Geen mens kan er omheen tegenwoordig: het succes van de Britse Adele groeit tegenwoordig sneller dan ons gazon in deze vroege lente tijd. Zo snel zelfs dat, zij die haar pas ontdekt hebben via het recente hitsucces, tot op vandaag nauwelijks weet hadden van een Belgisch concert eergisteren in het Brusselse Koninklijk Circus. Dat maakte het – niet alleen voor ons, maar voor alle 2000 “uitverkorenen” - des te spannender, wat voelbaar was in de minuten voor het licht uit ging in een tot de nok gevulde zaal. Het wachten werd nochtans smaakvol opgevuld door de bijzonder charmante opwarmer Michael Kiwanuka die gewapend met akoestische gitaar en enkel geruggensteund door een bassist een half uurtje mocht kennismaken met een luisterbereide zaal. Nu Aloe Blacc school maakt in zwarte soul doet ook deze jongen een gooi naar succes met muziek die nog het dichtst aanleunt bij Bill Withers getuige ook het slotnummer dat hij van de man ontleende. Er was meer dan gemiddelde interesse voor Kiwanuka maar het verwelkomingapplaus dat Adele te beurt viel kort erna was een veelvoud van de handen die de Sam Cooke lookalike op elkaar wist te krijgen. De stormachtige ontvangst verstomde meteen bij noot 1 van opener “Hometown glory”. Met één enkele spot op hem gericht ving de pianist de melodie aan en in de duisternis wandelde Adele zingend het podium op. Eigenlijk kunnen we ons niet herinneren dat we de eerstvolgende 4 minuten hebben geademd. Zo indrukwekkend vonden we die “Hometown glory”. Stem en persoon Adele vulden de ganse zaal waarin geen beweging meer viel waar te nemen. Minstens even overweldigend was het vervolg met een greep uit haar tweede plaat: “I’ll be waiting” gaat vast en zeker de hitstatus tegemoet en “Turning tables” was nog zo’n piano/stem moment dat onze strot van pure ontroering dichtkneep. Geen mens – artiest noch toehoorder - kan dit anderhalf uur volhouden. Daarom legden songs als “If it hadn’t been for love”, “Rumour has it” en helemaal achteraan “Rolling in the deep” ook andere accenten: swingender en soulvoller al miste de begeleidingsband daar vaak de kans om van onder de schaduw van hun bazin te komen. Adele, bevreesd voor lange applaus salvo’s (?), vulde de tijd tussen de nummers in door er honderduit doorheen te praten. Zo dwong ze het publiek als het ware tot stilte en vertelde ze als "girl next door" met zwaar Brits accent over haar hond en beste vriendin. Ook een Hotspur-sjaal in de zaal ontsnapte niet aan haar scherpe opmerkingsgeest . Enkele toegewijde fans van de eerste rij ontvingen zelfs een invitatie voor een ontmoeting achteraf. Het kwam er allemaal zo smakelijk uit dat het sterrengehalte dat haast automatisch wordt toegeschreven aan deze dame daarmee meteen onderuit werd gehaald. Met amper 22 jonge jaren achter zich herbergt Adele overigens ook een pak liefdesleed dat (gelukkig voor ons) een weg heeft gevonden naar tal van prachtsongs. In “Take it all” en “Someone like you” bezingt Adele herkenbare gevoelens die, en dat maakt van haar een echte grote, overtuigend en geloofwaardig worden gebracht. Ook in de bewerking van andermans nummers (Dylan, The Cure) komt haar uitzonderlijke klasse bovendrijven. “Love song” en “Make you feel my love” maakte ze zich inmiddels helemaal eigen. Beide songs waren hoogtepunten in een concert dat trouwens niet één dipje kende.
Eigenlijk moeten we elke alinea van hierboven gewoon terug uitwissen. Deze avond was namelijk gewoon te mooi voor woorden.
1 comment:
Zo veel kippevel dat er pluimen op mijn gat groeien...
Post a Comment