Kleinkunstliefhebbers en bij uitbreiding liefhebbers van muziek uit het eigen taalgebied hebben dankzij Nekka nu ook al jaren hun eigen hoogmis. Als men vlotjes 2 avonden na elkaar het Antwerpse sportpaleis doet vollopen mag worden gesteld dat een genre dat halverwege de jaren tachtig op sterven na dood was zich duidelijk mooi heeft gerehabiliteerd. Sinds enkele jaren hanteert de organisatie van zo’n Nekka nacht de formule van één centrale gast. Dit jaar kreeg Bart Peeters de uitnodiging in de bus en op zijn beurt mocht hij – zoals dat hoort voor zo’n avond – nog enkele anderen meebrengen. Peeters koos hiervoor naast de gekende connecties Ronny Mosuse en Hugo Matthijsen ook voor aankomend talent Hannelore Bedert en voor Nekka-lievelingen Van Het Groenewoud en Jan De Wilde. De avond ging van start met een duet Peeters-Van Het Groenewoud aan de piano. Velen waren op dat moment nog zoekende naar het passende zitje en misten zo een stemmig moment tussen twee tenoren uit de Vlaamse muziek. Meteen erna werd het doek achter hen omhoog getrokken en mocht Peeters gaan fungeren in zijn eigen “Slimmer dan de zanger”-act. Na hiermee reeds uitgebreid door Vlaanderen te hebben getoerd was het voor Peeters – een man die niet wegkruipt voor duizend man méér of minder – een koud kunstje dit nog eens over te doen voor een vol sportpaleis. Voor Mosuse was de plaats in de spot van de grote zaal daarentegen wat minder voor de hand liggend maar met twee stukken uit zijn nieuw album (o.a. het van Brel overgenomen “Laat me niet alleen”) en het volle stemgeluid van hem wist hij ons toch weer te overtuigen. De factor gezelligheid schoot omhoog toen Axel Peleman de “kleurdoos” van het Kiel kwam bezingen, een ode aan het multiculturele karakter van de gelijknamige wijk. Helemaal aan ons zitje vastgeplakt, en met ons een muisstil sportpaleis mee, zaten we toen Hannelore Bedert eerst met Bart (“Zonder woorden”) en meteen erna solo (“Met uw ogen toe”) achter de piano plaatsnam. Het glasheldere stemgeluid van deze jongedame ging door merg en been en doet ons nu al reikhalzend uitkijken naar haar in september te verschijnen debuut CD. In contrast met deze frisse verschijning stelde Bart Peeters eerder op de avond ook Ramses Shaffy voor. De 74-jarige Nederlandse zanger maakte, begeleid door een stel jongere muzikanten waaronder Gerard Alderliefste, een op zijn zachtst uitgedrukt moeizame beurt. De moedige man moest zich zichtbaar inspannen om de vocalen min of meer binnen de partituren van “Laat me” en “Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder” te houden. Wat ook de goede bedoelingen van Peeters mogen geweest zijn om deze man naar Antwerpen te laten “repatriëren”; voor ons was het moeilijk te vatten dat je iemand op die manier van de nodige eer voorziet.
Zo verrassend het eerste deel was, zo voorspelbaar werd het na de pauze. Matthijssen kon de goede herinneringen aan zijn tijd met de Bomen niet doen herleven al genoten we best van het stukje “Floeren Portemonnee” met Peeters, Jan De Wilde (fantastisch liedjesschrijver maar nooit een groot podiumbeest) werd in stelling gebracht voor twee obligate klassiekers (“De eerste sneeuw” en “Daar is de lente”) en Raymond keerde terug voor wel een zéér goedkope keuze uit diens uitgebreide catalogus (“Maria” en “Liefde voor muziek”). Zijn intrede met “Hoe zie ik eruit” vonden wij “soul van verre maar verre van soul”. Peeters redde, geruggensteund door een uitmuntende begeleidingsband, voor ons de meubelen in deel twee door gelukkig nog te citeren uit eigen werk (“AAA” is folk voor in de techno-tent). Het kon echter niet meer verhinderen dat de voorgeprogrammeerde kers op de taart “Ik hou meer van folk” werd, de Nederlandstalige bewerking van de oude Radios-hit. Tegen die tijd waren wij reeds lang over ons hoogtepunt heen: Hannelore Bedert.
No comments:
Post a Comment