Friday, July 13, 2018

Rock Werchter 5-8/07/18

De voorgaande editie van Werchter kon ons (op één dag na) niet bekoren dus ging vorige zomer onze keuze voor een festival-meerdaagse naar Pukkelpop. Team De Scheur leek niet opgezet met dit afhaken en sloeg dit jaar echter keihard terug met één van de sterkste affiches van de afgelopen 10 jaren. Daarmee zagen ze zich bij de jaarwisseling al verzekerd van onze komst naar het wat herschapen terrein aan de Haachtsesteenweg in Werchter! De vertrouwde bomenrij in de hoek achteraan het grote terrein is immers verdwenen en vervangen door een nog jonge bomenpartij centraler op de weide. Dat was een beetje wennen. Qua podiumaanbod breidde Werchter dit jaar ook uit met The Slope – klein, openlucht en bestemd voor jonge en/of beloftevolle namen - en vergrootte de capaciteit van The Barn tot 20000 man; al leek dit laatste optisch minder een verschil te zijn dan gedacht. Ook het aanleggen van rioleringen onder het terrein (remember het natte 2016) en de verharding van enkele paden bevestigen (o.i.) het voornemen van de organisatie om het festival in Werchter te willen blijven huisvesten. We kunnen dus gerust zijn de komende jaren. Het gemeentebestuur en vele verenigingen die hun schouders mee onder het festival steken met ons mee wellicht.
Onze quotering is als volgt: ❹ (uitstekend), ❸ (goed), ❷ (op het randje) en ❶ (onder onze maat). Opgelet! Dit is een éénmansparcours, dus keuzes dienden worden te gemaakt en slechts een derde van de affiche is er in terug te vinden.

Van alle headliners – toch opvallend dit jaar: we gingen ze allemaal bekijken – vonden we The Killers () en London Grammar () te licht uit vallen wat er voor zorgde dat de Werchtervrijdag niet tot zijn verhoopte climax kwam. De eersten zijn nog méér een vehikel geworden van het ego van Brandon Flowers en blazen zich live tot groteske maar slecht verteerbare proporties op en het Londense London Grammar - zangeres Hannah Reed verscheen een kwartier te laat met doodsangst in de ogen op het podium - bleek ons nog onvoldoende matuur om het in zo’n grote setting écht waar te maken. Reken daarbij de collectieve overwinningsroes na de match tegen Brazilië en we hadden eigenlijk met hen te doen om op zo’n moment daar te moeten aantreden. Dat Queeens Of The Stone Age, Gorillaz, Pearl Jam en Arctic Monkeys (allemaal ) wél afleverden, daar bestond vooraf dan weer weinig twijfel over. Met één recente Afrekening hit (“Can’t deny me”) en een rij Pearl Jam klassiekers om U tegen te zeggen en de Monkeys die hun laatste, wat gecontesteerde plaat, toch overtuigend hun set inloodsten konden we allerminst ontevreden zijn. Ook bij de Queens had verveling geen schijn van kans met een rete-strakke set die ook werk van de laatste “Villains” liet schitteren. Met Gorillaz, waarbij Blur’s Damon Albarn toch overduidelijk in de frontman positie zat, werd dag 1 swingend de nacht ingeloodst. In dit rijtje afsluiters ontbreken nog Nick Cave en Jack White (allebei ) die zich gedurende het weekend onderscheidden hebben van het peloton door 1° zo allesomvattend te doceren uit het grote rock-’n-roll boek (White) en 2° een weide van 80000 man het zwijgen op te leggen en gevoelsmatig te hebben weten raken (Cave). Cave maakte het donker bij een heldere hemel – wij dachten dat alleen een Goddelijkheid dit kon - en overtrof in Werchter zelfs zijn recente zaalconcerten waarmee hij al iedereen het nakijken had gegeven. Bijna headliner Snow Patrol () wou wel – de breedste glimlach van het weekend lag een uur lang op de mond van zanger Gary Lightbody - maar het kwam er onvoldoende uit. Het klonk ons allemaal te slap en alleen “Chasing cars” en “Shut your eyes” waren hun onweerstaanbare zelf.
Een blik middenmoters – gevestigde waarden lager op de tabellen – openen we met Steven Wilson (), prog-rock vertegenwoordiger die het genre zo heeft verbreed op zijn jongste plaat dat een volle Barn zijn deel was. Vooraf waren we er niet gerust op maar Wilson speelde knap zijn troeven uit. Lang en complex (“Ancestral”) stond knap tegenover kort en Abba-esque (“Permanating”), waarmee Wilson de verbazendste muzikale spreidstand van het weekend op zijn naam mag schrijven. Black Rebel Motorcycle Club () zagen zich eveneens geconfronteerd met een bomvolle Barn en amper afgetrapt werd vooraan geestdriftig de pogo-dans ingezet die pas tot stilstand kwam een uurtje later nadat de groep met “Wathever happened to my rock’n’roll” had afgesloten. Alice In Chains () kon hun glansprestatie van in 2010 met nagenoeg dezelfde set (waartussen uiteraard alle klassiekers uit het Staley tijdperk) niet overdoen. In een wat onzuivere klankbalans hoorden wij alleen de gitaarpartijen van virtuoos en bandleider Jerry Cantrell écht schitteren, niet genoeg de songs die de groep zo boeiend maakt. At The Drive In () raasde als een tornado door The Barn, daarmee een copy/paste makend van hun Pukkelpop-concert vorig jaar. Het enige verschil zat hem in de betere luim waarin zanger Cedric Bixler verkeerde want ook nu klopte het concert met de “One-armed scissor” af onder de toebedeelde speeltijd. Dat First Aid Kit () een steile klim heeft gemaakt sinds we de zusjes Söderberg voor het eerst zagen in 2014 bewezen ze met een perfect concert. De zang was van een hemelse zoetgevooisdheid, de begeleidingsband kleurde de van een lichte country touch voorziene songs perfect in en de immense videomuur achteraan zorgde voor passende beeldschepping. De val van “té gelikt” stond wijd open maar First Aid Kit viel er, terloops ook dé cover van het weekend op hun naam schrijvend ("Running up that hill", Kate Bush), niet in. Stereophonics () traden voor de zevende keer aan in Werchter, wat hen bij een select kransje grote namen brengt. Vreemd genoeg bleven ze al die tijd ergens middenin de affiche hangen. Ook nu weer was er in de namiddagzon geen betere jukebox denkbaar en speelde de groep wellicht hun beste van die 7 Werchter concerten. In The Barn hadden MGMT () niets meer dan hun drie singels uit de plaat “Oracular Spectacular” nodig om de toegestroomde massa op hun wenken te bedienen. De tweede helft van het concert met ook enkele niet onaardige nieuwe nummers vonden we ronduit fantastisch. De finale met “Kids” was zoals verwacht één van de hevigste erupties van festivalplezier die we hebben mogen meemaken.
In het segment ‘Jong en dus nog eventjes verwijderd van een headline-spot’ verschenen aan ons Gang Of Youths (), Jorja Smith (), Jade Bird (), Wolf Alice () en Durand Jones And The Indications (). De drie laatsten uit dat rijtje maakten een goede beurt op dat uiterst geslaagde vierde podium waarbij het er vooral voor het Britse Wolf Alice drummen was én waarvoor een plek op de grotere podia gerechtvaardigd zou geweest zijn. Australië probeert met Gang Of Youts hun nieuwe INXS aan de wereld te slijten maar dat zal naast de goede looks van zanger David Le’aupepe en zijn grote stadiongebaren nog heel wat werk vergen. De Britse Jade Bird was dan weer van een ontwapende frisheid – gitaar, stem en fijne liedjes (één wereldsong getiteld “Lottery”) en Durand Jones bleken completer dan alle voorgaande hedendaagse soulnamen die we al live hebben mogen degusteren. Met adelbrieven van rapper Drake is de ravissante Jorja Smith the next big thing en die reputatie maakte ze in een gloedvol uur R&B op Werchter helemaal waar. Toen ze op het einde van haar set enkel door piano begeleid "Don't watch me cry" bracht stonden we helemaal paraat om eventuele troost te bieden.
Ook debuterend op Werchter: Curtis Harding (), Anderson.Paak () en Kaleo () al kon de middelste wegens giga-succes al meteen aanspraak maken op de rol van afsluiter in The Barn. Anderson.Paak had overigens de voorzet van de kersverse Duivelse overwinning maar simpelweg binnen te tikken om een waanzinnig feest te ontketenen. Dat zijn concert pas goed tot leven kwam in de tweede helft wanneer hij zijn drumkit meer opzocht namen we er voor lief bij. Curtis Harding werkte stijlvol zijn Werchter concert af maar had daar nog iets meer zijn voetafdruk kunnen neerzetten. Het bleef ietsje té ingehouden. Kaleo had dan weer wat goed te maken na hun afzegging van vorig jaar. Bijna ging het met technische panne wederom de mist in maar 20 minuten later dan voorzien konden de IJslanders toch etaleren waarvoor ze zo geroemd worden: vuistdikke rockers knap met kamvuursongs afwisselen. Air Traffic () gaan weldra wellicht het Guiness Book of Records in met de langste hiatus tussen een debuut en zijn opvolger en deden die “Fractured life” van ruim 10 jaar terug nog eens dunnetjes over maar nu zonder dat groen achter de oren en, af te meten aan enkele prima nieuwe songs, ook met een beloftevolle toekomst voor hen.
Dat kopje Werchterse ontbijtkoffie lieten we dit jaar gepaard gaan met concerten van Rival Sons (), de Courteeners (), Millionaire () en Albert Hammond Jr. (), een klavertje vier voltreffers dus waarmee Werchter zijn neus voor uitstekende dagopeners nog maar eens onderstreepte. Alleen jammer voor de eersten dat ze het met hun status, maar gelukkig veel goodwill om de openingsspot toch te aanvaarden, niet naar hun ware merites stonden geprogrammeerd (begrijp: hoger op de affiche en langer dan 45 minuten speeltijd toebedeeld krijgen). Couteneers hebben in Manchester en omstreken niets meer te bewijzen maar kregen via Werchter een kans aangeboden om hier meer grond onder de voeten te krijgen. Mission accomplished leek het ons. Als The Strokes dan toch geen voortgang krijgen in de nieuwe plaat staat wat ons betreft niets in de weg om dan maar van het solo-pad van Albert Hammond Jr. een succes te maken. Een reeks loepzuivere drie-minuten rock songs was ons deel bij hem. En bij Millionaire hadden we vooraf rekening gehouden met een fikse kopstoot, het werd erbovenop nog een loepzuivere tackle. In tricolore truitjes en onder leiding van kapitein Van Hamel – De beste gitarist in dit land vraag u? Dit is hem! – speelde Millionaire in Werchter op Wereldbeker-niveau. Die hooks, die gitaaruithalen, die hevig pompende ritmesectie, die spelvreugde,… *gaat zo nog uren door*
Van het deelnemersveld Belgen kunnen we daar enkel Novastar () aan toevoegen. De laatste passage van Zweegers in Werchter dateerde van 2004, maar dit keer – voor het eerst! – mocht ie het hoofpodium op. In openers “Wrong” en “Never back down” was het nog wat aftasten maar eens daar voorbij speelden de heren bij klaarlichte dag de sterren van de hemel. In die nieuwe bezetting herkenden we trouwens Reinhard “Das Pop” Vanbergen, als u het ons vraagt, voor Novastar (met Joost Zwegers) een match made in heaven.
Bijna dag op dag (9 juli) 40 jaar na zijn eerste passage met Talking Heads stond David Byrne () opnieuw in Werchter. Niet alleen Gent Jazz, een weekje eerder, maar ook Werchter kreeg dus één van de spraakmakendste performances van het jaar voor de kiezen. Knap gechoreografeerd was dit het concert dat Byrne nu ook als soloartiest op hetzelfde hoge niveau brengt als ten tijde van de Stop Making Sense film met Talking Heads. Een ronduit verbluffend concert dat net als bij Cave een paar uren later deze editie in zijn geheel mee verheft tot één van de strafste die we op ons palmares bijzetten.
Nu dit verslag is gepost kan de vuile was eindelijk in de machine en hangen we een nieuwe scheurkalender aan de muur die ons dag na dag weer ééntje dichter zal brengen bij de volgende editie.

No comments: