (!) keer Faithless op Werchter was dus wel een feestje maar eentje zonder glans.