Niets zo leuk vinden wij als een goed programmerend cultureel centrum in de buurt; een aangename verrassing is nooit ver weg. Kaartjes worden lang op voorhand besteld (steeds kort na de zomer) en daarna liggen her en der kleine concerten verspreid in onze agenda van het daaropvolgende seizoen. Met Mosuse (10/02/06) hebben we niet zo’n grote band (niet toevallig kregen we een kaartje doorgeschoven van vrienden). In een ver verleden herinner ik mij nog The B-Tunes, later lichte ergernis bij Clement Peerens en niet altijd geslaagde radio kolder met Steven Van Herreweghe op Stubru. Op zijn best vond ik Ronny naast broer Robert en Bart Peeters bij The Radios: loepzuivere pop, de 18 karaats stembanden van de broertjes Mosuse en een scheut rock’n’roll gitaren van Danny Lademacher (in een vorig leven bij Herman Brood). Over het solo werk van Ronny tot nog toe kunnen we kort zijn: klassiekers heeft het nog niet opgeleverd maar als zijn songs passeren op Radio 1 zijn we geneigd te luisteren; hetzelfde deden we op die vrijdagavond in het cultureel centrum waar Mosuse langs kwam met de theaterversie van zijn CD ‘Half oktober’. Nagenoeg alles van die plaat passeerde de revue evenals enkele verrassende covers (waaronder een indrukwekkend ‘Zing, vecht, huil, bid, werk, lach en bewonder’ van Ramses Shaffy). De plaat klinkt naar ons gevoel wat braafjes maar live was middels een energieke band daar geen sprake van. Bovendien maakt Mosuse’s stemgeluid de zaalverwarming nagenoeg overbodig en tussen de nummers door strooide hij ook nog eens kwistig grappen in het ronde. In ‘Waar is de onschuld’ kreeg hij de hele zaal rechtop als stonden we op de Werchter-weide. De applausmeter ging na het slotakkoord geheel terecht flink de hoogte in.
Jan Leyers (16/02/06) is een man die al jaren op onze steun kan rekenen. Toen late jaren 80 You get to me van (toen nog) The Soul Sisters op de wereld werd losgelaten waren we al bij de les en nu Leyers intussen een tv-persoonlijkheid is geworden en in zijn vrije uren graag plaatjes maakt is de aandacht nog niet verslapt. Leyers jongste theatertoer bundelde het beste van de mans solo werk gebracht in een viermans bezetting met naar Vlaamse normen ronkende namen (Vanstiphout op gitaar, Poltrock op toetsen; zie respectievelijk Clouseau en Hooverphonic). Muzikaal was de avond van meet af aan een succes dus! Jammer genoeg hield het daar ook op want verrassen deed het geheel niet. Vanstiphout mocht Clapton achterna in ‘Let it grow’ en met bis ‘Like a mountain’ werd geheel in de lijn van de voorspelbaarheid een avondje vakmanschap is meesterschap tot een goed einde gebracht.
Camden (25/03/06) of Axel Peleman & groep koos – noodgedwongen - voor een moeilijkere weg. Oorspronkelijk stond deze avond gepland in november 2005 maar een ingreep bij Peleman bezorgde dit concert een nieuwe datum in een agenda die ondertussen volgelopen was met andere (niet Camden)verplichtingen. Bijgevolg kwam de groep haast repetitieloos het podium opgewandeld. Het blij weerzien tussen Peleman en zijn collega’s resulteerde gelukkig snel in de noodzakelijke chemie tussen muzikanten wat leidde tot veel eigen werk, voor de gelegenheid in een akoestisch jasje gestopt. Voor culturele centra is het wat decibels betreft snel “teveel is trop en trop is teveel”. Ook werden we getrakteerd op een flinke scheut blues met in de hoofdrol gitarist Mario Pesic die door Peleman herhaaldelijk in een prominente rol werd geduwd. Van Ashbury Faith haalde Peleman enkel ‘Ladder’ uit de kast waarin hij een stukje van The Who verwerkte. Later zette hij ook nog The Police en Doe Maar tussen het eigen ‘Black paper, black ink’ en dat met de mededeling dat hun respectievelijke lieven hen had gewezen op het verband tussen deze songs! Peleman kon er hartelijk om lachen en wij dus ook. Camden is een groepje naar ons hart: alles draait om eerlijke muziek gebracht door pretentieloze mensen.
1 comment:
Ik kijk al uit naar de volgende post!
Post a Comment