Tuesday, February 26, 2013

El clasico Werchter

Gisteren rolde ze van de persen, het partieel examen van Bureau Schueremans in het Brabantse Werchter: de affiche van zijn spin-off festival 'TW Classic'. Niet dat daar grote verrassingen bij te verwachten zijn - op zekerheid spelen is de belangrijkste visie - en in deze editie staat het immers nu al vast dat iedereen zich überhaupt tevreden zal moeten stellen met een plek in de schaduw van The Boss. Eerste reden voor onze lichte hoerastemming: Simple Minds, Sting noch Bryan Adams kregen een uitnodiging. Tweede reden: Keane vindt in 2013 nog eens de weg naar ons land. Derde reden: Balthazar mag zijn actieradius verbreden naar een oudere generatie (op het risico af van verloren te gaan in de massa). Voor het overige kan de speculatie over wie met Springsteen een nummer lang het podium zal mogen delen een aanvang nemen. The Boss heeft immers de gewoonte dit bij gelegenheden als deze te doen. Ons vermoeden gaat in de richting van Ben Harper (met of zonder Charlie Musselwhite). Al zou een moment mét Blondie én Santana (op gitaar!) ook iets moois kunnen opleveren. We shall see...

Monday, February 25, 2013

Sioen De Stroming/Sleidinge 22/02/13

Ongeveer een jaar terug loste Sioen zijn naar hemzelf getitelde 5e plaat. Zijn voorgaande “Calling up Soweto”, een project met Zuid-Afrikaanse muzikanten, lag dan al 3 jaar achter hem. In Vlaanderen toch een hele poos om niet het risico te lopen helemaal van de radar te verdwijnen. Momenteel toert Sioen langsheen culturele centra met een intieme voorstelling grotendeels opgehangen aan dat laatste werk. Toch opvallend afgelopen vrijdag in Sleidinge:  veel jong volk die hem blijkbaar niet is vergeten of zelfs heeft opgepikt zonder de grote successen van zijn eerste platen écht te hebben meegemaakt.
En laat het nu net een oud succes zijn waarmee Sioen veelbelovend het concert aftrapte: “Cruisin’” weliswaar in een andere, maar daarom niet minder smaakvolle, bewerking. Sioen ving het nummer aan terwijl zijn muzikanten één voor één het podium opwandelden om een couplet later in te vallen. Erg sfeerscheppend en mooi, met dat beetje roest in de stem, het onbetwiste vakmanschap van Sioen meteen uitvoerig geëtaleerd. Alle handen gingen van bij aanvang enthousiast op elkaar in het gestoelte van Sleidinge. Vervolgens werd de focus op het materiaal gericht van die laatste plaat. Van (spaarzame) draaibeurten op de nationale radionetten viel vooral “Bad bad World” op. Ook “I’m not ready to love you like I do” was ambachtelijk in elkaar gezette pop waar een mens onmogelijk slecht gehumeurd van kan raken, toch zeker niet op een vrijdagavond. Toch bleek al snel dat het nieuwe werk in de afweging merkelijk lichter uitviel dan pakweg “Ease your mind”, de singel waar hij destijds met zijn bejubelde tweede plaat aardig mee scoorde. “Johnny Mary Tommy & The Sun” is ons – hoe vakkundig ook gemaakt – te braafjes. Ook “Sex” was alleen omwille van de titel een gewaagde song. Het nummer dreef op een sloom orgeltje dat ons alvast niet in de juiste stemming bracht. Met het wel erg voorbijkabbelende “Make it real” gingen we voor het eerst het gevecht aan met de opkomende vermoeidheid na een 5-dagen werkweek en toen het speelse “Why shouldn’t I?” werd opgediend dachten we eventjes dat we Pinoccio-gewijs waren gedropt op een foute kermis. We zaten in dit theaterconcert wat vergeefs te wachten op die heerlijke vioolpartijen die tal van Sioen songs voorheen zo typerend konden inkleuren. In plaats daarvan hoorden we Sioen enkele malen opvallend dicht in de buurt belanden van Balthazar. Met dat gortdroge basgeluid en minimale drums kon “My way” moeiteloos worden doorgeschoven naar een setlist van Kortrijks’ finest. Meteen toch nog een lichtpunt in een als geheel té vrijblijvend concert.
Bij het verlaten van de zaal daalden onze gedachten dan ook af naar het voorjaar van 2005. In dezelfde zaal speelde Sioen toen – het contrast kon nauwelijks groter zijn - een erg gedreven concert wat ons na afloop een rij superlatieven ontlokte die we alleen voor grote avonden bovenhalen. Deze gelegenheid moet het jammer genoeg wat ons betreft stellen met minder, veel minder.

