Bij aankomst in Brugge en met nog 10 minuten wandelen naar het festivalterrein, werden we vanuit de verte al getrakteerd op klanken die makkelijk te identificeren waren als afkomstig van The Black Box Revelation. Het duo Jan Paternoster en Dries Van Dijck, in volle voorbereiding van nieuw plaatwerk, liggen met hun debuut “Set your head on fire” nog steeds goed in de markt en zijn ook deze zomer her en der graag gezien gasten. Het door het Britse blad NME als ‘song to hear’ bestempelde “Love, love is on my mind” kon in het Brugse Minnewaterpark op veel bijval rekenen net als de recente Afrekening hit “High on a wire”,het van goesting kwispelende “I think I like you” en het van lekker zompige gitaren voorziene “Set your head on fire”. Paternoster eindigde bovenop de bas drum van zijn kompaan Van Dijck na een concert met het effect van een stevige kop koffie: een opkikkertje om de rest van het programma tegemoet te zien.
Joan Wasser stond als volgende geprogrammeerd en trad aan in een trio bezetting. Haar collega’s Tyler Wood en Timo Ellis, samen met Wasser vormen ze Joan as Policewoman, vielen bij eerste aanblik op door hun opvallende t-shirts, respectievelijk eentje van Whitney Houston en Manowar (!). We gaan er logischerwijs vanuit dat het om een grap ging want noch het cv van Wasser noch de muziek (dwars doorheen de cd’s “Real life” en “ To survive”) die we te horen kregen hield enig verband met voornoemden. Met dreigende regenwolken boven Brugge en de naar intimiteit hunkerende liedjes van Wasser miste dit concert compleet zijn effect in het Minnewaterpark. Het op plaat met Anthony Johnson opgenomen “I defy” liet bijgevolg maar een slappe indruk na. Naast ons zagen we de papfles nog eens aanrukken voor het vieruurtje van één van de vele ‘newborn’ festivalgangers die Brugge tijdens Cactus tot zijn publiek mag rekenen. Dankzij Joan as Policewoman ging dat goedje erin zonder verslikken. Voorwaar ook een prestatie.
Met de Cold War Kids (toch een fantastische groepsnaam) leek aanvankelijk wat meer deining te komen in een voor de rest lekker verder keuvelend Brugs park. De nieuwe singel “I’ve seen enough” heeft een loom sfeertje maar beet zich toch vast in onze gehoorgangen en ook “Something is not right with me” vonden wij, en met ons de voorste rijen, best aardig. Een uurtje van deze Cold War Kids bood misschien iets te veel van hetzelfde maar weekte wel meer respons los dan hun voorgangster.
Greg Dulli en Mark Lanegan vormen samen al enkele jaren The Gutter Twins. Beide heren hebben niet alleen al flink wat sporen achtergelaten in de Amerikaanse rock -ze waren respectievelijk frontman van The Afghan Wigs en de Screaming Trees - maar delen ook een verleden (in de goot) als drugverslaafde. Over Lanegan’s huidige toestand hadden we zo onze twijfels. Hij zat er wat verwaaid bij, zijn donkere stem kwam slechts weinig in het ganse (akoestische) stuk voor en ook de duur van het concert werd tegen de planning in ferm en nogal abrupt ingekort. In amper één uur leverde het duo, vooral door de fantastische stem van Dulli, nochtans een indrukwekkend visitekaartje af. Hun vorig jaar verschenen debuut “Saturnalia” staat inmiddels met stip genoteerd op ons verlanglijstje. Scroll snel naar de clip hieronder en huiver mee…
Een uitstekende zanger, 3 cd’s boordevol perfecte pop en een begeleidingsband die talent en techniek zat heeft. Desondanks werd het toch geen memorabel concert van Novastar. Meneer Zweegers repeteert niet of nauwelijks en dat is er aan te horen. Hij dirigeert zijn groep – op zijn tekens - naar daar waar hij ze hebben wil en dat zorgt bij momenten voor ongelukkige passages die de songs meer slecht dan goed doen. Een beetje spontaniteit moet kunnen maar dit neigt naar grilligheid. De “zie-mij-hoe-zot-ik-word-van-mijn-eigen-muziek” houding van Zweegers riep bij ons ook geregeld plaatsvervangende schaamte op. Joost: een beetje gewoon doen is vaak al gek genoeg. Terwijl het oude materiaal telkens verzande in een poging om nieuw leven te worden ingeblazen (absoluut dieptepunt: een stuiptrekkend “Never back down”) werden gelukkig de songs uit de laatste “Almost Bangor” wel met de nodige beheerstheid gebracht. Misschien moet er voor die oudjes toch eens een repetitiemoment worden afgesproken? Of: gewoon schrappen van de setlist?
