Paul Weller bracht ruim een maand geleden een nieuwe plaat uit die vanuit alle windhoeken fel bejubeld werd omwille van zijn gedurfde en veelzijdige aanpak. Het werkstuk is met 40 minuten speeltijd relatief kort maar bestrijkt in dat tijdsbestek wel alle stijlen die hij in het verleden reeds heeft aangeraakt. Met een man die voorheen aan de wieg van de punk stond (The Jam), erna de jaren 80 met soul en jazz inkleurde (The Style Council) en gedurende de jaren 90 vaderlijk op kop liep in de Britpopscene, levert dat een plaat op die het begrip diversiteit tot een muzikale kunstvorm verheft. “Wake up the nation” is de zoveelste mijlsteen in een loopbaan die inmiddels meer classics telt dan regendagen in dit vochtig tochtgat aan de Noordzee.
Lichtjes aangemoedigd door dit hernieuwd enthousiasme voelden ook wij vorige maandag, na jaren trouwe aanwezigheid op Weller concerten, eindelijk nog eens wat spanning rond een op stapel staand uitverkocht concert van hem. De voorbije jaren was het immers door middelmatiger platenwerk en dito concerten vaak net andersom. In het voorprogramma troffen we, net als bij één van Weller’s voorgaande afspraken, nog maar eens het Nederlandse Moke aan. Deze band met weliswaar enkele verdienstelijke songs (“Switch”, “Love my life”, “Here comes the summer”) en een feilloze technische bagage loopt al enkele jaren in de schaduw van de meester mee. Met een zanger die kan doorgaan voor een Liam Gallagher lookalike en een gitarist met een Weller kapsel – de immer sympathieke Phil Tilli - lijkt Moke echter wanhopig op zoek naar een eigen gezicht; het vinden ervan zal een conditie sine qua non zijn voor het verdere bestaansrecht van deze band. Misschien helpt een hoge stek en goede beurt op Pinkpop over enkele weken hen ook al wat verder. In de AB, voor een zaal die aan het vollopen was, deden ze het alvast niet onaardig.
Zoals vooraf op de lcd schermen van de zaal geafficheerd liep Weller om stipt kwart voor negen het podium van de AB op voor een luid en heftig “22 dreams”. De geluidstechnici waren duidelijk verwikkeld in een flirt met het toegelaten maximum die zelfs nog wat werd aangehouden in nummer twee van de avond: een fors “Changing man”. Weller oogde gefocust en dirigeerde het concert zonder al te veel ademruimte tussen de songs in de richting van een eerste duo overtuigende nieuwelingen: “Moonshine” en “Up the dosage”. Zijn solo-debuut “Into tomorrow” uit 1991 passeerde in een verrassend nieuw funky jasje en het van “Stanley road” geplukte “Porcelain gods “ hield zich deze keer wel binnen psychedelische grenzen. Ook de begeleidingsband (in onveranderde bezetting) leek qua samenspel en sound een forse stap vooruit te hebben gezet in vergelijking met het bezoek aan het Brugse Minnewaterpark vorige zomer . En ondanks een alweer uitgestelde rookstop zong Weller toch nog zuiver en toonvast in het warme “All I wanna do” en het ook voor groot orkest geschikte “Empty ring”. De grillige Weller negeerde echter beide singels van zijn laatste plaat maar bracht in de AB minstens evenwaardig plaatmateriaal als “Trees” en “Fast car/slow traffic”, een song die onder het aanwezige publiek vast en zeker het oude Jam-keurmerk met zich meekrijgt. Nooit stond Weller trouwens dichter bij zijn eigen legendarische trio dan nu want na een wervelend gebracht “Shout to the top” schoof hij twee verrassende Jams songs uit het uitstekende “Sound affects” de AB binnen. “Pretty green” en “Start!” klonken minstens even vurig als in hun eigen hoogdagen anno 1981. Met nog maar net de zestig minuten overschreden verdween Weller terug de coulissen in. In een eerste bisronde pakte de nu 52 jarige modfather uit met een trio’tje akoestisch waarvan “Everything has a price to pay” als absoluut hoogtepunt mag worden weerhouden om, na alweer een korte onderbreking, de gitaar terug te omgorden voor het 33 jaar oude en nog steeds venijnige “Art school”. Met een zinderend “Scrape away” kwam onze Jam-teller zelfs op 4 stuks te staan. Een mooi “Pieces of a dream” tenslotte mocht, met fraai gitaarspel van Steve Craddock, de avond besluiten. We laten, om een lange oplijsting te vermijden, hier zeker nog een handvol klassesongs van deze avond onvermeld maar ons punt hebben we inmiddels wel gemaakt denk ik: dit was een gedenkwaardige avond die halfweg competitie nu al hengelt naar de titel van ‘concert van het jaar’ . Dit “Wake up the nation” offensief geeft ons het zalige gevoel dat ten huize Weller de rustige vastheid van de voorbije jaren eindelijk heeft plaats geruimd voor de opwinding en het vuur van weleer. Het zal geen toeval zijn zeker dat hij recent een nieuw lief aan de haak heeft geslagen…
No comments:
Post a Comment