Nu Liam en Noël met elkaar niet meer door één deur kunnen heeft de Britse natie zich collectief achter Kasabian geschaard. Terwijl afgelopen maanden de groep in eigen land een trofeeënkast vulde voor hun derde plaat “West ryder pauper lunatic asylum”, de titel refereert naar een psychiatrische kliniek, mag het succes in de rest van de wereld eerder als miniem worden bestempeld. Hun muziek bevat nochtans genoeg festivalvitaminen om een massa van de grond te krijgen, getuige daarvan enkele tientallen filmpjes op You Tube.
Met de steun van een buslading Britten hielpen we afgelopen maandag alvast mee om de Brusselse AB helemaal te doen vollopen in de hoop dat de groep hierdoor extra gemotiveerd zou zijn om nog wat zieltjes te komen bijwinnen. In de aanloop naar Kasabian serveerde de AB ons in de vorm van Rock Rally finalisten The Sore Losers alvast een aardig voorprogramma. In de groep, ontstaan uit de resten van het Limburgse El Guapo Stuntteam, hoorden we invloeden van The White Stripes (in de hoogte zou zanger Jan Straetemans wel eens de concurrentie aan kunnen gaan met Jack White) en Led Zeppelin. Een nummer als “Beyond repair” sprong er wat ons betreft alvast uit en doet verhopen dat hun groepsnaam geen ‘selffulfilling prophecy’ zal worden.
Dat een groep als Kasabian niet in de wieg gelegd is om een stelletje losers te worden getuigt hun van branie overlopende attitude. Voor minder dan een geweldig concert was de groep uit Leicester duidelijk niet afgezakt naar onze hoofdstad. We schatten dat er aan het plafond van de AB een halve truck lichten was opgehangen waarmee heel wat concertmomenten nauwelijks met open ogen waren te aanschouwen. ‘Trop’ was op dit punt misschien toch ietsje te veel al onderstreepte het voor ons vooral de gewenste grootte van de groep. Dat ze het waard zijn, daar viel na afloop niet over te twijfelen. Bij opener “Fast fuse” ontketende zich het soort publieksvervoering die nog het best te vergelijken valt met wat er gebeurt in een supportersvak van een winnende voetbalploeg. Niet toevallig verkopen ze in de Kasabian merchandising stand dan ook voetbalsjaals. “Shoot the runner” en “Processed beats” halen het beste van The Stone Roses en Primal Scream terug naar boven terwijl oude Small Faces rondwaren in het half akoestische “Thick as thieves”. Geen wonder dus dat Kasabian met deze volbloed Britse referenties al hun landgenoten achter zich kunnen scharen; nu enkel nog de rest van de wereld. Uit hun laatste plaat haalde Kasabian een hele hap: al vroeg in de set viel het onweerstaanbare “Where did all the love go” en zweepten “Underdog” en “Vlad the impaler” een welwillende zaal nog meer op dan eigenlijk nodig was om achteraf van een geslaagde avond te kunnen spreken. Om er in de voorste rijen nog wat animo in te blazen zweefde er tijdens “Club foot” zelfs nog eens een crowdsurfer door de AB. Zanger Tom Meighan, drie kwart van de avond met zonnebril op, meet zich het soort arrogantie aan dat net niet begint te irriteren. Zijn handgebaar om wat meer publieksrespons – nauwelijks nodig by the way - was van het soort waarmee je onder vechtersbazen gegarandeerd van je gebit wordt ontdaan. Het vele applaus van de groepsleden aan het adres van een kolkende AB was dan weer het levende bewijs dat we hier allerminst met gevaarlijke jongens te maken hebben. In de bissen was het feest compleet met een oververhit “Fire” en (we hebben ze geteld) 2 halve pinten door het luchtruim van de zaal. Voor “Lost souls forever” (opgedragen aan Dennis Hopper en Gary “Arnold” Coleman) zette de AB het op een samenzang die ook voor ons nog nazinderde tot een eind ver op de E40 huiswaarts.
We voelden onderweg de aandrang om wat sjaals uit ons autoraam te hangen alsof we net de beker in Brussel hadden gewonnen (en als Gentenaar weten we nog goed hoe zoiets voelt). Mocht er nog plaats zijn op een zomerfestival: dit is de te boeken groep!
No comments:
Post a Comment