Precies één week na de dooi (18/1) gingen we voor het eerst deze winter terug naar ons lokaal cultuurcentrum. Lovende recensies voor de première van “Foor 11” hadden ons immers warm gemaakt voor De Nieuwe Snaar. In het landelijke Sleidinge leek voor hen wel een echte volksverhuizing te zijn losgebarsten want niet minder dan drie avonden op rij liep de zaal helemaal vol. Een blik op de kalender van De Snaar leert trouwens dat zoiets geen uitzondering is. “Foor 11” werd voor geopend verklaard met het door Jan De Smet akoestisch gebrachte “Ik ben een oude zak”. Terwijl De Smet bezig was stapten collega’s Poppeliers en broer Kris elk afzonderlijk het podium op. Acrobaat Geert Vermeulen zat verstopt in een (oude?) zak die was opgehangen aan een stalen constructie die – als op een echte foor – dienst deed als een soort carrousel. Aan het einde van het openingsnummer sprong hij eruit om vanaf dan een ganse voorstelling de ogen op zich gericht te houden. Naast het betere smoelenwerk, halsbrekende toeren aan de carrousel, op glasscherven lopen en vuur spuwen bespeelt deze man, net als zijn collega’s, ook nog eens een assortiment instrumenten dat in één muziekschool niet aan te leren is. Vermeulen is in deze “Foor 11” op zichzelf al een sterke theatershow in een helaas wat zwak concert van de Nieuwe Snaar. De songs worden dan wel ambachtelijk in elkaar geknutseld – de heren zijn verbluffende multi-instrumentalisten - zowel melodieus als tekstueel bleven we wat op onze honger zitten. “Geen vrouwen” – goede raad voor mannengroepjes – was veruit het leukste van de ganse avond. De voorstelling oogde mooi, verveling kreeg geen kans om toe te slaan maar beklijven deed het niet. Iets wat we op kermissen wel wat vaker voorhebben.
Met een reeks theaterconcerten probeert Arid (22/01) dezer dagen hun laatste plaat “All things come in waves” nog wat langer onder de aandacht te houden. Een nobel streven vinden we want de groep – het was hier al eerder te lezen – deed het in 2008 lang niet slecht. De eerste twee rijen ( gesponsord door Always?) van het cultuurcentrum waren geheel ingepalmd door gillende tienermeisjes. In stijlvol maatpak en met een grijns tot achter de oren repte Steverlinck zich na het openingsnummer om te zeggen dat er nog schone jongens in de groep zaten. Hopelijk houden bassist Maarten Standaert en gitarist David DuPré er geen complexen aan over maar het bleef na die mededeling ijzig stil op die bewuste eerste rijen. Dat het succes van Arid grotendeels samenvalt met de stem en de looks van Steverlinck is geen nieuw gegeven. In dit theaterconcert van Arid viel het contrast tussen zanger en groep jammerlijk wat te groot uit. Eerder genoemde collega’s misten duidelijk de geestdrift van hun voorman. Een wat stuntelige belichting, de bescheiden omkadering op het podium en enkele songs die onrijp het theater werden ingestuurd deden bij ons alvast vermoeden dat men deze keer toch ietsje te snel en te weinig doordacht de stap heeft gezet naar de culturele centra.
Twee maal Steverlinck solo en het met de piano van ex-Monza Luc Weytjens begeleide “Me & my melody” (het pareltje van de ganse set) tilden de voorstelling gelukkig wel naar een hoger plan. In groepsverband kabbelde de set helaas te veel voort op vertrouwde “waves”. Dat leverde weliswaar verdienstelijke uitvoeringen op (“At the close of everyday”, “When it’s over it’s over”, “Tied to the hands”, “Too late tonight”, “You are”, “Words” en “If you go”) maar onvoldoende betovering om hier kwistig met superlatieven om te springen. We zaten er nochtans al weken voor klaar.
No comments:
Post a Comment