Dat Triggerfinger momenteel goed in de markt ligt is zo zeker als de sneeuwval van de voorbije dagen. De nieuwe plaat “All this dancin’ around” werd goed ontvangen in de pers, de gelijknamige singel staat ergens bovenaan in de Afrekening, concerten verkopen sneller uit dan kalkoen op de vooravond van kerstmis en voor de M.I.A.’s zijn ze topfavoriet. Niet slecht voor een groepje dat tot voor enkele jaren nog een niche succesje was en met moeite boven de kleinschaligheid van het clubcircuit uitsteeg. Feit is wel dat de heren Block, Goossens en Van Bruysteghem (aka Monsieur Paul) al die jaren haast onvermoeibaar zijn blijven spelen – ook in de ons omringende landen – om voet aan de grond te krijgen. Al dat zweet – die hen een onberispelijke live reputatie opleverde - werpt nu zijn vruchten af want ook in Nederland gaat het hard momenteel. Binnenkort loopt de Amsterdamse Paradiso zelfs tweemaal vol voor het luidste trio uit onze vaderlandse rockgeschiedenis. Die titel deden ze alvast alle eer aan door op vrijdagavond bij aanvang van 3 (bijna) uitverkochte concerten in de Brusselse AB de volumeknop helemaal naar rechts te draaien. Bij gebrek aan oordopjes duwden opener “I’m coming for you” en een vroeg prijs gegeven “All this dancin’ around” onze trommelvliezen gelijk twee millimeter achteruit. Bij “Short term memory love” voelden we de vloerplaat onder ons mee vibreren. Tijdens de solo van drumwonder Mario Goossens die er pijlsnel achter volgde nam de klankman in volume wat gas terug en werd de groep, met een verschroeiende versie van “Little teaser”, vervolgens pas echt goed op koers gezet voor een fantastische avond. Op de vraag wat Triggerfinger nu zo bijzonder maakt komen we uit bij een soort ‘power’ die alleen met echte groten als AC/DC, Led Zeppelin en Deep Purple kan worden vergeleken. Ook al zitten sommige songs wel wat eenvoudig in elkaar, ze bevatten een oerkracht waar liefhebbers van klassieke rock – bij voorkeur wat zwaarder van snit en liefst op smaak gebracht met een opzwepende ritmesectie – zich meteen toe aangetrokken voelen. Het van op de boxen door Block met een knetterende solo voorziene en door de AB luidkeels meegebrulde “Is it” gold in dit opzicht misschien wel als meest illustratief. Het album – hun vorige “What grabs ya?” - waar deze knaller op staat werd trouwens op zaterdag in goud omgezet en feestelijk overhandigd aan het trio. De nieuwe bevat met “Let it ride” en “Cherry” duidelijk nog meer van dat lekkers dat live beslist de concurrentie met publiekslievelingen als “First taste” en “On my knees” aan kan want aan de respons die eerstgenoemden opleverden in de AB was alvast geen verschil te merken. Ook het wat tragere werk, waarin rauwe Jon Spencer blues om de hoek loert, ligt de groep en in het bijzonder zanger Ruben Block uitstekend. Zo voelden we in het demonisch gebrachte “My baby’s got a gun” de tweeloop in onze nek al stevig aangedrukt. Minder bedreigend maar minstens even indringend ging het er aan toe in bis “It hasn’t gone away”, naast het in de AB over het hoofd geziene “Love lost in love” vast en zeker te rekenen tot het beste van die nieuwe plaat.
De groep kon de AB onmogelijk in één keer vaarwel zeggen. Een tweede bisbeurt die zich beperkte tot een weer fel in de drums gestoken “Commotion” was andermaal een lesje in stonerrock waar vele soortgenoten voor zouden moeten passen.
Voor de uitreiking van de M.I.A. voor beste Belgische live band moet heus niet worden gewacht tot 7 januari … De terechte winnaar is sinds afgelopen weekend overduidelijk bekend.
No comments:
Post a Comment