Om gepaste eer te brengen aan een fraai stukje Vlaamse rockgeschiedenis stonden we op de tweede zaterdag van de (wederom druk bevolkte) Gentse Feesten bij Sint-Jacobs voor het concert van The Wolf Banes. Ruim 15 jaar geleden legde de groep al eens de boeken neer maar dit jaar plugden de originele groepsleden terug de gitaar in. De vonk sloeg snel over en resulteerde zelfs in een nieuw album dat dit voorjaar het licht zag. We twijfelen eraan of iemand bij Sint-Jacobs deze voorkennis had want het materiaal dat daaruit tijdens het eerste kwartier werd gelicht was niet alleen van een bedroevende kwaliteit maar leverde nauwelijks respons op. Met een decibelmeter die het volume in een wurggreep hield kreeg de groep ook niet de kans om hun songs de power mee te geven die ze nodig hadden. In een vruchteloze zoektocht naar een oplossing vergat de klankman nagenoeg het ganse uur ook nog eens de basgitaar. Voorman Wimmeke Punk scheen zich weinig bewust van de problemen en werkte zich zelfzeker door een weinig sprankelende set die stilaan opschoof naar de oude hitjes. De herkenning van “Miles away from here” werkte goed op een bijna ingedommeld plein maar legde desondanks pijnlijk bloot dat deze reünie niet het niveau haalt van weleer. Met amper twee concerten op de agenda deze zomer (zegt dit al niet genoeg?) rammelde het samenspel als een werkbak vol oude vijzen en hoorden we Monsieur Paul, 1/3 Triggerfinger en nochtans een muzikant waar wij groot respect voor hebben, niet altijd even secuur soleren. Maar bovenal werkten de songs niet meer: voor “The Clown” – destijds een vinnig singeltje – zien we tegenwoordig circussen eerder leeg dan vollopen en ook “Where is the party?” wees eerder in de richting van onze zetel thuis dan van één of andere stomende fuifzaal. Slotsong “As the bottle runs dry” bracht onze buren prompt op het idee een pintje te gaan halen. We namen het wit schuimend goedje graag in ontvangst om dit ondermaatse (reünie)concert snel door te spoelen.
In galop schoven we vervolgens door naar de Kouter voor de laatste Boomtownavond. Filip Kowlier mocht er voor het slotakkoord van het vijfdaagse festival zorgen want voor vuurwerk hebben ze geen geld deelde de organisator aan een vol plein mee. Tegenwoordig zit Izegem’s fijnste afstammeling (maar met een Gentse domicilie) in reggae, ska en dubsferen. Dat was al merkbaar op zijn laatste plaat maar ook het oudere werk moest er voor zijn huidige live set aan geloven. Zo opende “In de fik” op het slome ritme dat het eerste genre geheel eigen is. Een greep uit “Otoradio” met al vroeg de singel “Mo ba nin” kreeg de Kouter niet op de knieën. Daarvoor was het wachten tot een fraai herwerkt “De grotste lul van ’t stad” en het massaal meegescandeerde “Welgemeende”. Ook met “El mundo kapotio” stond onze barometer overtuigend op feeststemming. Met een wat goedkope overgang van “Min moaten” naar “No woman no cry” deed Kowlier 2 dagen vroeger dan de ganse Feesten al het licht uit op Boomtown. Het concert, dankzij een uitstekende band heel wat verzorgder dan het voorgaande, slaagde er ondanks een klein dipje links en rechts toch in een uur lang te boeien. Gesteund door een horde streekgenoten bleef Kowlier het ganse concert lang in zijn beste Izegems de meute op de Kouter toespreken. Wij zouden in volle Gentse Feesten en met “In de gloria” in gedachten alvast niet geaarzeld hebben om hem te trakteren op ondertiteling.
No comments:
Post a Comment