Saturday, February 23, 2013

Trixie Whitley Handelsbeurs/Gent 21/02/13

Dik een jaar geleden raakten we bij een concert van Trixie Whitley voorgoed verknocht aan de half Gentse/half New Yorkse, niet toevallig ook in dezelfde zaal waar ze donderdag de aftrap gaf voor haar Europese toer. Dat we er met groot genoegen op afgingen moge duidelijk wezen want ook onze bekoring voor haar eerste plaat “Fourth corner” is ontzettend groot. Wie dacht een afgelikte, op de grote markten afgestemde plaat te zullen voorgeschoteld krijgen kwam bedrogen uit: met ook erg rauw aanvoelend songmateriaal verplicht Trixie op “Fourth corner” haar publiek tot een maximale luisterinspanning. In de Handelsbeurs trad Whitley aan met band voor het eerste van 3 Belgische concerten in deze toer. Wie tickets zoekt voor de overige twee is er nu al aan voor de moeite. De plaat daarentegen, goed voor goud in één week, ligt wel op uw aanschaf te wachten in de winkelrekken.
De avond werd ingezet door Ian Clement, voor hij zich uitte als singer-songwriter ook voorman van Wallace Vanborn. Volgende maand verschijnt zijn eerste solo plaat en dat is afgaande op wat de man in de Handelsbeurs bracht iets om naar uit te kijken. Al van bij het eerste nummer, toen nog in het rijtje voor wat gerstenat aan de bar, voelden we ons aangemaand de zaal binnen te gaan. Van zodra we dat deden liet hij ons muzikaal niet meer los. In een wat sjofel houthakkershemd (sinds de val van Bryan Adams vestimentair discutabel geworden) presenteerde Clement zich als de Vlaamse Patrick Watson. Zijn band creëerde een vol geluid waarop het songmateriaal van erg hoge kwaliteit, singel “Little knife” voorop, uitstekend tot zijn recht kwam. Wat deed het deugd nog eens ingepalmd te worden door een voorprogramma.
Dezelfde Clement, een mens is bij Trixie Whitley niet zomaar een voorprogramma, mocht even later bij de dame van de avond haar gitaar aanreiken. Whitley opende solo en deed dat met verve: gitaar lichtjes tegendraads en een stem die koude rillingen de zaal injoeg. De toon was gezet voor deze première die met het thuisgevoel dat Trixie met Gent onderhoudt nog extra bijzonder aanvoelde. Al bij aanvang bedankte ze uitgebreid alle aanwezigen en liet ze niet na zelfs te repliceren op geroep uit de zaal. Dit gebeurde op zo een ontwapende manier die, in een wereld waar ego’s gigantische proporties kunnen aannemen, hopelijk door Whitley lang kan worden volgehouden. We hebben er in haar geval toch groot vertrouwen in. Later op de avond noemde ze ook tal van intimi bij naam en deelde ze zelfs wat toervocabulaire (“Fun, focus en fuck”) met een zaal die één en al oor was. Tussendoor passeerde het nieuwe album haast nummer per nummer op de setlist. Uitschieters waren al snel niet meer op één hand te tellen: “Irene”, “Gradual return”, “Never enough”, “Pieces” (Wat een song!) en “Silent rebel Pt. 2”. Wil u ons nu al excuseren dat we ze niet allemaal vermelden? Oh ja: uit de dubbele bisbeurt willen we ook “A thousand thieves” niet onvermeld laten. Waar wacht de wereld eigenlijk op om hier niet massaal naar te luisteren? Een beetje grilligheid is nooit ver weg bij iemand als Trixie Whitley. Een noot durft al eens de mist in gaan maar de compensatie van een artieste die dit zo eerlijk en gepassioneerd brengt staat er torenhoog naast. Het maakt haar even menselijk als het publiek dat zich voor haar bevindt. En zoals dat gaat bij artiesten die zich niet laten voorspellen (de échte groten dus) waren de voorspelde hoogtepunten er geen. Singels “Need your love” en “Breathe you in my dreams” hadden in de Handelsbeurs (nog) niet het juiste live arrangement te pakken waardoor ze te schril afstaken tegenover de excellente plaatversies. We hebben er nu al spijt van dat we in dit verslag ook één valse noot hebben. Helemaal Trixie toch?

Bloc Party Lotto Arena/Antwerpen 19/02/13

Over een winterslaap gesproken: deze blog ontwaakt eindelijk na twee maanden onderbreking! Geruchten van een woelig huishouden – in 2011 werd zelfs eventjes studiotijd geboekt zonder voorman Kele – deden een tijdje terug donkere wolken samenpakken boven Bloc Party. Gelukkig bleek vorige zomer dat een gezamenlijke toekomst vooralsnog niet in het gedrang was en werd een nieuw album opgenomen. Enkele festivaloptredens (o.a. Pukkelpop) die samenhingen met de release van “Four” onderstreepten vorige zomer de levendige status van de band. Met slechts één enkel (festival)optreden van deze Londenaars op onze teller was er geen andere optie dan dinsdag toch eens af te zakken naar de gewezen stad van iedereen.
De avond werd nogal bruusk op gang getrapt door The Joy Formidable, een trio met zangeres uit Noord Wales dat muzikaal denkt te moeten durven doorgaan waar Muse stopt. Als daar in een zaal als de Lotto Arena ook nog eens een abominabele geluidsbalans mee gemoeid is betekent dit gegarandeerd gedonder. In de brij die de noemer ‘livemuziek’ onwaardig was herkenden we met veel goede wil nog enkele songs. De groep scheen zich van geen kwaad bewust en raasde 40 minuten door terwijl best verdienstelijk materiaal uit de pas verschenen plaat “Wolf’s law” de vernieling werd ingespeeld. Met voorprogramma’s als deze kan het verlangen naar de hoofdact alleen maar worden aangescherpt; doorspoelen die handel!
Het vertrouwen in het nieuwe werk lijkt binnen Bloc Party behoorlijk eensluidend want in anderhalf uur set werd Antwerpen maar liefst op 7 songs uit “Four” getrakteerd. Dat dit materiaal jammer genoeg de slagkracht van het oudere werk ontbeert kon worden afgelezen aan de Antwerpse applausmeter doorheen het concert. Die ging pas voor het eerst het rood in toen de groep op het kwartier een messcherp “Like eating glass” afvuurde om vervolgens keer op keer te pieken bij werk uit hun debuut, misschien wel kenschetsend voor de situatie waarin Bloc Party is verzeild geraakt. Ook het naar dance neigende werk dat de groep netjes over zijn parcours heeft verdeeld werd door de goed gevulde Lotto Arena vurig aan de borst gedrukt. Dat ook minder jonge benen (sorry Martin) in beweging gingen voor het onverwoestbare “Flux” en het hitgevoelige “One more chance” zegt genoeg over het potentiële publieksbereik van Bloc Party. Helaas verslapte de aandacht te opvallend wanneer de groep het pad van deze publieksfavorieten verliet voor middelmatiger werk (“Real talk”, “Signs”). Ook de nerveuze dadendrang van de vorige plaat (“Ares”, “Trojan horse”) wekte niet bepaald groot enthousiasme op. Gelukkig hield het concert zich op koers met “Song for Clay”, “Banquet” en – jawel, toch een nieuwtje - “Octopus” die de reguliere set op nauwelijks een uur al afsloot. Ook al trad de groep aan in een niet eens volgelopen Lotto Arena, het belette niet dat werd uitgepakt met een grootse en kundig in elkaar geknutselde lichtshow rond de vier concentrische cirkels die de hoes van “Four” sieren. In de bissen – door Kele vleiend “the second half of the concert” genoemd – passeerde naast één nagelnieuwe song (het trage “Montreal”) ook nog het uitstekende “This modern love” en een werkelijk verpletterend “Helicopter”. Het kon geen toeval meer zijn: twee oudjes.
Dit Bloc Party zit na 10 jaar bestaan met een vervelende “Wat nu?” kwestie. Het concert had overduidelijk zijn (oude) momenten maar de spankracht van een groep die nog veel te winnen heeft hebben wij er alvast niet in gevonden. Dat ook Kele, stem/gezicht/enige aantrekkingspool van de groep, wat te geforceerd moet oproepen er een “party” van te willen maken terwijl de overige bandleden zich een concert lang geen meter verplaatsen is kenschetsend. De geruchten uit de eerste alinea indachtig, zou het van betekenis zijn geweest dat "Two more years" de setlist in Antwerpen niet heeft gehaald? We mogen hopen van niet...

Sunday, February 17, 2013

Instant fan van Gary Clark Jr.

"Wat gaat alles toch zo snel..." horen we uit de mond van ons oma zaliger weerklinken. In enkele dagen tijd zijn we - alweer - een nieuwe beloftevolle naam rijker. Ongemerkt werd ie maandag toegevoegd aan de Werchter affiche, vervolgens verscheen hij in het één programma 'Café Corsari' en donderdag zat dat optreden verpakt in een tweet waar we - toeval bestaat niet - een klik op gaven!
De uit Austin, Texas afkomstige Gary Clark Jr. (29) speelt gitaar met Hendrix-allure, pent het merendeel van zijn songs zelf bij elkaar, "soul, blues en rock: he's got it all" en qua looks en cool moet hij alvast niet onderdoen voor Lenny Kravitz. Zijn debuut "Blak and Blu" is hier thuis de plaat van het weekend. Grote namen (Alicia Keys, Sheryl Crow, Dave Matthews, Clapton, John Mayer) liepen elkaar al voor de voeten om zich met Clark Jr. te associëren. Obama moeten we als fan wel laten voorgaan maar daarom zijn wij het sinds onze eerste kennismaking 3 dagen terug niet minder.

Thursday, February 14, 2013

Ons nummer van Foals

We toonden al bescheiden interesse bij hun vorige "Total life forever" maar met het pas verschenen vervolg "Holy fire" krijgt onze relatie pas echt vaste vorm. Het Britse Foals is zonder meer een groepje dat verdient van verder gevolgd te worden, niet enkel omwille van de stroom groepen (Maccabees, Editors, The Drums) waar ze gemakkelijkheidshalve worden bijgevoegd. De groep verzoent in onze oren de laatste drie decennia popmuziek. Opvallend is dat haast ieder nummer vertrekt vanuit - toegegeven: onze zwakke plek - een onweerstaanbare groove waardoor percussie nogal een prominente plaats inneemt. Neem nu de singel "My number": dansvoer van 7 tot 77! Wordt het niet eens tijd dat StuBru dit vijftal wat meer wind in de zeilen geeft? We mogen er niet aan denken dat ze straks de Werchter affiche niet zouden halen...

Tuesday, February 12, 2013

Moeilijk kan ook mooi zijn: Steven Wilson

Steven Wilson, nog het best bekend omwille van de band Porcupine Tree, lost op 28 februari zijn nieuw solo album "The Raven that refused to sing". Niet dat de wereld er daardoor plots anders zal uitzien - een storm op de itunes hitparade is met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid uitgesloten - maar met zijn vorige worp "Grace for drowning" in ons achterhoofd kijken wij daar toch reikhalzend naar uit. En in één adem ook naar zijn concert in de Antwerpse Arenbergschouwburg op 12 maart dat, zo verwachten we toch, zal worden opgehangen aan die nieuwe plaat.
Wilson is een eigenzinnig artiest die volkomen trend-ongevoelig muziek maakt die niet onder één noemer te vatten is. Een zweem van progressieve rock is nooit ver weg bij songs die veel gelaagd - vergelijk het met hoofdstukken uit een boek - in elkaar worden geknutseld. Kenmerkend is ook de virtuositeit waarmee alles wordt ingespeeld en een productie (vaak in eigen handen) die oog heeft voor het kleinste detail. In de groep waarmee hij de nieuwe plaat heeft ingeblikt zit zelfs een oude eighties bekende: bassist Nick Beggs van (jawel!) "Too shy" één-dags-hitfabriekje Kajagoogoo. Als we U nu niet mee hebben om eens te luisteren lukt het ons nooit. Niet meteen weg klikken, gaan voor de volle 7:48! Wij deden het U alvast meerdere keren voor :-)

Wednesday, February 06, 2013

Het jaar van Whitley?

Geen album waar zo lang is naar uitgekeken als dat van Trixie Whitley. Niet dat we al die tijd geen aanvoer kregen van de frèle half Gentse/half New Yorkse: enkele mini-cd'tjes waren immers steevast te koop op één van haar concerten en ook de samenwerking met mentor en beschermheer Daniel Lanois resulteerde in een plaat onder de naam Black Dub. Ook daarop was reeds hoorbaar dat het talent in bakken aanwezig was, alleen diende het eigen materiaal nog op maat van een volledig album te worden gebracht. Bewonderenswaardig ook hoe Whitley zich niet liet opjagen door een industrie die toch al geruime tijd brood moet hebben gezien in deze beloftevolle jongedame. Met "Fourth corner", in de week voor release al voor een zacht prijsje bij de Humo te verkrijgen, is het debuut inmiddels een feit. Terwijl de eerste lovende recensies her en der opduiken willen ook wij niet achterblijven. De plaat is allesbehalve een hapklaar brokje geworden maar etaleert wel uitvoerig de klasse die huist in Whitley. Geen twijfel mogelijk dat deze plaat, met "Need your love" geholpen door alweer een pracht van een singel, ons eindejaarslijstje zal halen. En dan zitten we weldra ook nog op één van haar uitverkochte concerten. Wordt dit hét jaar van?


