Thursday, February 20, 2014

James Vincent McMorrow Botanique/Brussel 19/02/14

De onlangs 31 geworden Dubliner James Vincent McMorrow kwam de voorbije jaren maar traagjes aan de oppervlakte. Met 2 ep’tjes en zijn in 2010 verschenen debuut “Early in the morning” versierde hij 2 jaar geleden een stek op vele zomerfestivals. Vroege Werchter vogels van editie 2012 zullen zich de man met hoge kopstem misschien nog herinneren als opener in de Marquee. Dat concert is hemzelf – getuige McMorrow’s expliciete verwijzing ernaar gisteren in de Botanique – alvast in erg positieve zin bijgebleven. Het handgeklap van de enkele duizenden wakkeren onder het tentzeil van de Marquee hadden die zomerse middag klaarblijkelijk een diepe indruk nagelaten. Inmiddels heeft McMorrow een tweede plaat uit die qua sfeerschepping op een andere, meer elektronische leest, is geschoeid dan zijn voorganger. “Post tropical” verscheen een maandje terug en was de aanleiding voor de passage in de Brusselse Botanique.
Op een met verlichte piramides fraai ingericht podium waartussen ook opvallend veel synths waren opgesteld opende McMorrow in een muisstille zaal met het nieuwe “The Lakes”. McMorrow oogste meteen een vol applaus maar ging onverstoord door met “Hear that noise that moves so slow and soft”, een vlag die voor deze man eigenlijk de lading perfect dekt. Erg mooi vonden we “Glacier”, wederom een song op het menu uit het tweede “Post tropical” album. McMorrow houdt zijn muziek erg klein, op die tweede plaat nog meer dan op het vollere meer akoestisch en folky klinkende debuut . Door enkele van zijn nieuwe songs louter op een bedje van spaarzame synths te leggen is het raakvlak met James Blake tegenwoordig niet ver weg. Fans van die laatste kunnen dan ook blindelings het pad van McMorrow inslaan. Het concert in Brussel kreeg pas echt de wind in de zeilen toen de Ier uitpakte met “This old machine”, een nummer dat zich in tegenstelling tot 90% van zijn oeuvre in één beluistering laat pakken. McMorrow oogt niet alleen wat timide, hij is het wellicht ook. Het duurde dan ook tot halfweg set eer hij zich voor het eerst richtte tot de uitverkochte zaal. Hij kondigde met grijns de dans sectie in het concert aan en verwees naar een naamgenoot die hij voor het concert had ontmoet (en die in de zaal stond) evenals naar het Werchter publiek dat hem en zijn muzikanten al die tijd duidelijk was bijgebleven. Terwijl schudde hij met de uiterst sobere begeleidingsband het beste trio van de avond uit zijn mouw: het pakkende “We don’t eat”, “Gold” en de singelvoorloper “Cavalier” van zijn nieuwe plaat. 3 maal kippenvel op rij, het is slechts weinigen gegeven. Bissen waren bijgevolg de vanzelfsprekendheid zelve. Het werden er twee uit zijn debuut: het langverwachte “If I had a boat” maar met het daarvoor solo gebrachte “And If my heart should somehow stop” waren we al helemaal over de positieve streep getrokken.
Dat het verstilde karakter van de muziek met meer ruimte dan wat de claustrofobisch volgepakte Botanique kon bieden nog aan zeggingskracht zou hebben gewonnen was na afloop de enige kanttekening die we konden maken. Al belet dat niet dat u van deze Ier uit Dublin eender waar niet minder dan mooie dingen mag verwachten.

No comments: