Thursday, December 06, 2012

The Black Keys Mitsubishi Electric Halle/Düsseldorf (DEU) 5/12/12

Met een korte herfsttoer langs Europese zalen die dit keer België liet links zat er niets anders op dan de wijk te nemen naar buurland Duitsland om de Black Keys dit jaar alsnog live te kunnen zien. Toegegeven: deze bijkomende kilometers hadden we ook een stuk aan onszelf te danken wegens gemiste afspraken met de groep in Antwerpen (januari) en op Pukkelpop. Om ons dat nog wat extra door de neus te duwen hadden de weergoden uitgerekend gisteren beslist om een eerste winterprik uit te delen. Gelukkig bracht dat niet al te veel (file)leed met zich mee waardoor de afstand naar het Duitse Ruhrgebied in minder dan 3 uur was overbrugd. Ruim op tijd dus om ook de opwarmers van de avond, The Maccabees, nog mee te pikken. Met hun derde plaat “Given to the wild” leken dit voorjaar de poorten naar breder Europees succes plots toch open te gaan voor dit zestal uit het Britse Brighton maar verder dan een te onopgemerkt gebleven passage in Werchter en een halve AB vorige maand reikte het vooralsnog niet. In het voorprogramma van The Black Keys werkte de groep zich vlijtig door een drie kwartier durende set in de hoop nog wat Duitse zielen voor zich te winnen. Uitschieters waren “Pelican” en “Feel to follow”, niet toevallig songs uit die laatste. Verder hoorden we veel goeie wil en ook echo’s van Big Country (“William Powers” en “Can you give it”). We betwijfelen of ze hiermee het predicaat ‘belofte’ van hen krijgen afgeschud maar desondanks: een groepje dat op onze sympathie kan rekenen.
Het laatste album van The Black Keys, het eind vorig jaar verschenen “El camino” was niet alleen artistiek maar ook commercieel een voltreffer. Met niet één zwak nummer en enkele singels die zich inmiddels het label van klassieker kunnen aanmeten zal dit voor eeuwig een sleutelplaat blijven in de loopbaan van het duo Auerbach en Carney. Sinds het vorige “Brothers” is de groep dan ook gepromoveerd van clubzalen naar arena’s. Deze Mitsubishi Electric Halle (voorheen de Philipshalle) bood immers plaats aan 7500 bezoekers. De diversiteit in de zaal was groot: van jong naar oud en evengoed van hip naar klassiek. Ook bemoedigend (denken we toch): een evenwicht in de man-vrouw verhouding! Beide seksen lieten een enthousiast welkomstapplaus optekenen voor de onwijs lekkere opener “Howlin’ for you”. Als U de geest van Marc Bolan zoekt, bij The Black Keys is hij te vinden. Ook opvolger “Next to you” haalden de heren uit het vorige “Brothers”. Het podium, gevuld met enkele statieven waaraan tal van spots met tegenlicht waren aan opgehangen, onthulde ook nog drie grote doeken waarop concertbeelden werden geprojecteerd. Later (in de bissen) kwam ook nog een gigantische glitterbol en de groepsnaam in oplichtende letters te voorschijn. Dan Auerbach bezit als frontman naast een paar uitstekende stembanden ook het cool dat we doorgaans alleen met acteurs in verband brengen. Zijn aanmoedigingen om het publiek bij de zaak te betrekken klonken allesbehalve klef en misten in Düsseldorf hun doel niet: een refrein of koortje werd opgepikt als was de ganse songcatalogus van The Keys gemeengoed in het Ruhrgebied. Drummer Carney daarentegen, in zijn spel rommelig maar hoogst efficiënt, zat erbij alsof hij de dagen met streepjes naast zijn bed in de toerbus aan het aftellen was tot aan de reis huiswaarts. Misschien wel de enige smet op een concert dat verder bol stond van de lekkerste gitaarriffs die er momenteel op deze planeet te degusteren zijn (“Thickfreakness”). Om het klankenpalet wat van éénvormigheid te redden haalt de groep al twee jaar een extra duo muzikanten mee het podium op. Dat komt tal van songs zeker ten goede ("Dead and gone"). In de nummers die ze alleen afwerkten – met stip afsluiter “I got mine” – lieten ze copycats The Black Box Revelation eens flink een poepje ruiken. Wie na het horen en zien van The Black Keys nog blijven dwepen met het Dilbeeks duo heeft overduidelijk prut in de oren, zo veel hebben we alvast bijgeleerd in Düsseldorf. Het was ginds verder genieten van “Little black submarines” (met een zaal die het van Auerbach overnam voor “when a broken heart is blind”… kippenvel), “Run right back”, “Gold on the ceiling” (nog zo’n meebrulmoment) en uiteraard uitsmijter “Lonely boy”. Het voelde lange tijd alsof bij deze laatste onze Duitse vrienden collectief van de grond zouden gaan maar die eruptie van concertvreugde bleef vreemd genoeg wat uit. Niettemin was het geen moeite te veel om minutenlang te blijven applaudisseren om een bisreeks te verkrijgen. Die kwam er in de vorm van “Everlasting light” en “I got mine”. In die laatste demonstreerde Auerbach zijn voorliefde voor Led Zeppelin en Jimmy Page. Niet toevallig hoorden we even later, nadat de zaallichten al weer waren aangefloept, uit de speakers “Ramble on” komen…
We horen het U denken: goed gek moet je zijn om voor The Black Keys “all the way” naar Düsseldorf te rijden. Wel: voor 90 minuten onversneden rock’n’roll van deze soort was het iedere kilometer van de 257 méér dan waard!


No comments: