Monza heeft stilaan een traditie om, na het reguliere concertcircuit te hebben afgedweild, ook de theaters op te zoeken. Ditmaal gebeurde dat in de nasleep van hun derde plaat “Attica!”. In november vorig jaar kreeg de Brusselse AB al de première. In Sleidinge was het wachten tot donderdag laatstleden. Het had ook een maandje eerder kunnen zijn ware het niet dat Stijn Meuris tussendoor onder het mes moest.
De muziek van Monza gaat in vele richtingen: of de songs nu speels (“Conquestadores”), kwaad (“De schuld van de deejay”), poëtisch (“Engeland”) of weemoedig (“Naar men zegt”) zijn, nergens klinken ze artificieel. Van Monza valt veel te zeggen maar niet dat wat ze brengen nep zou zijn. Daarenboven weet Stijn Meuris keer op keer muzikanten rond zich te verenigen die van een song live spelen een erezaak maken. Met de decibelrijke concertreeks rond “Attica!” in het achterhoofd mocht met reden worden gevreesd dat Monza dit keer echt Motörhead zou overtreffen in de culturele centra maar die vrees bleek (ook al waren ze er een paar keer dicht bij…) toch wat bij de haren getrokken.
De avond begon met een half leeg podium waarop Meuris en gitarist Bruno Fevery akoestisch “Wenen in Wenen” brachten. De snaren klonken ongestemd en het op plaat genietbare nummer viel hier neer als een slappe vod op de grond. Het duo schakelde over naar “Satelliet Suzy” maar ook op die straalverbinding zat heel wat storing. Collega’s Bart en Kris Delacourt evenals drummer Dirk Loots hadden ondertussen zelf hun materiaal het podium opgerold om op tijd te kunnen invallen bij nummer 3 van de avond: een weinig overtuigend “Attica!”. “Rijkdom” kwam daarna goed uit de startblokken maar crashte beursgewijs aan het einde door er overmatig veel herrie aan toe te voegen. Het klonk als een onnodig statement dat de groep ook best wel smerig uit de hoek kan komen. Stilaan begonnen we te vrezen voor een waar debacle maar “Van God los” herstelde echter het geloof in een goede afloop en deed samen met (Monza goes Noordkaap) “Gigant”, “Tegenstand=mooi” en vooral “Naar men zegt” het concert op wonderbaarlijke wijze kantelen. Gelukkig weerhield de pauze de groep er niet van om erna op hetzelfde elan door te gaan. Het belang van plaat 2 (“Grand”) werd er in Sleidinge nog eens goed ingewreven met drie uitstekende uitvoeringen: het aan een kleine ‘make-over’ onderworpen “Dood aan alle meisjes”, Flanders technology in een notendop met “Als techniek faalt” en rouwverwerking voor gevorderden in “Alles half” (“In dit half huis kom ik half thuis…”). Van dat laatste nummer zijn we al sinds onze eerste beluistering kapot en het wil maar niet over gaan. Voorts was er nog een geweldig “Wie danst er nog?” en Noordkaap in alweer een geslaagde restyling met “Hoopvol”. Het geheel was trouwens met smaak (en hopelijk met veel groene stroom) fantastisch goed ingekleurd. De visuals en lichteffecten waren allesbehalve lukraak gekozen. Het spel tussen alle elementen leverde alweer een beklijvende avond op zoals we er al meerdere met Monza hebben beleefd. In de bissen waren we andermaal diep ontroerd door het van Raymond geleende “Wat een fijne dag”, wat in Sleidinge mooi in elkaar gevlochten werd met het van Noordkaap bekende “Het zou niet mogen zijn”. Met dat laatste nummer viel ook het doek over deze “Attica!”-theatertoer.
Stijn Meuris vertelt in interviews graag dat Monza de lelijkste groep van België is maar deze avond gaf hem slechts met een kleine minderheid (5 lege stoelen méér na de pauze) gelijk.
No comments:
Post a Comment