Concert gemist (8) : Rage against the Machine 2008

Concerten die we om uiteenlopende redenen hebben gemist schrijven we hier van ons af...
Voor ons kwam Rage against the Machine 20 jaar geleden nogal bruusk aankloppen met "Killing in the name". Misschien was het omdat we de puberjaren al door waren of we toen net niet kwaad genoeg waren op de wereld maar op de hitsige drumpartij na ging het oproergekraai aan ons wat voorbij. We misten die zomer volkomen onterecht Pukkelpop waarop de heren net als op Pinkpop eerder dat jaar verpletterend uithaalden. De zomer nadien waren we, alhoewel present op de weide van Werchter, ook daar maar half bij de les. Alhoewel geen excuus, de groep was ons die dagen misschien wel iets té alomtegenwoordig. Twee jaar later rolden de "Bulls on parade" wederom heftig door de lage landen, voor ons toch wel wéér op veilige afstand zeker...
Alom frustratie toen de groep zich in reüniemodus anno 2008 liet boeken voor enkele festivals (en het Antwerpse Sportpaleis!) en we te laat anticipeerden op de kaartverkoop. Hun debuut geraakte, alhoewel al jaren in de platenkast, in die dagen plots niet meer uit de cd-lader en het woonkamermeubilair ontsnapte enkele keren aan kleine vernielingen toen we pogo gewijs uit ons dak gingen op "Take the power back". Een vader mag er niet aan denken dat de kinderen hier ooit getuige zouden zijn van geweest. Sindsdien is het zwak voor dit viertal, duidelijk politiek stelling innemend tegen het kapitalistische systeem, nooit meer weg geweest. Revolutie in rock'n'roll verpakking, sinds The Clash was geen groep daar nog eens zo dicht bij geraakt. Als het al niet is omwille van de boodschap dan kan de muziek onmogelijk door ons nog bewegingsloos worden ondergaan. We zetten doorgaans niet in op recyclagetoers maar voor dezen zouden we maar al te graag een uitzondering maken. Geen beter moment toch nu het debuut in verjaardagsverpakking al enkele maanden terug te koop is? Laat ons hopen.


Friday, February 01, 2013

God bless Randy

Geruchten over een Sabbath reünie met Ozzy zijn als seizoenen, ze komen alsmaar terug. Vorig jaar stond nieuw werk op stapel en werden toerschema's opgemaakt toen gitarist Tonny Iommi met een kankerdiagnose noodgedwongen die plannen moest opbergen. Van waar die hang naar het Ozzy tijdperk werd ons een tikkeltje duidelijker bij het bekijken van de "God bless Ozzy" documentaire. Een beetje 'born to lose' werd Osbourne, pas 20 gepasseerd, een (rock'n'roll) ster die de poorten naar een buffet van verboden vruchten wagenwijd zag opengaan en daar simultaan nog goede platen en een spraakmakende podiumact aan wist te koppelen. De medische wereld had al voor grotere mysteries een antwoord weten te verzinnen. Metal wordt ook vandaag nog best gedefinieerd aan het vroege werk van Black Sabbath. Weinigen uit het genre zijn er niet schatplichtig aan. Dat Ozzy (of zijn management) in de nadagen van Sabbath al even getalenteerde muzikanten als Randy Rhoads wist aan te trekken is haast onmogelijk als toeval te catalogeren. Het beste wat Ozzy ooit heeft gemaakt is te herleiden tot het plaatwerk met Rhoads. Rhoads was immers een begenadigd gitarist waarbij, een beetje atypisch voor het genre waarin hij zat, techniek alleen ten dienste van de melodie mocht staan. Een toevallige maar wel noodlottige vlucht in een sportvliegtuigje maakte in 1982 een abrupt einde aan de uitstekende chemie tussen Osbourne en Rhoads. God, zegen (ook) Randy aub.