Saturday, November 15, 2014

Rival Sons TRIX/Antwerpen 14/11/14

Het uit L.A. afkomstige blues en hardrock combo Rival Sons is terug van nooit echt weg geweest. Sinds ze ons met het fantastische “Pressure & time” op een vroege Werchter ochtend (’11) uit onze pyjama hebben gespeeld is de groep al die tijd nauwelijks van de radar verdwenen. Opvolger “Head down” leek aanvankelijk de opmars wat te consolideren maar het nieuwe en erg overtuigende “The Great Western Valkyrie”, recent nog onderstreept door een uitnodiging voor het BBC programma van Jools Holland, laat er geen twijfel over bestaan dat deze Rival Sons blijvers zijn. In een al maanden uitverkochte Trix-club – dat had toch evengoed de grote zaal kunnen zijn? – stond de groep gisteren voor hun vierde concert van een nieuwe pas afgetrapte Europese toer.
De solo aantredende streekgenoot van Rival Sons, Jameson, had de al vroeg volgelopen Trix-club mogen opwarmen en oogstte daarvoor sympathiek applaus maar alle oren en ogen focusten zich duidelijk pas rond de klok van negen op het podium. Uit een nevel van rook en licht én op de tonen van Ennio Morricone’s “The good, the bad and the ugly” nam het viertal, aangevuld met een stevig bebaarde toetsenman, hun stellingen in. Gitarist Scott Holiday, ook al een stijlvol bebaarde medemens, vuurde het beginakkoord van opener “Tell me something” af met een dodelijke precisie. Met nog 2 in één adem haast doorgespeelde songs erna (“You want to”, “Pressure & time”) had de groep de zaal meteen mee. Sinds onze vorige afspraak met deze zonen hoorden we – niet zo moeilijk met het onophoudelijke toerschema van de laatste jaren – een enorme progressie maar gelukkig ook een intact gebleven passie bij alle groepsleden, de charismatische Jay Buchanan op kop. We gaan de vergelijkingen met andere groten uit de weg en zagen in Antwerpen een Buchanan, ogen dicht, bezwerend en classic rock predikend in zowat elke song, die vooral Buchanan zelf is. Voor een man die een goeie 5 jaar terug nog de straten van L.A. als belangrijkste podium had was de emotie die hij in het duo “Where I’ve been” en “Face of light” bracht van grote klasse getuigend, zeker in de wetenschap dat hij deze én alle overige nummers al vele malen heeft gebracht. Dat in TRIX het werk van hun laatste “The Great Western Valkyrie” een grote hap nam in de setlist was niet verwonderlijk. Alle 8 stuks bleken bovendien het predikaat “all killer, no filler” waardig. “Good things” (met een heerlijk Manzarek-orgeltje) kon zo op een album van The Doors en in “Secret” schreeuwde Buchanan op Purple’s wijze alle onze nekharen overeind. Dan waren we nog niet eens aan de bissen waarin ook “Open my eyes” – U zoekt een wereldnummer? Dit is er één! - een glansrol kreeg toe bediend. Voor alle old school fans werd daarnaast niet op een publieksfavoriet méér of minder gekeken. Met “Get what’s coming” en het op samenzang onthaalde “Torture” daalde de groep zelfs af naar hun begindagen en het eerst geloste EP’tje. De groep hield zo de spanning in de set anderhalf uur goed aan om feestelijk en met de volumeknop even voorbij de Schauwvlieghe grens te finishen in het catchy “Keep on swinging”.
Het is van een misdadige nalatigheid dat deze Rival Sons verstoten blijven van onze  nationale radiostations. Met een onberispelijke live-reputatie zoals ze die gisteren andermaal demonstreerden  en een ook via sociale media alsmaar uitdijende fanbase zal het hen wellicht aan de reet kunnen roesten. We blijven dan ook zweren dat hier het potentieel van een grote groep in zit, al beginnen we dit toch wat minder breed uit te smeren. Op die manier verzekeren we ons immers nog jaren van onvergetelijke clubconcerten als deze. Hou het dus wat stil hé…

No comments: