Dag 3 leek op papier van start te gaan met een vullertje. In onze verfoeilijke gedachtegang hebben we minstens één seconde stilgestaan bij het idee dat Taylor Hawkins (drummer bij de Foo Fighters) mee op de affiche mocht dankzij het contract van Them Crooked Vultures, de groep met Hawkins’ broodheer Dave Grohl die daags nadien mocht aantreden. Dat deze Hawkins en gevolg echter voor een select opgedaagd groepje ochtendmensen nog verraste ook kwam aan als een regeringsformatie in putje zomer. Hawkins’ solowerk ligt in het verlengde van de Fighters en ook qua stemtimbre is de vergelijking met Grohl snel gemaakt. Live wordt alle aandacht opgeëist door de tegelijk zingende en drummende Hawkins, een lust voor oog en oor. Zijn Coattail Riders spelen wat anoniem in dienst van hem maar zorgden in songs als “Louise” en “Your Shoes” wel mede voor een strak en heerlijk samenspel. Niet slecht voor een vullertje dus.
Het Australische Temper Trap had ons het voorbije jaar verblijdt met enkele fel gesmaakte singels. Eén ervan (“Sweet disposition”) zal de komende decennia ongetwijfeld nog in tal van commercials worden gebruikt want het nummer produceert het soort positieve vibes waar geen mens onbewogen bij kan blijven. Het concert in de Marquee leefde ontegensprekelijk naar dit moment toe. Ook al was hetgeen er aan voorafging niet onverdienstelijk (met het hoge stembereik van Dougy Mandagi als meest opvallende element), het dak ging er pas echt af voor “Sweet disposition”. Bijgevolg zitten deze Temper Trap met een torenhoog probleem: al andere songs geraken niet uit de schaduw van dat ene lied. De groep verliet 15 minuten vroeger het podium dan gepland, voorwaar geen gunstig teken.
Dat Channel Zero terug onder de levenden is mag voor de Belgische metalscène een geschenk gods genoemd worden. Is het immers niet zo dat geen enkel ander Belgische formatie (Killer, Ostrogoth) er ooit is in geslaagd zich binnen dat genre te meten met de buitenlandse concurrentie. Channel Zero dus wel! Het verschil tussen Channel Zero voeger en Channel Zero nu is met of zonder oordopjes nauwelijks te identificeren. De ingelijfde Amerikaanse gitarist Mickey Doling (ex-Soulfly) die de oude vervangt past perfect in het plaatje en legt moeiteloos alle oude songs op hun vertrouwd bedje van noeste en loodzware riffs. We waren - de ‘wake-up call’ van Rock Werchter ’97 indachtig -voorbereid op een snoeiharde en gedreven set maar dat viel al bij al nog mee. De groep kreeg er moeilijker dan verwacht wat vaart in en ook het publiek stond niet klaar om zomaar voor de bijl te gaan. De immer sympathieke Franky De Smet-Van Damme moest flink aandringen om het publiek voor zich te winnen. De verwachting dat de groep op instant succes ging kunnen rekenen werd niet ingelost wat toch even slikken zal geweest zijn na zes uitverkochte AB’s eerder dit jaar. Deze Werchter was beslist geen onverdeeld succes, benieuwd wat de toekomst brengt.
Voor Gossip en in het bijzonder de spitante frontvrouw Beth Ditto was er voor het hoofdpodium heel wat belangstelling. Nog maar net het podium opgewandeld en ze speelde, nog voor er één noot van openingsnummer “Standing in the way of control” was gelost, al meteen in op de vele boodschappen die werden opgehouden door het publiek. Ditto putte er een uur lang inspiratie uit om haar bindteksten op te vullen terwijl de groep zich doorheen een set werkte waar de climax met “Heavy cross” en cover “What’s love got to do wit hit” helemaal op het einde zat. Een mens mag er niet aan denken wat dit zou hebben teweeggebracht in de Marquee een beetje verderop maar op het hoofdpodium kabbelde het – zonder echt te vervelen - wat gezapig verder. Ditto beschikt over een fenomenaal strottenhoofd en puurt daar een stem uit waar processierupsen beslist van op de loop gaan maar het wat schriele geluid – live identiek als op de plaat – heeft om echt te imponeren misschien toch dat tikkeltje meer peper nodig.