Vorige zomer herschikte Paul Weller zijn toerplannen en viel Cactus buiten de prijzen maar dit jaar lukte het wel. 11 jaar nadat hij al eens in het Minnewaterpark stond keerde Weller dus terug naar Brugge. De huidige concertreeks staat nog steeds in het teken van zijn jongste “22 dreams”, een plaat die in België net als de drie voorgaande (Weller kon het zelf niet stil houden) geen indrukwekkende verkoopcijfers heeft opgeleverd. Voor echte radiohits van Weller moeten we ook al behoorlijk ver achteruit in de tijd. Bijgevolg hielden “You do something to me” (’95) en “Wild wood” (’93) Brugge wel nog wat wakker maar op de finale met uitsluitend nieuw werk reageerde het al flink uitgedunde publiek jammer genoeg nogal apathisch. Weller oogde nochtans zeer ontspannen en trok zich van de slappe reacties weinig aan. Een vurig “Eton riffles” van The Jam ('79!) en een frivool “Shout to the top” van The Style Council ('85!) waren onmiskenbaar hoogtepunten net als de eerder genoemde classics en (voor ons toch) een handvol nieuwe nummers uit die (ook al heeft ze voor geen meter verkocht) prima laatste plaat. Een concert lang spetteren doet Weller al een paar jaar niet meer, of het moet akoestisch zijn, maar dit Cactusoptreden oversteeg zeker de middelmatigheid van zijn passage in de Brusselse AB vorig jaar.
In de vooravond op zondag mochten we kennis maken met nieuw werk van The Magic Numbers. Vol zelfvertrouwen gooiden ze er dus hun oude radio hits “Take a chance” en “Forever lost” al in het eerste kwartier uit. Begrijpelijkerwijs kreeg de groep het nadien wat moeilijk met overwegend onbekend materiaal. Ook al ontvingen deze nieuwelingen een fraai beleefdheidsapplaus, het was ver zoeken naar een song die de concurrentie zal aankunnen met eerdergenoemde singels. In de Lotto trommel komen er wekelijks zes goede cijfers uit; met deze nieuwe combinatie Magic Numbers vrezen we met moeite onze inleg terug te zien.
De groep die nog het meest appelleerde aan het Cactus publiek was het uit Tucson, Arizona afkomstige Calexico. In een Willy De Ville meets Santana stijl kregen we een uiterst verzorgd uurtje latino rock waar iedereen blijkbaar wel pap van lustte. Hun “Chrystal frontier” werd warm onthaald maar het materiaal van de laatste “Carried to dust” (met op kop het intrigerende “Victor Jara’s Hands”) had minder de intentie om een feest te laten losbarsten. Kopmannen Joey Burns en John Convertino leidden hun Calexico doorheen een verdienstelijk concert dat in Brugge misschien ietsje te ingehouden bleef.
Na een afwezigheid van enkele jaren voltrok in Brugge de herrijzenis van Lamb. Het duo Louise Rhodes en Andrew Barlow gaf op Cactus een concert dat door zijn grootsheid allesbehalve deed vermoeden dat het na deze zomer weer zal afgelopen zijn. Ook de massale belangstelling bewees dat de interesse voor de groep met de jaren zeker niet is afgenomen. Rhodes’ behekste stemgeluid deed het groen van de Brugse bladeren nog meer wapperen dan het aanwezige zuchtje wind terwijl Barlow zorgde voor een betoverend klanktapijt in het Minnewaterpark. De groep heeft triphop en drum’n’bass referenties maar overstijgt deze genres moeiteloos dankzij songs met een tijdloos karakter (“Gorecki” en “Gabriel”). Soortgenoten als Massive Attack onderscheiden zich op dezelfde manier. In het kersverse live geluid lag de nadruk nogal fel op de elektronica terwijl wij toch de meer natuurlijke en vollere sound van het vroegere Lamb (inclusief drummer van vlees en bloed)prefereren. Maar laat dit vooral geen smet zijn op de glorierijke beurt die Lamb in Brugge maakte. Volgende maand trouwens opnieuw in Oudenaarde.
No comments:
Post a Comment