Het Brugse Cactus Muziekcentrum heeft met het Minnewaterpark
al sinds jaar en dag dé gedroomde locatie om een festival te organiseren.
Bijkomende troef is hun slimme programmatie die afgaat op het betere Belgische
werk en internationale namen die niet bekend staan omwille van louter (vluchtig)
hit succes maar vooral artistieke credibiliteit in huis hebben. Zeg maar: het
soort namen waar in muzikale kringen altijd met respect over wordt gesproken.
In andere kringen zijn het vaak nobele onbekenden. Met deze aanpak weet het
Cactusfestival zich verzekerd van een trouw publiek en laat het zich ook geenszins
verleiden tot risicovolle schaalvergroting. Een mens mag er immers niet aan
denken dat ze het schilderachtige Minnewaterpark zouden moeten verlaten.
Onze quotering is als volgt:
Met stralend zomerweer stapte Tamino (❷, 17:05) als eerste van het weekend op vrijdagnamiddag het
podium op. Deze gemengd Egyptisch-Antwerpse jongeman van 21 wordt sinds het winnen
van de Nieuwe Lichting, nog maar dit voorjaar, in de markt gezet als the next big thing. Onder zo’n gesternte
begint het bij ons dan doorgaans overal te jeuken maar het kan niet ontkend
worden dat de hype wel deels terecht is. Er huist immers een geweldige stem in
deze Tamino en zijn muziek zoekt sferen op waar Radiohead en Jeff Buckley
weliswaar veel straffer in zijn maar waarin deze jongeman zich toch al mooi
weet te onderscheiden. In Brugge viel zijn vieruurtje een tikkeltje zwaar op de
maag maar de knappe cover van Arctic Monkey’s “I bet you look good on the
dancefloor” verdient zeker een vermelding. Voor Het Zesde Metaal (❸, 18:20) stond Brugge wellicht als
thuismatch aangekruist in de agenda. Wannes Cappelle deed voor de gelegenheid zelfs
enkele bindteksten tweetalig: in het West-Vlaams en in het Algemeen Nederlands.
De groep speelde opnieuw voortreffelijk en de opbouw van de set verschilde, op
3 extra nummers na, nauwelijks van wat ze een week voordien in Werchter deden
maar in Brugge gingen “Ier bie oes” en “Gie, den otto en ik” er nog beter in.
Dat thuisvoordeel wellicht? Michael
Kiwanuka (❹, 20:00) verscheen op onze radar 6 jaar geleden toen hij
mocht aantreden in het voorprogramma van Adele. Dat de man daar stond was
duidelijk geen toeval maar een voorbode van de grootse dingen die hij nog in
petto had. Zijn singel “Home again” was het jaar erop een grote hit evenals
zijn (achteraf bekeken) wat inderhaast in elkaar gestoken debuutplaat. De man
nam gelukkig zijn tijd voor opvolger “Love and hate” en dat loonde. De plaat
ontving overal lovende kritieken en nestelde zich in menig eindejaarslijstje.
Die erkenning straalt momenteel af op de uitstekende concerten die Kiwanuka
voor die plaat in een slopende tournee afwerkt. Dat was in Brugge niet anders.
De Londenaar leverde een magistraal vooravondconcert af waarbij het materiaal
van dat bejubelde album centraal stond. In het op een slepende bluesmaat
geënte “The final frame” soleerde Kiwanuka’s gitarist Michael Jablonka ons op het uur het
delirium in. Voor ons het absolute hoogtepunt van dit dagje Cactus. In een
vergeleken met Lokeren (vorige zomer) toch iets rommeligere beurt deed Richard Ashcroft (❸,
21:45) er daarna alles aan om het Brugse publiek voor zich te winnen. En met succes.
Ondanks een her en der gekraakte stem werkte Ashcroft zich vol passie door zijn
concert bestaande uit tot in het
collectieve Brugse muziekgeheugen doorgedrongen hits van The Verve en
wat solowerk. “Bitter sweet syphony” diende ei zo na eventjes worden stilgelegd
voor een opstootje in het publiek maar voor de rest was er niets anders dan
liefde wat de Brit in Brugge oogste. Hij hield zelfs een promo-praatje voor het
bijwonen van zomerfestivals in familieverband en deed een haast emotionele
uitval tegen de media die, door het alsmaar te hebben over een derde wereldoorlog,
alleen maar angst zaaien. Met een bedoeld dansfeest als slot werd voor de
eerste festivaldag wellicht Roisin
Murphy (❶,
23:45) aangetrokken. De voormalige frontvrouw van Moloko heeft immers een
swingende back-catalogue en een gedegen live-reputatie die hiervoor garant zouden
moeten staan. Helaas, dat draaide anders uit. In een concert dat eerder een boog
rond dat bekende werk maakte was het voor het Brugse publiek in een weliswaar funky
sound tevergeefs zoeken naar aansluiting. In het midden (“Sing it back”) en aan
het einde (“Forever More”) doken toch snippets Moloko op maar dat was jammer
genoeg voor de eindbalans onvoldoende.
No comments:
Post a Comment