In de tent vielen we na Gossip pardoes in een geheel ander universum. Daar stond immers, naar we vermoeden als vieruurtje voor liefhebbers van zwaardere gitaren (tussen Channel zero en Rammstein), de progressieve rock van Porcupine Tree op het menu. Met een overweldigende sound en muziek die gelukkig graag buiten de lijntjes kleurt van een genre dat al eens zwaar op de maag kan liggen maakten deze Britten heel wat indruk. Zanger Steven Wilson ziet er nog altijd uit alsof hij pas zijn bachelor diploma heeft binnengehaald en zijn collega’s zijn evenmin een toonbeeld van stijl maar speltechnisch imponeerden ze des te meer. Het fascinerende “Way out of here”, met beelden van de clip achter de groep geprojecteerd, hield ons minutenlang in de ban. Ook slotnummer “Blackest eyes” had de Marquee tot de laatste noot in zijn greep. Een pluim voor wie het aandurfde deze groep op de affiche te zetten.
Na een memorabele avond in de Gentse Vooruit eerder dit jaar was het wat afwachten of Florence & The Machine dit nog eens zouden kunnen overdoen op Werchter. Grote twijfels dat er iets moois op stapel stond voor de Marquee hadden we niet en evenmin de duizenden die met ons stonden te wachten tot aan openingsnummer “Howl”. Het warme onthaal bij de aanvang sprak boekdelen: dit was een concert dat met stip door velen was aangeduid in het programmaboekje en terecht. Geen enkel concert doorheen het ganse weekend gaf zo een verpletterende indruk. Florence dartelde over het podium als de eerste de beste bosnimf, klom vocaal naar ongekende hoogten en bewees en passant ook nog eens een geweldige frontmadam te zijn die een publiek (‘size doesn’t matter’) uit haar hand kan doen eten. Voor “Dog days are over” liet ze tot ver buiten de Marquee iedereen op en neer springen alsof het een zuiverend ritueel was. Nauwelijks bekomen herhaalde zich even later dezelfde oefening maar dan zonder dat Florence er om moest verzoeken tijdens een glorieus “Rabbit heart”. Tussendoor passeerde ook het nieuwe “Strangeness and charm” dat in Werchter zijn live première kreeg en het beste doet vermoeden voor een fantastische toekomst. Nog niet duidelijk? Florence & The Machine was Rock Werchter 2010!
Omstreeks half negen werd te midden van een kleurrijk kermisdecor P!nk – echte naam Alecia Moore – vanuit een metershoog opgehesen kooi naar beneden gelaten; het begin van 75 minuten “Funhouse”. Na Green Day een dagje eerder waren we dus overduidelijk vertrokken voor het tweede Werchter circusmoment. Al had P!nk ons vroeger al overtuigd door een concert lang ook te kunnen boeien zonder extra toeters en bellen, in Werchter (en op het bureau dat haar toernees in elkaar knutselt) stond er dit keer geen maat op. Van het rijtje stunts (de eerste hebben we al vermeld, vervolgens met een reusachtige bol over het publiek rollen om zwevend boven het voorste deel van de Werchter-wei te eindigen) dat het productieteam dit keer had bedacht moest echt wel iedereen paf van staan. Groot nadeel van dit spektakel is dat de muziek helemaal naar het achterplan werd verdrongen en geen mens nog opmerkte dat “Who knew” overtuigend was gezongen en “Dear Mr. President” helemaal ontdaan van al die franjes het ‘Welterusten meneer de president’ van deze generatie is. Tot overmaat van ramp stonden in het script van deze vertoning ook nog eens twee straal overbodige covers ingeschreven (“My generation” van The Who en “Basket case” van Green Day) en werd het concert 15 minuten voor zijn einduur afgeblazen. Het vergt veel te veel adoratie om dit alles nog door de vingers te zien.
Het podium werd nadien stormenderhand ingenomen door het pyroteam van Rammstein om een uur later het zorgvuldig aangelegde mijnenveld (liefst) één voor één te laten afgaan. “Rammlied” opende de festiviteiten en de groep denderde vervolgens zonder al te veel ‘bla bla bla’, maar des te meer ‘boem boem boem’, door naar “Wiener blut”. We stonden er bij en keken ernaar, enigszins onbegrijpend dat een groep zoveel succes oogst met muziek die ons in het beste geval alleen nuttig lijkt bij het droppen van een nieuw peloton soldaten boven Afghanistan. Tot nader order is Werchter nog altijd geen oorlogsgebied.
No comments:
Post a Comment