Tot voor kort maar al te vaak versleten voor een omhooggeschoten Waaslands pretventje, dezer dagen wil gans Vlaanderen van 7 tot 77 hem zondag eerstkomende op de koffie uitnodigen. Zijn naam: Alex Callier. Onder het moto ‘Televisie verandert alles’ heeft Callier zich via ‘The Voice’ – we geloven stellig dat het nooit zo bedoeld was – een hoge aaibaarheidsfactor aangemeten en dat komt – we moeten daar nu ook niet naïef in zijn – de populariteit van zijn groep Hooverphonic zeker ten goede. Tot daar de wat zuur smakende passages van dit verslag want van het succes dat ‘Hooverphonic with Orchestra’ momenteel oogst in Antwerpen is geen grammetje gestolen.
Het plechtstatige karakter van de Antwerpse Elisabethzaal vormde het perfecte decor voor een avond als deze. Met maar liefst 42 muzikanten toegevoegd aan de klassieke 5-mansbezetting waarin Hooverphonic doogaans optreedt oogde het podium dan ook behoorlijk indrukwekkend. Dit bleef echter bij aanvang allemaal achter het doek verscholen terwijl Noemie Wolfs in lang gala kleed met pianist Remko Kühne een sober “Battersea” brachten. Pas bij “One two three” onthulde zich de uitgebreide orkestbezetting. Het is niet rechtvaardig ten aanzien van zoveel bepalende factoren voor het welslagen van een concept als dit maar de grandeur en de vocale klasse waarmee Wolfs de avond inkleurde was naar ons aanvoelen ‘outstanding’. Dat Callier dit talent als nobele onbekende in amper anderhalf jaar heeft gecoacht tot een eerste klas frontvrouw kroont hem nu al tot de koning van ‘The Voice’. De zaak Wolfs drukt dezer dagen zelfs zo sterk door op het Hooverphonic verhaal – met verbale plaagstootjes heen en weer op het podium als openlijke ommezwaai ten opzichte van het verleden - dat geen mens zich de naam Geike Arnaert nog herinnert. In het eerste uur kwamen we al papier te kort om onze hoogtepunten op te lijsten: “Club Montepulciano”, “The last thing I need is you”, een fantastisch “Two Wicky” en met “Heartbroken” voelden we in ware Callier stijl onze ogen zelfs wat nat worden. De weemoed die Wolfs daar in haar stem stak trof ons meer dan onze ogen doorgaans kunnen droog houden. Mag het hier eigenlijk ook nog eens geschreven worden wat een wereldnummer dat eigenlijk wel is? We hadden onze hoop ook gezet op een herneming van de Massive Attack cover “Unfinished sympathy” uit de Radio 1 sessie van eind vorig jaar en we werden op onze wenken bediend met - jawel het wordt hier wat eentonig - nog eens Wolfs in een glansrol. Haast iedere song die de setlist haalde kreeg een superieur arrangement mee en enkelen ervan (“Anger never dies”) groeiden zelfs boven de gekende plaatversie uit. Zo ook minder bekend werk als “Renaissance affair” en, mooi opgesmukt met gedempte trompet, “George’s café”. In de bisreeks werden “Vinegar & salt” en “Eden” geflankeerd door een pittige Gainsbourg cover “La Horse” en het van “The night before” gehaalde “Danger zone”. Die laatste miste een beetje het pit van een echte slotsong maar dat belette de zaal geenszins van na de laatste vioolaanslag instant recht te veren uit het gestoelte voor een minutenlang en oververdiend applaus .
Met deze ‘Hooverphonic with Orchestra’ heeft het Waaslands’ collectief zich opnieuw gedefinieerd. In één klap zullen ze met de gelijknamige plaat veel van hun eigen catalogus overbodig maken. Met al zes uitverkochte concerten dit voorjaar en één van misschien wel meerdere Sportpaleizen dit najaar lijkt ook iedereen zich te mobiliseren om dit – helemaal terecht - live te willen zien. Daarmee lijkt de oorspronkelijke missie van Callier en Geerts, “onze jongensdroom realiseren en gewoon eens spelen met groot orkest”, naar wel een heel andere maar bijzonder lucratieve dimensie te zijn doorgeschoten. Het is hen gegund.
No comments:
Post a Comment