Paul Weller, pas 59 geworden, was in 1977 met “In the city”,
het debuut van The Jam, meteen here to
stay. Het succes van die groep nam destijds in thuisland Engeland zo’n
proporties aan dat dit 4 decennia later, onder impuls van enkele naaste
getrouwen, zelfs aanleiding gaf tot het opzetten van een heuse expositie. Zowel
laatst in Liverpool als 2 jaar terug in het Londense Somerset House genoot deze
“About the young idea” dan ook massale belangstelling. De man vatte destijds
met The Jam de tijdsgeest en het leven van adolescenten in zijn muziek immers zo
goed samen dat hij erin slaagde onlosmakelijk binnen te dringen in het DNA van
een generatie Britten. Inmiddels is Weller een gevierd soloartiest die vorige
maand de teller op 25 gereleaste albums heeft gezet. Op die laatste “A kind
revolution” is een gelouterd man te horen die er nog maar eens in geslaagd is
een uitstekende plaat af te leveren en - opvallend - ditmaal ook weer ééntje die appelleert aan een
groot publiek. De kaap van zestig is in zicht voor Weller en nieuw vaderschap –
het achtste hebben we ons laten vertellen - wenkt. Het vuur dat al vele jaren
in de man brandt blijkt dus nog lang niet geluwd, zo zagen we ook vorige maandag in de AB.
Het voorprogramma kwam dit keer van het Brusselse Jacle Bow. De groep greep in de Nieuwe
Lichting van 2015 net naast het podium maar werkte zich ondertussen met de
steun van Mario “Triggerfinger” Goossens en enkele fel gesmaakte (StuBru-)
singels naarstig verder in de kijker. Hun klassieke rock-’n-roll snit, her en
der gemodelleerd naar oude Stones en Small Faces, maakte van hen dan ook het
geknipte voorprogramma voor de Modfather. Daarin stelde het viertal niet teleur
wat van hun debuut “What’s all the mumble about” de op te pikken plaat maakt
van de komende weken. Dat ze in hun tienerjaren waren gebotst op een cafébaas die
Weller –fan was heeft hen alvast tot in de AB gebracht en daar zal het naar ons
aanvoelen niet bij blijven. Wat een heerlijk groepje!
Met een vroeg start-uur (20:10) wou Weller zich klaarblijkelijk
verzekeren van een lange set en dat bleek aan het einde van de avond (22:30) helemaal
te kloppen. Met slechts één wissel (toetsenman naar bas, nieuwe toetsenman)
verschilde de begeleidingsband nauwelijks van de bezetting die Weller nu al een
10-tal jaren trouw volgt. Opener “I’m where I should be” was een weggevertje
ten voordele van de geluidsmannen die de knopjes moesten goed krijgen. Wie zat
te wachten op een Style Council momentje werd al vroeg op zijn wenken bediend
al kreeg “My ever changing moods” wel wat knullig een valse start mee. Met “Nova”
en het fantastische “Woo sé Mama” onderstreepte Weller de klasse van de nieuwe
plaat al greep hij met sterke live-uitvoeringen van zowel het titelnummer als “Going
my way” en “White sky” in de AB toch verrassend
meer terug naar diens voorganger “Saturns pattern”. In vergelijking met zijn
voorgaande concerten die de gemiddelde liefhebber vaak wat in de kou liet staan
waren in Brussel ditmaal opvallend wél veel publieksfavorieten erbij. Een
concert dat zowel Style Council classics als The Jam’s “Start” en “You do
something to me”, “Wild wood”” én “The Changing man” bevat, we moeten er hard
over nadenken of dat ons ooit is te beurt gevallen. Je voelde dat hij daarmee zijn
status van grote naam eindelijk alle eer aandeed en de zaal ook sterker aan
zich wist te binden. Eigenlijk vonden we het geen toeval dat hij uitgerekend nu
– met 2 sterke platen elkaar opvolgend – in concerten vooral ook aansluiting zocht met werk uit zijn artistieke hoogdagen (midden jaren 90). Een flinke
greep uit zowel “Stanley road” als “Heavy soul” stond immers erg prominent op
het menu in de AB. In de eerste bisreeks (met nog 2 te gaan) pakte Weller en band uit met een akoestisch setje waarin zelfs een nieuwe song werd gedropt naast – een tikkeltje
slordig vonden we wel – het klassieke “Wild wood”. Daar stond gelukkig een erg geslaagd “Out of the sinking” tegenover. Met nog vier nummers in volle uitvoering bleek
alsof de match met “Changing man” gespeeld was maar de klok gaf nog enkele
minuten voor half elf toch voldoende tijd voor - nog een publiekslieveling! - het
fraaie “Broken stones” waarmee het concert mooi afrondde.
Weller – nooit een man van veel woorden geweest – boog erna met
brede glimlach samen met zijn muzikanten naar een heftig applaudisserende AB wellicht ook beseffende dat hun missie méér dan geslaagd was. Jammer dat, net nu hij zijn successen live zo voorop zette, er achteraan in de zaal wat lege rijen waren.
No comments:
Post a Comment