Monday, November 14, 2011

Rival Sons Trix/Antwerpen 12/11/11

De toekomst van de rock-’n-roll smaakt ook een beetje naar het verleden. Geen groep die dat beter heeft begrepen dan het Californische viertal Rival Sons. Alles wat tot nog toe van hen op plaat is gezet – 2 full cd’s en een EP - klinkt als gemaakt in de hoogdagen van Led Zeppelin, Deep Purple en The Doors. Eén belangrijke nuance daarbij: ze klinken niet alleen als voorgenoemden, ze willen het rijtje ook gewoon aanvullen! Eergisteren hielden ze, al ruim een jaar onderweg naar wereldwijde erkenning, halt in het Antwerpse Trix voor hun eerste Belgische zaalconcert. Afgelopen zomer rekenden we de Rival Sons tot het beste van Werchter, dus onze verwachtingen waren niet min. In deze crisistijden zijn de gages van voorprogramma’s duidelijk in vrije val want met slechts 15€ toegangsgeld zorgde organisator Heartbreak Tunes ook nog eens voor 2 voorprogramma’s, waarvoor hulde. Door een speling van het lot (ticket in de keukenkastlade laten liggen) misten we The Lumbers uit Kortrijk. Gelukkig waren we wel tijdig de kassa gepasseerd voor het Nijmeegse Black Bottle Riot die de avond voordien hun debuut boven het doopvont hadden gehouden in hun thuisstad. Vastberaden ook al een handvol Vlaamse vrienden te maken raasden ze door een fel setje waar alle klassieke elementen in verwerkt zaten: riffs uit het boekje, een drummer die sneller speelt dan zijn eigen schaduw en een zanger die Herman Brood met Danko Jones kruiste. Weinig reden dus om niet te blijven staan. Iets over tienen doofden na AC/DC’s “Highway to hell” de lichten voor Rival Sons. Met een zelden geziene ‘cool’ stapte het viertal het podium op als was deze club een tot de nok gevulde arena. Uit de boxen knalde een ongemeen fel “Torture”. Zanger Jay Buchanan bewoog op het podium als was hij die namiddag niet meer uit de trance gekomen na zijn laatste yoga sessie en keelde zich als een jonge Robert Plant naar de finale van het nummer. Wij voelden het in iedere vezel van ons lijf: dit zou een prima avondje worden. Mét herkenningsapplaus raasden de heren - ‘Duvel’tje op de versterker - door naar “Burn down Los Angeles” en een logge Zeppelin/Sabbath lookalike “Tell me something”. Ook “Sleepwalker”, met Buchanan voortreffelijk op mondharmonica en “Get what’s coming” dreven op een soort oerkracht waar alleen de echte groten een patent op hebben. Met “On my way” ging de voet even van het gaspedaal om meteen erna weer helemaal op kruissnelheid te komen met hun jongste singel “All over the road”, daarin de niet mis te verstane frase “So pull up your dress, I’m gonna show you how the west was won”. Niet meteen een suggestie waar wij bij een eerste kennismaking mee zouden durven uitpakken maar - geloof ons - als u dit nummer meebrult groeit het vertrouwen in een goede afloop ervan. Met deze “All over the road”, “Young love” (Jim Morrison leeft weer!) en – zo strak als een Mega Mindy spandex - “Pressure & time” brachten Rival Sons Trix helemaal naar het kookpunt. Intussen had een goed gevulde club al uit volle borst “Happy birthday” gezongen voor bassist Robin Everhart en beloofde zanger Jay, waarschijnlijk aangemoedigd door zo veel goede sfeer, om na afloop met iedereen te verbroederen. Daarvoor gingen ze, zo vervolgde hij, zonder onderbreken hun set afmaken en dat verplicht nummertje ‘om bissen roepen’ overslaan. Immers, terugkomen zouden ze toch! Voor “Soul” haalde diezelfde Jay nog eens vocaal alles uit de kast waarna een lang en spannend sluitstuk volgde met “I want more” en Fleetwood Mac’s “Oh well” in elkaar gezet. Bij Rival Sons geen loze beloften want amper 5 minuten na het slot van dit memorabele concert dook het eerste groepslid al tussen het publiek op, snel gevolgd door zijn drie collega’s. Er werden foto’s genomen, handtekeningen geronseld en felicitaties overgemaakt voor het geweldige concert dat er aan was voorafgegaan. In onze dromen is dit viertal het stadium van ‘the next big thing’ al lang voorbij. Zo goed, zo catchy, zo opwindend hebben we ze al lang niet meer gehad. Op naar het Sportpaleis!

No comments: